“Migrantenvaders zeggen dat ze zielsveel van hun kinderen houden, maar in de praktijk zie je vooral negativiteit. De vaders denken: als je op het positieve focust, wat voor kind krijg je dan?” Abdellah Mehraz kan er in zijn debatten over vaderschap de klok op gelijk zetten. “Deze vraag over positief reageren komt altijd. Het is zeker niet cultuurgebonden, bijna iedere vader loopt ermee.”
“Het antwoord komt ook altijd flink binnen bij de vaders”, aldus Abdellah. “We hadden ooit een hoogopgeleide Afghaanse vader in onze cursus Huiselijk Geluk. Ik kies de namen van mijn cursussen overigens heel bewust, want de manier waarop je problemen benadert, speelt een grote rol. Deze vader koppelde aan ons terug hoe verbaasd hij was over de kracht van beloning en complimenten. Hoe de eerste complimentjes meteen effect hadden en hij zijn zoon zag opbloeien.
Zelf had deze vader als kind altijd maar gehoord dat wat hij deed niet goed was. Bij hem had de hardheid gewerkt, maar bij zijn zoon werkte het totaal niet. Die ging er alleen maar slechter door leren. Ik leg in dit soort gevallen uit dat opvoeding heel erg afhankelijk is van tijd, plaats en cultuur. En dat wat voor de één goed is, dat niet persé ook is voor de ander. Opvoeden lijkt makkelijk en wordt gezien als iets dat je gewoon moet doen. Maar pas als je er midden in zit, weet je hoe moeilijk het is.”
Debatten over vaderschap
De focus op vaderschap is ontstaan in Abdellah’s jeugd. “Ik ben in 1973 in Marokko geboren en kwam naar Nederland toen ik twee jaar was. Maar ik was een moeilijk kind en mijn vader stuurde mij en mijn zus in 1982 weer terug naar Marokko. Ik woonde er bij mijn oma, totdat een paar jaar later ook mijn moeder terugkwam. Mijn vader en oudere broers bleven in Nederland. Ik was een kind van negen en sprak de taal niet.
Mijn vader dacht dat Marokko goed voor mij zou zijn, dat ik wel zou wennen. Maar het was zwaar. Ik had geen vrienden, kende de taal niet en op school werd nog geslagen. Dat leidde tot allerlei problemen, ik dreigde te ontsporen en was op weg richting criminaliteit. Ik ben gered door een groep broeders die naast ons woonde, waar ze op verzoek van onze buurman op zijn huis pasten. Zij hebben veel impact op mij gehad. De kern van de groep was een opa, een vader en een zoon die samen een heel hechte band hadden. Hun geloof was duidelijk belangrijk voor hen. Ze straalden veel positiviteit uit. Mijn moeder was altijd blij als ik daar was, want ik leerde er ook Koran en Arabisch.
Superioriteit
Ik heb pas vier jaar geleden – toen mijn moeder in Marokko stierf door een ongeluk – gezien hoe ook onze familiegeschiedenis een rol speelde. In Marokko is de meerderheid van de bevolking van Berberse afkomst, een klein deel is van Arabische komaf. Ik wist wel dat mijn ouders een soort van gemengd huwelijk hadden. Mijn vader was een echte Berber, uit een familie die het altijd aan de stok had met het landelijk gezag. Mijn moeder is een afstammeling van de Arabieren die eeuwen geleden samen met de joden uit Spanje zijn verjaagd. De Berbers zijn destijds door de Arabieren de bergen in gedreven en nog steeds zijn er enclaves aan de kust waar bijna alleen Arabieren wonen.
Tussen Arabieren en Berbers werd tot voor kort bijna niet gemengd. Dus over mij werd in de familie van mijn moeder gezegd: “Laat die Berber met rust.” Mijn moeder blijkt als enige meisje binnen de familie niet met een Arabier getrouwd te zijn. Ik vind het ongelofelijk hoe lang superieur gedrag blijft doorwerken in families en hoe moeilijk het is om er vanaf te komen. Ik zie nu pas hoe ik onbewust mijn familiegeschiedenis heb geïnternaliseerd, terwijl ik geen woord Berbers spreek.”
