De Heilige Koran maakt een beter mens van je. Het Heilige Boek leidt je, vormt je, voedt je op, geeft je opdrachten en aanwijzingen, zegent je als je hier gehoor aan geeft, behoedt je voor fouten waar je later spijt van hebt, schenkt vergeving en biedt nieuwe kansen als je die fouten alsnog maakt, biedt troost en hoop in moeilijke tijden. De Koran is kortom de beste leidraad voor goed gedrag.
Omdat het de Koran is die:
- onze stem ‘een toontje lager laat zingen’: “En spreek met een zachte stem.” (Koran, 31:19)
Rumi schreef een prachtig gedicht over de stem, die uitleg geeft aan de aya (Koranvers):
Verhef je woorden, niet je stem.
Het is regen die bloemen doet groeien,
niet de donder
- onze houding corrigeert: “En loop niet hoogmoedig rond op aarde.” (Koran, 17:37)
De eerste die arrogant was tegenover Allah en Zijn Schepping was de vervloekte Iblies (de duivel). Toen hij het Bevel van Allah om te buigen voor Adam weigerde op te volgen, zei hij: “Ik ben beter dan hij (Adam), U heeft mij uit vuur geschapen, en U heeft hem uit klei geschapen.” We willen niet zijn zoals Iblies, die vervloekt is.
Verhef je woorden, niet je stem. Het is regen die bloemen doet groeien, niet de donder
- onze blik recht leidt: “Kijk niet met uitpuilende ogen” (Koran, 15:88)
Wees niet jaloers op wat anderen aan rijkdom vergaard hebben. En weest niet afgunstig als iemand meer talent of meer succes heeft dan jij, of er volgens jou beter uitziet. Allah zegt ook: “En begeer niet datgene, waarmee Allah sommigen van jullie boven anderen deed uitblinken.” (Koran, 4:32)
- ons gehoor zuivert: “Bespioneer elkaar niet…. Roddel niet over elkaar” (Koran, 49:12)
In plaats van dat je jezelf verlaagt door anderen in de gaten te houden en te willen betrappen op fouten, door mensen af te luisteren en hun fouten openbaar te maken of door te luisteren naar roddels, zou je je oren beter kunnen gebruiken om kennis over de islam op te doen. “Als iemand een pad volgt om kennis op te doen, zal Allah het pad naar het Paradijs voor hem vergemakkelijken.”(Al Boechari)
- onze eetlust begrenst: “Eet en drink, maar overdrijf niet.” (Koran, 7:31)
Je mag genieten van eten en drinken, maar je moet niet te veel eten. Om te weten wat de grens is tussen genieten van eten en buitensporig eten, zegt de Profeet ﷺ: “De stam van Adam vult geen slechter vat dan zijn eigen maag. Laat de stam van Adam een paar mondjes vol nemen om zijn ledematen te sterken. Als het mogelijk is dan is een derde van de maag voor voedsel en een derde voor drinken en een derde voor iemands adem. (an-Nasa en at-Tirmidhi)
- onze handen vult: “Wat jullie als liefdadigheid weggeven omwille van Allah, zal vermenigvuldigd worden. (Koran, 30:39)
Dit is niet alleen een aanmoediging om vrijgevig te zijn, maar tegelijkertijd gaat het om er volledig op te vertrouwen dat je jouw gift jouw bezit niet zal verminderen, maar zelfs in veelvoud terugkrijgen. Allah bepaalt hoe en wanneer. Ook daar zul je op moeten vertrouwen.
Allah zegt in een heilige overlevering: “Wees vrijgevig, O zoon van Adam, en ik zal ook vrijgevig zijn tegenover jou.” (Al Boechari en Moeslim)
- onze tong traint: “Nodig uit tot de weg van jouw Heer met wijsheid en motiverende woorden. En redetwist met hen op de beste manier.”(Koran, 16:125)
Wat is de beste wijze? En wat is niet verstandig om te zeggen? Hoe kun je je tong beheersen?
De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Wie in Allah en de Laatste Dag gelooft, laat hem het goede spreken of zwijgen.” (Al Boechari en Moeslim)
Het goede wat uit je mond komt is Allah loven en prijzen, opdragen wat goed is, verbieden wat slecht is en verzoening tussen de mensen brengen door te bemiddelen.
