Het lijkt alsof er een generatiekloof is tussen de verschillende generaties moslims. Het is alsof we in verschillende werelden leven en het is nog maar de vraag of we bereid zijn werkelijk naar elkaar te kijken en luisteren. Als we dat zouden doen, zijn we misschien wel in staat om van de losse puzzelstukjes een mooie puzzel te maken.
Jongeren die opgroeien tussen twee culturen. Jaren geleden waren er tig discussieprogramma’s op radio en tv over jongeren die op straat en op school heel ander gedrag vertoonden dan thuis. De moslimjongeren wilden er eigenlijk graag bij horen. Ze wilden net zo vrij zijn als de Nederlandse pubers. Zij wilden het liefst ook naar de discotheek, zij wilden ook verkering hebben en uitgaan.
Een aantal jongens wilde nog meer. Ze droomden van het grote geld dat op een makkelijke, snelle manier kon worden verdiend. Ze kwamen vaker in aanraking met de politie dan de gemiddelde Nederlander. De ouders keken machteloos toe. Het was de schuld van de school, de schuld van de maatschappij, de schuld van de politie, etc. De meisjes droomden waarschijnlijk van dezelfde dingen, maar hun grootste droom was die van onafhankelijkheid. De makkelijkste weg om die te bereiken was door te studeren.
Tijden veranderen
Maar tijden veranderen. Vooral na 11 september. Doordat de ‘moderne’ jongeren in de gaten hadden, dat ze ondanks hun aanpassing, er eigenlijk nog steeds niet ècht bij hoorden, verlangden ze naar een eigen identiteit. Ze beseften dat ze nooit maar dan ook nooit hun eigen afkomst konden verloochenen. Hun roots waren belangrijk. Er was echter nog iets anders wat daar nog bovenuit stak. De verdwaalde jongeren en zij die hun afkomst trouw waren gebleven, realiseerden zich, dat zij bovenal moslim waren. Het werd een houvast voor veel jongeren. Sommigen zagen de religie als de manier om zich af te zetten tegen de samenleving, anderen vonden een enorme rust in het geloof zoals ze niet eerder hadden ervaren. Eenmaal gekozen voor de moslimidentiteit verdwenen de hormonale verlangens eventjes naar de achtergrond.
De samenleving maakt zich zorgen over de verschillende groepen jongeren. Over hen die criminele activiteiten ontplooien, en over hen die zijn doorgeschoten in de naleving van de regels van de islam. Eigenlijk zijn beide groepen jongeren ontspoord en zitten hun ouders met de handen in het haar.
Krampachtig
Toch denk ik dat we als samenleving niet al te krampachtig tegenover deze jongeren moeten staan. Toen ik jong was, woonden er een paar flinke deugnieten in de buurt. Deugnieten is zwak uitgedrukt: het waren gewoon rotjongens, die bushokjes kapot maakten, brievenbussen vernielden, in de struiken van voortuinen sprongen totdat de takken afbraken, cocaïne snoven, met hun brommers rondscheurden, brutaal en grof waren en vaak maar wat rondhingen op de hoek van de straat.
Maar uiteindelijk zijn die jongens stuk voor stuk getrouwd en werden het allemaal keurige burgers, uitzonderingen daargelaten. Welnu, ik ga er vanuit dat de meeste moslimjongeren die nu op het verkeerde pad zijn of juist extreem zijn geworden uiteindelijk ook allemaal tot bezinning zullen komen. Het gaat om pubers die nog te veel bezig zijn met overleven en die hun weg nog moeten vinden, zowel in de samenleving als in de wereld. Het zijn jongeren die begeleiding behoeven van de juiste personen, in de eerste plaats van hun eigen ouders. Het zijn jongeren die voorbeeldfiguren nodig hebben, vanuit hun eigen gemeenschap en op scholen.
Dat we ons zoveel zorgen maken, lijkt te maken te hebben met de feminisering. Als twee jongens nu op de vuist gaan, is het niet vreemd dat één van hen, op aandringen van zijn ouders, aangifte zal doen bij de politie. Als het ene kind het andere kind bij de kruis vat – zoals jongens uit baldadigheid soms doen – dan volgt er heden ten dage een heel traject waarbij jeugdhulpverlening wordt ingeschakeld. Vroeger gaf je zo’n ventje een schop onder zijn achterste of een dreun in zijn gezicht en dan bleef-ie in het vervolg ‘met zijn poten van je af’. Op school wordt het personeel op het hart gedrukt om elke misstap van elk kind te noteren in een aparte map. Als een personeelslid iets vermoedt van mishandeling of misbruik moet dit meteen gemeld worden bij de juiste instantie. Nu is zo’n melding in sommige gevallen zeker een noodzaak, maar een fout kan voor een jongere en zijn ouders onwenselijke, grote gevolgen hebben, zoals een uithuisplaatsing.
Ruimte nodig
Elke jongere bevindt zich in zijn puberteit tussen twee culturen – de cultuur op straat en de cultuur thuis. Voor de moslimjongere houdt dat een dubbele moeilijkheid in. Elke jongere zou ruimte moeten krijgen om ‘zijn eigen spel’ te ontwikkelen op het voetbalveld van het leven, met aan de zijlijn zijn ouders als trainer en coach.