Debatten
Abdellah vertelt hoe hij pedagogiek heeft gestudeerd en zich daarbinnen verder specialiseerde in gezondheidsvoorlichting en preventie. “Ik denk in de vorm van methodieken en dingen ontwikkelen. Ik kijk en luister altijd goed naar wat mensen willen. Wat ík denk dat ze nodig hebben, doet niet ter zake. We testen alles uitgebreid en daarbij kijken we niet alleen naar de vaders maar ook naar het effect op de moeders en de kinderen. Voor de debatten hebben we contacten met huizen van de wijk, met kerken en met moskeeën. We leiden onze debatleiders zelf op – we werken met Ghanezen, Turken, Syriërs, Somaliërs, etc. – en voor iedere groep willen we dat de gesprekken geleid worden door een land- of cultuurgenoot.
Het voordeel daarvan is dat de vaders zich begrepen voelen en weten dat hun onuitgesproken gedachten bekend zijn. Daardoor zijn ze tot diepere communicatie in staat. We werken in homogene groepen, zodat de debatleider weet van welke ‘codes’ hij uit kan gaan. Hij gaat in vraagvorm op zoek naar het perspectief van de vaders. Een groepsproces kán een grote druk opleveren en jou als individu aan het twijfelen brengen en doen wankelen. In de debatten ligt daarom de focus op de inhoud van het vaderschap.
Groepsdruk
We gaan naast elkaar staan en met z’n allen kijken naar de mogelijkheden. Vaders leren zo ook dat je het niet met elkaar eens hoeft te zijn. Eigenlijk laten we ze op kleine schaal zien hoe het democratisch proces werkt. Op deze manier in groepsverband werken is ideaal. Na al die jaren weet ik ook dat individuele gesprekken echt niet werken. De mannen zijn gewend aan een wij-cultuur, ze zijn gewend om samen na te denken.
Ik heb bewust voor het debat gekozen als vorm van dialoog. Het voordeel van een debat is dat mannen van competitie houden en graag stelling nemen. Bij onze debatten moeten ze ook hun argumenten noemen. De debatleider is maar een kwart van de tijd aan het woord, de rest van de tijd zijn de vaders aan de beurt. Wij geloven in de kracht van met elkaar praten. Het mooie van een debat is dat je veel langer de aandacht kan vasthouden, zeker als je ook een activiteit toevoegt in de vorm van een spel. De vaders vinden het oprecht leuk om te doen en raadden ons ook aan bij anderen.
Het effect van vaderschap
Als we praten over vaderschap, proberen we te beginnen bij de basis. We vragen de vaders wat hun rol is als vader en wat het effect is van hun vaderschap. Ik durf wel te zeggen dat 90% denkt dat het niet uitmaakt. Ze zien niet hoe belangrijk hun betrokkenheid is. Ze leven nog met het idee dat het hun taak is om het geld binnen te brengen, zodat de kinderen veilig zijn en goed gevoed. De moeders doen de opvoeding. Ze hebben daardoor geen idee hoe ze moeten communiceren met hun kind.
Ik steek zelf veel tijd in de gesprekken met mijn zoon. Toen we het onlangs hadden over geld, heb ik hem meegegeven hoe belangrijk het is om geld niet als doel te nemen. Dat je de kans loopt om je menselijkheid te verliezen als je voor geld dingen gaat doen die je niet wilt. Mijn zoon zet nu als 9-jarige zijn eerste stappen op het pad van acteren en mijn omgeving vraagt me of ik niet bang ben dat hij ‘verdwaalt’. Ik vind dat hij dingen moet kunnen ontdekken en ondertussen praten we veel over wat er allemaal speelt. Mijn rol is om hem te stimuleren. En om hem te leren aanvoelen of er nog balans is tussen hemzelf en zijn omgeving.”
Elkaar aanvullen
Nu de tweede generatie zelf kinderen krijgt, hoor je steeds vaker de discussie over hoe ze de balans kunnen vinden tussen hun geloof en het meedraaien in de samenleving. Heel veel mensen willen dat. Maar ze weten niet hoe. Voor hun gevoel ligt er een grote kloof tussen wat ze van hun ouders hebben meegekregen en wat ze in de Nederlandse maatschappij hebben geleerd. Om daar goed uit te komen, is het nodig dat de vaders opvoeden gaan zien als meer dan alleen verzorgen. Opvoeden is is ook belonen, begeleiden, stimuleren. Het is juist goed als vaders daarin een eigen rol pakken. En dat ze samen met de moeders kijken hoe ze elkaar het beste kunnen aanvullen. Door het huwelijk als teamwork te zien.