Maar gebruik je tong niet om te discussiëren en te ruziën, vooral niet over het geloof. En pas op met grof taalgebruik, want de Profeet ﷺ heeft gezegd: “Een gelovige mag niet beledigen, vloeken, vulgair of obsceen zijn.” (At-Tirmidhi)
- ons lichaam nederig maakt: “Verricht de gebeden correct en geef zakaat en buig met degenen die buigen.” (Koran, 2: 43)
Het gebed (de Salaat) is het belangrijkste middel om Allah te aanbidden en om dichter bij Hem te komen. Het biedt rust aan onze ziel en verstand en is ook een manier om ons lichaam te trainen om Allah te gehoorzamen op alle levensgebieden. “En geef zakaat” om jezelf te zuiveren.
- onze ontmoetingen zegent: “Groet elkaar met de begroeting van Allah, gezegend en goed. (Koran, 24:61)
Het is zo simpel voor een moslim om beloond te worden alleen al door zijn broeder of zuster te begroeten met de vredesgroet: ‘salaam alaikoem’ (vrede zij met jou/jullie). Allah geeft immers aan dat deze begroeting gezegend is.
-
onze ziel opvoedt:”Wie zich van mijn vermaning afwendt die zal een benauwd leven leiden en Wij zullen hem op de Opstandingsdag blind ter verzameling brengen. (Koran, 20:124)
Er worden in de islamitische literatuur twee termen door elkaar gebruikt voor de ziel, namelijk nafs en roeh. De nafs is het ego, het zelf, het lagere bewustzijn, de bron van de basisbehoeftes en basale emoties. Het wordt gezien als iets negatiefs, zwak of aards. De roeh daarentegen is de ziel of geest, de adem van God, en wordt als positief, sterk en hemels/goddelijk beschouwd. Het is daarom de nafs die we moeten opvoeden, door Allah te gehoorzamen, zodat we niet ‘blind’ voor Allah komen te staan op de Dag der Opstanding.
“Een benauwd leven” betekent niet dat zo iemand zal leven in armoede. Het betekent dat hij beroofd zal worden van innerlijke rust. Ook al zal hij miljonair zijn of de leider van een land of rijk; hij zal nooit tevreden noch gelukkig zijn.
-
ons als mensheid waarschuwt: “Laat een volk een ander volk niet beledigen/bespotten.” (Koran, 49:11)
Behalve dat we niemand mogen beledigen of bespotten, mogen we ook geen ander volk beledigen of uitlachen. Denken we soms dat het land waar wij wonen superieur is aan het volk van een ander land? Of dat we denken dat de inwoners van het platteland minderwaardig zijn, omdat de regering het platteland achterstelt (door minder investeringen)? Allah zegt in dezelfde aya: “Het kan zijn dat zij beter zijn dan hen.” We moeten onszelf niet verlagen door anderen te bespotten of te beledigen.
-
onze gedachten berispt: “Vermijd achterdocht.” (Koran, 49:12)
De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Pas op voor achterdocht, want uitspraken op basis van achterdocht zijn de ergste soort leugens. Zoek niet naar elkaars fouten, bespioneer elkaar niet, wedijver niet met elkaar, wees niet jaloers op elkaar, haat elkaar niet en wend jullie niet van elkaar af. O, Dienaren van Allah, wees broeders.” (Boechari en Moeslim)
-
ons inschattingsvermogen bewaakt: “Volg niets waarvan je geen kennis hebt.” (Koran, 17:36)
De betekenis van ‘Volg niets waarvan je geen kennis hebt” is duidelijk: baseer je niet op aannames en verwachtingen, maar informeer jezelf goed en doe onderzoek voordat je in actie komt of uitspraken doet. Het is in deze tijd van misleiding echter niet altijd duidelijk wat waar of niet waar is. Bevolkingen worden bang gemaakt door middel van narratieven, zodat regeringen vrij spel hebben. Blijf daarom kritisch en geloof niet alles wat je wordt verteld.
