In het Algemeen Dagblad stond onlangs het verhaal van Danah en Fatima over hun vertrek uit de islam. Ik herkende veel dingen van mijzelf. Ze beschrijven niet alleen hun twijfel aan het bestaan van God, maar ook hun persoonlijke zoektocht in het leven.
Hoe ouder ik word, hoe vaker ik bezig ben met de vraag wie ik eigenlijk ben. Van huis uit ben ik religieus opgegroeid met de Turkse cultuur. Ik had nog nooit gehoord van het atheïsme. Naarmate ik ouder werd, raakte ik bevriend met jonge moslims die zoekende waren in het geloof. Sommigen kozen ervoor om het geloof te verlaten. Dat was voor mij vreemd; ik kon me ook niet in hen verplaatsen. Geloven in God is normaal, dacht ik. Pas toen ik filosofie ging studeren, leerde ik over atheïsme en agnosticisme. De geschiedenis van deze begrippen gaat terug tot aan de Verlichting. De Franse arts en filosoof Julien Ofray de La Mettrie (1709-1751) was de eerste openlijke atheïst en schreef het bekende werk L’Homme Machine (De mens een machine).
Zuiver je hart
Ik heb voor het eerst getwijfeld aan het bestaan van God toen ik 19 jaar was. Filosofen zoals Karl Marx en Friedrich Engels trokken mijn aandacht. Religie is opium van het volk, zeiden ze. Volgens hen proberen we ons aardse leven te vergeten door in een niet-bestaande God te geloven. Voor mij betekende dat nog niet dat God niet zou bestaan. Toch leek het in die periode alsof het geloof mijn ziel niet meer raakte. Totdat een vriendin mij een gedichtenbundel gaf van Rumi. Het gedicht Sterven voordat je sterft is mij het meest bijgebleven. Het zegt: zuiver je hart en ga op zoek naar je ware ik.
Vaak worden we afgeleid op onze zoektocht door irrelevante dingen. We geven toe aan onze onzekerheid en machteloosheid en dwalen af van ons pad. Het zijn vaak de dwingende omgeving, dogma’s en tradities binnen het geloof waar sommige jonge moslims zich niet (meer) mee kunnen vereenzelvigen. Ik denk dat het van belang is dat wij ons verlossen van deze ‘uiterlijke’ zaken, dat we niet te hard zoeken en ons openstellen voor Goddelijke inspiratie. De essentie van het geloof is moeilijk te pakken, net als zand op het strand dat tussen je vingers door weg glipt.
Zoek niet te hard en stel je open voor Goddelijke inspiratie.
Volgens orthodoxe moslims staat de doodstraf op afvalligheid. Islamgeleerde Ahmet Kurucan – die in 2006 aan de Erzurum Atatürk Universiteit promoveerde op het onderwerp vrijheid van meningsuiting in de islam – stelt dat de doodstraf in strijd is met de islam. De doodstraf is volgens hem meer een politiek instrument dan een religieus oordeel. Als in vroeger tijden iemand de islam verliet, dan sloot hij zich aan bij een groepering die vocht tegen de moslims. Dat werd gezien als hoogverraad. Maar volgens Kurucan zijn er geen gevallen bekend van de doodstraf voor afvalligheid in de vroege periode van de islam, de tijd waarin moslims nog geen eigen staat hadden.
Zoeken naar je eigen identiteit
Als jonge moslims het geloof verlaten, zijn er veel emotionele reacties en weerstand in de directe omgeving. Het betekent soms dat je afstand moet doen van je familie en breken met je gemeenschap. Jonge ex-moslims krijgen weinig steun. Terwijl ze niets verkeerds doen in mijn ogen. Als je opgroeit in een multiculturele samenleving waar veel wordt gepraat over integratie en migratie, dan heb je natuurlijk vragen over je identiteit. We leven bovendien in een tijd waarin je direct wordt aangesproken op je afkomst en religie. En vaak is dat op een negatieve manier. Ik vind het heel menselijk dat jonge moslims daarom gaan zoeken naar een identiteit waar ze zich prettig bij voelen. Een identiteit waar ze zelf invulling aan willen geven zonder de inmenging van religie. Het is zeker niet hun bedoeling om daarmee de islam zwart te maken. Ze willen gewoon zichzelf zijn.
Naastenliefde is essentieel als we met elkaars verschillen willen samenleven.
Voor mij is de islam een vredebrengende en barmhartige religie. Je naaste liefhebben is een basisprincipe van de islam. Naastenliefde is essentieel als we met elkaars verschillen willen samenleven. Want de omgeving van een mens is zijn of haar medemens. Wat voor de ene mens de waarheid is, is dat niet voor de andere mens. Misschien moeten we juist elkaars verschillen benadrukken, erkennen en respecteren in plaats van elkaar te overtuigen. Want uiteindelijk leer je het meest van elkaar. Zou het niet mooi zijn als gelovige moslims hun twijfelende broeders en zusters met een open vizier zouden opvangen. Vanuit de gezamenlijke overtuiging dat God de enige is die ons kan en mag beoordelen, want Hij is Alwetende.