Als je leest over vrouwen met een hoofddoek, zijn het – vreemd genoeg! – vaak mannen die het woord nemen. Het zijn meestal niet de moslimvrouwen zelf die vertellen hoe het nu precies zit. Wat gaat er eigenlijk om in de hoofden en harten van Nederlandse en Vlaamse moslima’s? En hoe kijken ze aan tegen het concept hoofddoek? In deze derde aflevering vertelt Anna Vogel haar verhaal.
Wil jij ook je persoonlijke verhaal delen – indien nodig kán dat anoniem – meld je dan aan via info@qantara.nl. Of je de hoofddoek nu wel of niet draagt, wilt gaan dragen of hebt gedragen; laat van je horen!
Anna: “De vader van mijn kinderen is een moslim uit West-Afrika en ik leerde de islam kennen door wie hij was. Ik zag rust en zelfverzekerdheid. Terwijl hij geen makkelijk leven had. Hij was tevreden met het leven, leefde vanuit de instelling ‘wat je ontmoet in je leven, neem je mee’. Hij was niet bezig met wat mensen denken. Ik wilde snappen waar dat vandaan kwam en ging steeds meer lezen over islam.
Een kracht buiten mezelf
De informatie die via mijn hoofd binnenkwam, maakte me regelmatig boos en opstandig. Maar mijn perceptie veranderde toen ik beviel van mijn eerste kind. Tijdens anderhalf uur zware persweeën, voelde ik dat ik niets was. Er was een kracht buiten mezelf die alles overnam. Ik voelde me fysiek overgeleverd. Voor die tijd had ik een vrij groot maakbaarheidsidee. Maar deze ervaring zette mijn wereld en overtuigingen op zijn kop.
Ik had niet heel veel kennis van islam, maar ging wel een klein hoofddoekje dragen over een knotje achter op mijn hoofd. Ik deed dat in het begin vooral als ik aanwezig was op de bijeenkomsten van familie en vrienden van de vader van mijn kinderen. Dat zijn allemaal donkere mensen en tijdens de feesten rondom geboorte en trouwen en de gebedsbijeenkomsten rondom een overlijden hadden bijna alle vrouwen hun haren bedekt. Om me iets meer thuis te voelen tussen de anderskleurigen – donkerder worden kon ik natuurlijk niet! – droeg ik de hoofddoek en wat langere kleding. Ook in mijn verdere sociale leven als moslim ging ik de hoofddoek steeds vaker dragen. Door langzaam te experimenteren met hoe ik de hoofddoek kon opdoen. Ik vond het niet echt mooi staan, maar het voelde prettig.
Als je wilt, vind je het antwoord
Met mijn familie heb ik nooit specifiek over de hoofddoek gesproken. Ik had hem gewoon af en toe op als ik bij hen aan de deur kwam. Langzamerhand dus steeds vaker. Ik kreeg dan wel opmerkingen als ‘dat staat je niet’ of ‘moet dat nou’. Inmiddels had ik wel zelfstandig onderzoek gedaan naar wat er over de hoofddoek wordt gezegd in de Koran en soenna. Als je wilt, vind je het antwoord; dat is hoe ik erin sta. Ik zie het als iets dat Allah van ons verwacht, Hij vraagt van ons dat we onze schoonheid bedekken. Het was voor mij belangrijk om te lezen dat ook mannen duidelijke kledingvoorschriften hebben. Dat maakte het voor mij draaglijk als Hollands feministisch meisje.
Gaandeweg droeg ik mijn hoofddoek steeds vaker in mijn vrije tijd. Als ik ging werken deed ik de hoofddoek op als ik uit huis ging, maar af in de fietsenstalling. In mezelf voelde ik nog steeds weerstand tegen de verplichting die de hoofddoek zou zijn. Het is letterlijk je nafs die uit alle macht schreeuwt: ‘Ik wil zelf beslissen!’ Dat is wel een opgave hoor, om daar mee om te gaan. Ik voelde me enorm tweeslachtig. In de fietsenstalling keek ik schichtig om me heen of niemand zag dat ik met de hoofddoek in de weer was. Dat voelde heel onprettig, ook naar mezelf. Ik dacht steeds vaker: ‘Wie hou je nu voor de gek?’ Het verlangen groeide om het te bestendigen en met mijzelf in het reine te komen.
In het reine komen
Dat gebeurde onverwacht, op een verjaardag van een vriendin. Daar ontmoette ik een wethouder van de PvdA. Mijn dochter en ik zaten naast haar, beiden droegen we op dat moment een hoofddoek. Het gesprek dat op gang kwam ging ongeveer zo: ‘Anna, mag ik je eens wat vragen? Waarom draag je de hoofddoek eigenlijk?’ Ze liet me nog geen vijf woorden spreken en ging toen zelf verder…. ‘Moet het van je man? Je laat jezelf onderdrukken. En ook je dochter moet meedoen!’ Ze bleef maar doorratelen hoe vreselijk ze het vond. Het werd op een gegeven moment echt teveel. En toen dacht ik opeens: ‘Sorry wie ben jij eigenlijk? Ik moet me een soort verweren en krijg ondertussen een emmer bagger over me heen.’ Het maakte me misselijk en opstandig. Ik heb het gesprek afgekapt en ben weggelopen.
