Fadumo Dayib is de eerste vrouw die meedoet aan de presidentsverkiezingen in Somalië. Ze wist dat ze op een dag terug zou keren vanuit de diaspora. Haar verwachtingen ten aanzien van het presidentschap zijn hooggespannen. Zij weet wat haar te doen staat om een land te leiden dat twee decennia lang instabiel is geweest.
Haar koosnaampje is Deeqo, dat ‘voldoende’ betekent en dat haar gegeven werd omdat ze het eerste kind van twaalf kinderen was dat het overleefde. Er werden voor haar elf kinderen geboren die allen stierven aan ziektes die voorkomen hadden kunnen worden. Deze identiteit – het twaalfde kind zijn – ligt aan de wortel van haar motivatie om de mensheid te dienen. Zij heeft haar carrière in eerste instantie opgedragen aan de gezondheid en als het aan haar ligt binnenkort aan het presidentschap.
Minderjarige asielzoeker
Dayib werd geboren in Thika, Kenia, waar haar moeder naar toe emigreerde nadat haar kinderen gestorven waren. Ze werden terug gedeporteerd naar Somalië in 1989. Toen in 1990 de burgeroorlog in Somalië begon, vluchtte Dayib als minderjarige asielzoeker naar Finland. Hier bleef zij 26 jaar van haar leven, maar wel altijd met haar Somalische wortels in haar achterhoofd.
Het leven in Finland, zo maakt ze duidelijk, heeft haar vele privileges gegund die ze waarschijnlijk in eigen land niet had gekregen. Pas toen ze 14 jaar was, kon ze goed lezen en schrijven. Maar het lukte Dayib om een inhaalslag te maken en ze haalde verschillende diploma’s op het vlak van internationale gezondheid, waaronder een diploma van de Universiteit van Harvard. Momenteel werkt ze aan haar proefschrift voor de Universiteit van Helsinki.
“Ik ben die verandering”
Somalië is nog steeds een door mannen gedomineerd land, dus toen Dayib haar deelname aankondigde als presidentskandidaat, konden veel mensen dat niet geloven. Dayib is ervan overtuigd dat zij als president een eind kan maken aan de opstand van Al-Shabaab en de verdeeldheid in het land. Maar niet iedereen deelt dit optimisme.
“Ik zal deze taak op mij nemen, ook al wordt het mijn dood. Ik voel dat het mijn burgerlijke plicht is. Het is onze morele verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat ons land een veilige plek wordt. Ik doe mee als presidentskandidaat omdat de verandering die wij zoeken, in onszelf is. Ik ben die verandering! De puzzel die ik wilde lossen, wachtte eigenlijk op mij. Als ik hier lekker comfortabel in het Westen blijf, gebeurt er niets. Dan sterf ik hier op deze plek en zullen mijn kinderen nooit een land hebben waar ze naar terug kunnen keren.”
Heimwee
Toen zij Somalië verliet, had ze constant last van heimwee en dat was een grote uitdaging voor haar. “Je bent niet op je gemak als je weet dat er iets mist. Hoe langer je weg blijft, hoe sterker het gevoel wordt dat er, ondanks alle uitdagingen en problemen, een plek is waar ik naar terug kan keren. Ik wist alleen niet wanneer dit zou zijn.”
Een andere uitdaging was om te integreren in het land dat ons opving. “Ik kwam uit Somalië in Afrika, en was ook nog eens moslim. Het was een enorme cultuurschok om in een liberaal en koud land terecht te komen met een introverte bevolking. Ik kwam uit een warm klimaat terecht in de kou, van een extraverte stamcultuur in een individualistische gesloten maatschappij en van een plek waar religie boven alles verheven is naar een plek met een atheïstische inslag.”
Beloften waarmaken
Wat kunnen Somaliërs van haar verwachten? “De eerste nacht die ik doorbracht in een Fins hotel, wist ik dat ik veel zou leren. Ik zou alles doen wat binnen mijn vermogen lag om te integreren in deze samenleving met het idee dat ik op een dag dit land zou verlaten om alles wat ik geleerd had mee te nemen terug naar huis. Mensen vragen mij: ‘Wat neem je mee terug?’ Welnu, ik heb geen koffers vol met geld, maar ik kan terugkeren met veel kennis en vaardigheden op zak.”
De huidige president, Hassan Sheikh Mohamud, heeft zich niet aan zijn beloften kunnen houden. Toch doet hij opnieuw mee aan de verkiezingen. “Hij heeft geen enkele belofte waar kunnen maken. Daarmee kunnen we voorspellen hoe het zal gaan als hij opnieuw vier jaar zal regeren. Nu al zien we dat de wetten worden aangepast om de persvrijheid in te dammen. Dat zal alleen maar erger worden de komende vier jaar, waarmee het land kan worden terug geworpen in een burgeroorlog.