Wij gaan in de debatten ook niet de vaders betuttelen. Wij gaan niet zeggen dat mannen meer moeten doen in het huishouden of ook de luiers moeten verschonen. Dat gaat ons niets aan. Wij geven tips over beter leren communiceren. Dat gaat eigenlijk het beste in de vorm van elkaar vragen stellen. Zo kun je op een veilige manier veel vanuit jezelf inbrengen in het gesprek. Vragen zoals: Hoe ben je zelf opgegroeid en hoe waren jouw vader en moeder bezig met de opvoeding? Wat vind jij van jouw rol op dit moment als vader of moeder? Hoe vind jij onze communicatie? Wat hebben we nog nodig samen? Wie kan en wil welke taken op zich nemen?
IJsbergtheorie
We nemen met de groepen verschillende stappen. We praten bijvoorbeeld over opvoeddoelen en wat daarbinnen voor jóu belangrijk is. Ook leggen we de ijsbergtheorie uit. Dat wil zeggen dat je alleen de acties en het gedrag van de ander ziet. De waarden en normen die ook een grote rol spelen zijn niet zichtbaar, maar hebben wel veel gewicht. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. Maar dit is wel waar huwelijken op kapot gaan. Ieder mens heeft een eigen referentiekader en ideeën over de opvoeding. In de meeste huwelijken wordt er gewoonweg niet gepraat over diepgaande zaken. Heel veel gaat vanzelf, afspraken die je maakt gaan over praktische dingen.”
“Op een bepaalde manier vind ik de Marokkaanse gemeenschap soms nog individueler dan de Nederlandse”, zegt Abdellah tot mijn grote verrassing. Hij legt uit: “In de zin van dat ze heel erg op zichzelf zijn geconcentreerd. Het is wel belangrijk dat je de anderen niet vergeet, dat je mede-verantwoordelijk bent voor wat er in de gemeenschap gebeurt. Als jij ergens ervaring meer hebt, kun je dat aan anderen leren. Maar zeker de vaders zien zichzelf in dit opzicht niet als mentor. Ze kijken eerder binnen eigen kring en of dat goed gaat en zeggen ook hardop: ‘Waarom moet ik me met die ander bemoeien?’ Dat heeft ook te maken met de sociale controle. Waar dat in Marokko misschien nog werkt, wordt het hier een heel raar mechanisme. Het slaat door in negatieve bemoeizucht en vooral letten op wat er niet goed gaat.
Bewustwording
Bij de vaders hoor ik als grootste klacht dat als ze thuis komen na het werk, ze overspoeld worden met gepraat. De vrouwen erkennen dat het zo is, dat ze vaak geen geduld hebben en gelijk alles kwijt willen. Ik hou de vaders dan voor dat ze duidelijk moeten aangeven dat ze op dat moment geen tijd of energie hebben. Dat zwijgen en niet reageren olie op het vuur is. Praat erover, leg uit hoe het bij jou werkt en zoek samen naar een oplossing. Blijf ook evalueren door elkaar de vraag te stellen: ‘Hoe vind je dat het gaat en moeten we nog wat aanpassen?’
Met elkaar leren praten is in begin heel moeilijk. Een van onze tips is om elkaar bij deze gesprekken niet in de ogen kijken. Daar is wandelen of in de auto zitten goed voor. Mannen koppelen terug hoe prettig het is om te weten wat voor hun vrouw belangrijk is. Ze zien door de kleine acties die ze nemen dat het werkt. Daarom organiseren we na de zeven bijeenkomsten ook nog een terugkomdag. Vaders geven vooral aan dat het fijn is om te weten wat ze moeten doen in bepaalde situaties.”
Abdellah Mehraz wil in de toekomst ook workshops geven aan biculturele echtparen. Wil je daar informatie over ontvangen, meld je dan aan via info@triaspedagogica.nl.
Prachtig artikel. Alle respect voor Abdellah en de manier waarop hij bezig is.