Soebhan’Allah, ik voelde me zo bevrijd. Het voelde sterk om te weten: ‘Ik ben jou geen uitleg verschuldigd.’ Ik heb er een week lang met mezelf over gemijmerd. In diezelfde tijd was er een documentaire van Tegenlicht, waarin acht Nederlandse bekeerlingen werden gevolgd. Vier van de vrouwen droegen een hoofddoek. Je zag ze in hun professionele omgeving. Ze vertelden met gemak en overtuiging. Het bleek het laatste duwtje dat ik nodig had. Ik besloot om de volgende maandag naar de directeur te gaan. Het mocht gaan gebeuren.
Met hoofddoek naar het werk
Het gesprek met de directeur verliep stroef. Ik bracht het dragen van de hoofddoek als een aankondiging, niet als vraag. Ze viel van haar stoel en zei dat ze erover wilde nadenken. Maar toen de vragen los kwamen, werd het een kopie van het gesprek met de wethouder. Na een half uur heb ik haar maar gelaten en alleen nog aangegeven dat voor mij twee dingen belangrijk zijn. Ik wilde zorgen dat mijn stap zachtjes zou kunnen landen in de organisatie. En ik wilde dat mijn directeur zich in onze gezamenlijke werkomgeving zou onthouden van elk commentaar op de hoofddoek. Ik zei haar: ‘Begin niet zelf over mijn hoofddoek. En als mensen vragen hebben, stuur je ze door naar mij.’
Daarna gaf ik haar even tijd. Ik zag meer heil in haar aan het idee te laten wennen dan mijn wil door te drukken. Maar na een maand was er nog geen reactie. Ik meldde toen op een vrijdag aan mijn directeur: ‘Ik doe hem maandag op.’ Waarop zij aangaf dat ik het een maand geleden gewoon had kunnen doen. Ik heb toen het heft in eigen handen genomen en stuurde een e-mail aan alle collega’s die ik dagelijks tegenkwam.
Van: Anna Vogel
Onderwerp: iets andere verschijning
Beste collega’s,
Een aantal van jullie kom ik dagelijks tegen en een aantal veel minder.
Een aantal van jullie kent mij heel goed, een aantal veel minder.
Ik denk dat niet iedereen van jullie weet dat ik al jaren moslima ben. Ik draag buiten het werk ook al een aantal jaren een hoofddoek. Vanaf maandag draag ik hem ook op het werk.
Ik weet dat mijn verschijning daardoor verandert en dat mensen mij daardoor soms zelfs niet meer herkennen. Ik kies er daarom voor om jullie het langs deze weg alvast te laten weten.
Het dragen van een hoofddoek is een van de vele leefregels die islam kent; ik ben op een punt gekomen dat ik hem altijd wil dragen.
Wil je er meer over weten of wil je er iets over kwijt: spreek me er gerust over aan.Fijn weekeinde
Praten over geloof en zingeving
Ik voelde me niet bang of zenuwachtig. In de eerste paar weken ging er echt een zindering door de hele organisatie. Zo van ‘Heb je het gezien, Anna draagt een hoofddoek’. Ik kreeg hele leuke reacties. Bijvoorbeeld van mijn co-manager, die zei: ‘Ik zal wel even moeten wennen. Maar Anna is Anna. En Anna is geweldig!’ Het was opvallend hoeveel gelovigen in de organisatie naar me toe kwamen en zeiden: ‘Anna, ik vind het zo moedig, ik geloof ook.’
Ik heb die eerste maanden veel tijd besteed aan het praten met mijn collega’s over geloof en zingeving. Ik werk bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland en daar werken een paar duizend mensen.
Inmiddels ben ik vergroeid met mijn hoofddoek. Ik merk niet meer dat ik hem op heb. Maar anderen zien het natuurlijk wel. Zo zat ik ooit tijdens een bedrijfstraining naast een salesmanager van Stork, een grote machinefabriek in het Oosten des lands. Hij gaf me het mooiste compliment dat ik ooit gekregen heb. Hij zei: ‘Zie je niet dat jouw hoofddoek jouw unique selling point is? Ik weet uit ervaring dat hoe unieker iets is, hoe beter je het kunt verkopen. Maar de voorwaarde om het te laten werken is wel dat die uniciteit ergens voor staat. Jouw hoofddoek staat voor de vaardigheid om te veranderen, om te groeien en niet meer los te laten.’ Ik ben het sinds die tijd ook zo gaan ervaren.
Ik voel dat de hoofddoek me sterker maakt. Het dwingt mensen en jezelf om beter op je te letten en beter naar je te luisteren. Het hoofddoek gaan dragen is een bewustwordingsproces geweest dat me uiteindelijk vrijer laat voelen als moslim. Het inzicht dat ik geen verantwoording hoef af te leggen, was daarbij de grote doorbraak.”