Corruptie en terreur
Corruptie ontwricht het land volgens Dayib: “Corruptie ontstaat vanwege het feit dat er geen sterk ontwikkelde werkethiek is. We beschikken niet over een systeem waarbij de leider in dienst staat van de bevolking.” Een tweede probleem is volgens haar de terreur van Al-Shabaab: “Ongeveer 1,5 miljoen Somaliërs leven in de diaspora. In het land zelf zijn ook nog zo’n één miljoen mensen ontheemd. De religie wordt op een verdorven wijze geïnterpreteerd en dat leidt tot onheil en verwoesting.”
Het kan zo niet langer, vindt Dayib. Het belangrijkste wat zij zou doen als president is de dialoog aangaan met de opstandelingen. “Al-Shabaab staat sterk, omdat de regering corrupt is; omdat de regering zijn taak niet verricht; omdat de regering geen veiligheid biedt en het volk niet dient. Daarom neemt Al-Shabaab die rol over en biedt de diensten die de overheid niet biedt. Op deze wijze zijn ze in staat om jonge mensen en zelfs vrouwen te rekruteren, waardoor het land instabiel raakt.”
Vredesonderhandelingen
“Ik wil ze uitnodigen om te onderhandelen over vrede, als zij beloven om de wapens neer te leggen, geen mensen meer te vermoorden en hun banden met het internationaal terrorisme te verbreken. We hebben helaas niet de militaire middelen om tegen Al-Shabaab te strijden. We hebben er ook het geld niet voor, noch de ideologische middelen. Daarom is onze enige kans om met hen aan tafel te zitten en de onderhandelingen te starten. Zij zijn uiteindelijk Somaliërs net als wij. Ze zijn onze broers, onze zonen, onze vaders, het gaat om ons volk. Verzoening is de enige kans om het land vooruit te helpen. Alle andere pogingen hebben gefaald. Zelfs de Afrikaanse Unie is er niet in geslaagd om – met miljoenen euro’s van de EU – het land stabiel te maken.”
Dayib blijft geloven in een vreedzame oplossing voor Somalië. “Ik denk dat het tijd wordt om Somalië niet langer te zien als een bedreiging – als dat zieke kind dat nooit herstelt.” Zij gelooft in een opleving van het Afrikanisme. “De Afrikaanse broeders en zusters zouden hun Somalische broeders en zusters moeten laten weten, dat ze er voor hen zullen zijn, wat er ook gebeurt. Deze sterke boodschap zal zeker resoneren in Somalië. Als mensen hun eigen identiteit kwijtraken en zich gaan gedragen als Arabieren, dan hebben we de strijd verloren op dit continent”
Identiteit kwijtgeraakt
“Mensen herinneren zich nog van vroeger dat Kenia en onze Oost-Afrikaanse buurlanden naar ons toe kwamen, er voor ons waren en ons hielpen. Dat is wat nu ook nodig is. We hebben geen Ethiopische invasie nodig, en ook geen Keniaanse troepen. Somalië heeft juist behoefte aan praktische ondersteuning om het land weer op te bouwen. Het land moet weer gaan functioneren.”
“De religie hoeft geen probleem te zijn. We moeten beseffen dat we Afrikaans kunnen zijn én moslim. Dat is ook wat de geschiedenis ons leert. Ik hoef me niet te kleden als een Arabier, te klinken als een Arabier, of te spreken als een Arabier om moslim te zijn. We zijn een continent dat divers is, dat rijk is aan verschillende culturen en dat moet ook zo blijven. Waarom mag een kind buiten school zijn moedertaal niet gebruiken en moet het Arabisch spreken? Wij hebben geen behoefte aan deze vorm van neokolonialisme.”
Jeugd als belangrijkste kapitaal
Dayib wil het land leiden in een stijl die bij Somalië past. Lokale oplossingen zoeken voor lokale problemen en niet zomaar kopiëren wat de Arabieren of het Westen doen. Ze is ervan overtuigd dat het land op eigen benen kan staan. “Somalië is nog steeds erg afhankelijk van hulp. Niet omdat het land arm is of zelf geen natuurlijke bronnen heeft. Het is arm, omdat we te lui zijn om een goede begroting te maken en omdat we onze natuurlijke bronnen niet strategisch beheren. Somalië is rijk aan natuurlijke bronnen. Het land zit bovenop olie- en gasvelden. We hebben een bloeiende agrarische sector die ondanks de burgeroorlog en alle problemen nog steeds functioneert. We hebben een robuust exportproduct, namelijk ons vee, waarmee we het tweede grootste zo niet het grootste exportland voor het Midden-Oosten zijn op dat vlak. We hebben onze fabrieken die nog altijd produceren. We hebben een rijke vissector. Maar het belangrijkste kapitaal dat we hebben is onze jeugd; 75 procent van de bevolking is jonger dan 35 jaar. Met de juiste opleiding en vaardigheden kunnen we een productief land worden.”
Dit interview is een vertaling en bewerking van een artikel van de website www.okayafrica.com.