Het probleem is echter dat wij als ouders ook zelf nog lasten uit het verleden meedragen, waardoor wij soms op onverklaarbare wijze onszelf ineens weer gedragen als klein kind of als die onmogelijke puber. Dat heeft te maken met overtuigingen die ons als kind zijn aangepraat. Het is via onze pubers dat wij weer met deze overtuigingen worden geconfronteerd, soms op zeer grove wijze. Bekijk het positief: het is heel goed mogelijk, dat je puber je uit alle macht probeert duidelijk te maken waar je bij jezelf aan moet werken of dat je gehoor mag geven aan een oud verlangen dat je diep onder de grond hebt weggestopt.
Stap over de drempel
Jaren geleden maakten de woorden van de Korangeleerde Yusuf Ali in de engelstalige vertaling van de Koran grote indruk op mij. Als antwoord op de verzen: “Was hij (de mens) maar over de drempel gestapt. En wat doet jou weten wat de drempel is?” (Koran: 90, 11-12) komt Allah met een opsomming van goede daden die je zou kunnen verrichten, zoals: “het vrijlaten van een slaaf”.(Koran, 90:13). Yusuf Ali schrijft daarover, dat je bij het vrijlaten van een slaaf niet alleen moeten denken aan de slaven van vlees en bloed die vrijgekocht kunnen worden, maar ook aan andere vormen van slavernij en verslaving.
Je zou bijvoorbeeld af willen rekenen met een bepaalde traditie die tegen de leer van de islam indruist, maar de druk van de familie is te groot. Je wil geen ruzie veroorzaken, dus krop je alles op. Of elke keer dat je oud verdriet voelt opkomen, vlucht je weg voor de angst door te gaan eten, te roken of door je terug te trekken in je kamer, etc. Het is een gewoonte geworden.
Bevrijd je nakomelingen
Je kan er dan ook voor kiezen om moedig te zijn en jezelf te bevrijden van de ketenen van het verleden. In feite bevrijd je daarmee niet alleen jezelf, maar ook al je nakomelingen. In deze tijd van bewustwording moeten wij ons realiseren dat wij onze kinderen kunnen behoeden voor de fouten die wij hebben gemaakt. We moeten duidelijk zijn tegenover onze kinderen over wat de regels in huis zijn en wat de grenzen zijn.
We moeten hen niet overal tegen willen beschermen, maar hen juist begeleiden door hen de ruimte en het vertrouwen te geven om zich te kunnen ontwikkelen naar eigen mogelijkheden. En tot slot moeten we ook blijven werken aan onze eigen ontwikkeling en onze relatie met Allah.
Elk gezin komt andere hobbels op de weg tegen, dat is zeker. Als ik binnen mijn eigen biculturele gezin kijk, zie ik dat onze kinderen ondanks de soms bijna onoverbrugbare tegenstellingen tussen mijn man en ik een eigen weg hebben gekozen om hiermee om te gaan. Ze neigen soms naar het een, soms naar het andere, maar nog vaker maken ze heel andere keuzes. Ze gaan er in elk geval met een grote souplesse mee om.
Zo heb ik van huis uit dat ik wil ‘pleasen’. Ik voldoe graag aan de verwachtingen en wil graag aardig gevonden worden. Ik voel mij enorm verantwoordelijk voor het wel en wee van andere mensen. Ik draag soms de last van de hele wereld op mijn schouders. Zoals ik het zie, is dit een onderdeel van ‘de islam’. De vader van mijn kinderen ziet het echter niet als zijn taak om de wereld te verbeteren of te redden. Hij voelt zich in hoge mate verantwoordelijk voor zijn eigen gezin en zijn familie, en dat vindt hij al druk genoeg. Ik kan nu al een beetje inschatten wie van mijn kinderen zich maatschappelijk betrokken voelt en wie dat wat minder heeft.
Milkshake
Onze kinderen hebben dat relaxte van hun vader, de een wat meer dan de ander. Ze hebben een zelfvertrouwen dat hen door de puberteit heeft geloodst zonder grote noemenswaardige problemen, Godzijdank. Wat ze van mijn genen hebben overgenomen is dat ze stuk voor stuk sociaal en inschikkelijk zijn en zich makkelijk aanpassen in verschillende situaties. Ze hebben onze beide beste kanten door elkaar gemixt en hebben er een smakelijke milkshake van gemaakt.
Uiteindelijk gaat het om het nemen van onze eigen verantwoordelijkheid. Ik denk dat elk mens elke dag weer de mogelijkheid heeft om te breken met belemmerende tradities of belemmerend gedrag. De kunst is dat de mens dit doet zonder de anderen in de familie voor het hoofd te stoten. Hij moet ervoor zorgen dat oude puzzelstukjes die niet meer passen, vernieuwd worden, zodat de puzzel weer héél wordt.
Verder moet de mens de woorden van de wijzen onder zijn voorouders herinneren waar hij ook is, omdat hij is wie hij is mede dankzij hen en hun genen. Als de mens deze klik kan maken, heelt hij zichzelf en zijn generatie en maakt hij de wereld weer een stukje beter en beschaafder.