-
ons hart kalmeert: “Voorwaar, in de gedachtenis aan Allah vinden harten hun rust.” (Koran, 13:28)
Een voorwaarde voor de innerlijke rust en vrede waar elk mens zo naar verlangt, is dat je gelooft in Allah en op Hem vertrouwt. Dan zul je rustig worden in onrustige tijden waarin veel van je gevraagd wordt. Een gelovige is zich er bewust van dat Hij volledig afhankelijk is van de Wil van Allah en dat Allah alleen het beste met hem voorheeft. Dit is altijd weer een enorme geruststelling, als je er stil bij staat.
-
ons geheugen opfrist: “Wie vergeeft en vrede sluit – zijn beloning is bij Allah.” (Koran, 42:40)
We weten dat Allah alles kan vergeven, behalve als wij iets anders naast Hem aanbidden. Deze aya herinnert ons eraan om ons hart te onderzoeken op wrokgevoelens. Zijn wij in staat om anderen te vergeven, om het goed te maken met iemand waarmee we ruzie hebben? Als wij vergeven en/of de ander om vergeving vragen, zal Allah ons belonen.
-
ons geweten vermaant: “Sta elkaar bij in vroomheid en godvrezendheid en.sta elkaar niet bij in zonde en (grensoverschrijdend) onrecht.”(Koran, 5:2)
Imam Ahmad heeft opgetekend dat Anas bin Malik van de Boodschapper van Allah ﷺ heeft gehoord: “Steun je broeder of hij nu onrechtvaardig was of het slachtoffer is van onrecht.” Hij werd gevraagd: “O Boodschapper van Allah, we begrijpen dat het goed is om hem te helpen als hij onrechtvaardig behandeld wordt, maar hoe zit het met hem helpen terwijl hijzelf onrechtvaardig is.”’ Hij antwoordde: “Voorkom dat hij onrecht doet, hou hem tegen. Zo kun je hem helpen.” (Al Boechari)
-
ons lichaam bedekt: “Kinderen van Adam! Wij hebben voor jullie kleding gemaakt om jullie schaamte te bedekken en kleding voor de sier, maar de kleding van Taqwa (godvrezendheid) is beter.” (Koran, 7:26)
De Profeet ﷺ heeft gezegd: “Hij die ter grootte van een stofdeeltje aan hoogmoed in zijn hart bezit, zal het Paradijs niet binnengaan. Toen zei een man: “Iemand vindt het fijn wanneer zijn kleding mooi is en zijn schoenen mooi zijn.” Daarop antwoordde de Profeet: “Voorwaar, Allah is mooi en houdt van schoonheid; hoogmoed is het ontkennen van de waarheid en het neerkijken op de mensen.” (Moeslim)
Als jij graag mooie kleding draagt, is daar niets mis mee. Het is niet erg als je er graag verzorgd uitziet en een goede indruk wil achterlaten, zolang je hart maar verschoond is van arrogantie. Imam an-Nawawi heeft nog wel een voorbehoud gemaakt naar aanleiding van de hadith: “Hij (d.w.z. iemand die er veel waarde hecht aan zijn uiterlijk) zal niet allereerst samen met de godsvruchtigen het paradijs binnengaan. Allah zal eerst over hem oordelen, waarna hij gestraft of vergeven zal worden.”
-
onze gemeenschap verbroedert: “De gelovigen zijn niet anders dan broeders. Verzoen je dus met jullie broeders.” (Koran, 49:10)
De Boodschapper van Allah ﷺ heeft gezegd: “Zal ik jullie vertellen over een daad die groter is dan het vasten, bidden en het geven van sadaqa (liefdadigheid door middel van een donatie of hulp)?” De metgezellen zeiden: “Ja Boodschapper van Allah, vertel het ons.” De Profeet ﷺ zei: “Dat is mensen verzoenen met elkaar; want want het verbreken van relaties tussen mensen is als een scheermes dat alles vernietigt.” (at-Tirmidhi)
Een beter mens
Allah laat ons niet over aan ons lot in dit wereldse leven. Hij leidt ons door middel van Zijn Woord. De Koran is een leidraad en gids die ons door het leven leidt, kaders biedt en orde schept. Het is een bron van rust voor wie gelooft en de grondwet van het leven. Het maakt een beter mens van ons in alle opzichten.
Laat de Koran jou hervormen,
jou verzachten,
jou verheffen.
Moge Allah jouw dagen zegenen,
en ons, jou en allen maken
tot dragers van de Koran –
in hart, woord en daad.