Hoe is het om als Syrische vrouw in Nederland te wonen? Lees mee met mijn gesprekken met Razan, geboren en getogen in Aleppo. Rond haar dertigste – vóórdat de oorlog in Syrië uitbrak – kwam ze naar Nederland voor een studie aan de TU Twente. Nu zit ze hier ‘vast’ en heeft een verblijfstatus. Hoe gaat zij om met het feit dat ze hier is zonder familie, en dat haar ouders nog in een oorlogszone leven. Razan is dol op nieuwe dingen proberen en ik ben haar gewillige slachtoffer. Over onze allereerste ontmoeting in Den Haag schreef ik al eerder, dit keer gingen we op culinaire tournee!
Den Haag – Culinaire citytour
Ik kijk uit naar mijn derde ontmoeting met Razan. We doen mee aan een project van De Correspondent. Voor Nieuw in Nederland koppelden ze een half jaar lang 350 leden aan nieuwkomers. Ik vind het heftig om naar haar verhalen als nieuwkomer te luisteren, maar zie ook hoe blij zíj is om iemand gevonden te hebben die haar achtergrond als moslima snapt. En misschien nog belangrijker: aan wie ze alles durft te vragen.
De vragenlijst van De Correspondent gaat deze keer over gezinshereniging en het belang van vriendschappen. Het wordt een kleine culinaire citytour door Den Haag. We hebben afgesproken voor Het Binnenhof. We beginnen in Dudok, een grand café beroemd om zijn appeltaart. Het is 3 uur ’s middags en we hebben allebei berehonger. Dus wordt het uiteindelijk linzensoep. Genietend van de warme soep voel ik me opeens intens dankbaar. Ik heb iemand leren kennen die me – zonder dat ze het zelf weet!– op een compleet andere manier laat nadenken over mijn eigen leven. Waarvan ik nu al het gevoel heb dat ik haar een leven lang ken.
Ik voel me opeens intens dankbaar. Ik heb iemand leren kennen die me op een compleet andere manier laat nadenken over mijn eigen leven.
De dag voor onze afspraak, schiet me ineens door het hoofd: zou ze zo zonder directe familie en nog weinig echte vrienden, weleens een cadeautje krijgen? Ik besluit haar te verrassen en maak een mooi tasje gevuld met Nederlandse lekkernijen en Aleppo-zeep, gevonden bij De Tuinen.
Als ze de zeep ziet, wordt ze even stil. Ik zie dat ze met haar hoofd terug is bij zes jaar geleden toen ze haar geboortestad voor het laatst zag. Ze kwam in 2011 voor een studie naar Nederland, maar kon toen nog niet weten dat ze drie jaar later niet meer terug kon. Aleppo is oorlogszone geworden. Beetje bij beetje vertelt ze me over haar familie. Over hoe haar broers en zussen op tijd uit Syrië zijn vertrokken en nu verspreid wonen over de hele wereld. En hoe haar ouders achterbleven.
De afgelopen week heeft ze tussen hoop en vrees geleefd. Ze herkende op een filmpje de straat waar haar ouders wonen en zag dat het huis van de overburen geraakt was. Haar hart sloeg over. Het duurde úren – die wel dagen leken! – voordat ze haar ouders aan de telefoon kreeg. Ik kan aan haar stem horen dat het er flink heeft ingehakt. Je voelt je van binnen verscheurd, denk ik, als je je ouders op afstand in zo’n situatie ziet. Maar ik besef ook, samen met Razan, dat haar ouders blij zijn dat zíj niet in Aleppo is, maar veilig in Nederland.
Het valt me nog eens op hoe anders de liefde voor de ouders tot uiting komt in Arabische families. Waar we in Nederland onze moeders en vaders toch vooral zien als coaches die naast ons staan en ons helpen onze vleugels uit te slaan, ligt de nadruk bij de Arabieren vooral op respect. Met een totaal ander verwachtingspatroon tussen ouders en kinderen tot gevolg.
We leven beiden heel bewust en willen graag uitdragen dat we dames met pit zijn. En treden daardoor regelmatig buiten de gebaande paden.
We zoeken een rustige plek om de vragenlijst van De Correspondent door te nemen. Die vinden we in het leescentrum van de grote bibliotheek in het centrum van Den Haag. We praten over hoe het is om moslimvrouw te zijn. We zitten allebei in een situatie die niet erg normaal is. Ik ben bekeerd, getrouwd met een Arabier en ken de Arabische samenleving van binnenuit. Razan is noodgedwongen in haar tijdelijke studieland blijven hangen en probeert hier nu een eigen plek te maken waar ze zich thuis voelt.
Razan probeert graag nieuwe dingen uit en dus gaan we naar een heuse Oostenrijkse Conditorei. Ze voelt zich op haar gemak in Nederland. Ze groeide op in Aleppo, een miljoenenstad met een zeer kosmopolitisch karakter. Waar veel verschillende geloven samenleefden en er een rijk cultureel leven was. Dat verklaart de mentaliteit die de meeste Syrische vluchtelingen hebben. Het zijn moslims met een compleet andere bagage dan de gastarbeiders die zich in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in Nederland hebben gevestigd. Zij kwamen juist niet uit de grote stad en hadden als achtergrond de geborgenheid van een kleine dorpsgemeenschap.
Ik vertel haar over mijn bewondering voor de tweede en derde generatie gastarbeiderskinderen. Voor de geheel eigen wijze waarop ik zie dat ze hun eigen plek innemen in de Nederlandse samenleving. Er zijn uit hun midden schrijvers opgestaan, acteurs, wetenschappers, artsen. Allemaal delen ze een unieke kijk op de wereld, waarin ze schijnbaar moeiteloos hun twee culturen combineren. En dat is wat Razan en ik herkennen. Mooie nieuwe combinaties maken, dat is de weg die we moeten gaan.