Allah laat ons in Soera Luqman – verzen 12 tot 19 – luisteren naar het gesprek van een vader met zijn kind. Was deze vader met de naam Luqman een profeet? Neen. Een moslim? Neen. Hooguit een man die zelf tot het geloof in één God is gekomen – lang voor de komst van Mohammed ﷺ.
Laten we daar even bij stilstaan. De Koran is de laatste openbaring; het is de allerlaatste keer dat Allah met de mensheid communiceert. De Koran is niet echt een dik boek en bevat vele herhalingen. Waarom is eigenlijk dit laatste rechtstreekse contact tussen Allah en de mensheid zo kort gehouden? Waarom bevat het zoveel herhalingen? En wat is de reden dat Allah een gewone man als Luqman zo eert door hem een plek te geven in de Koran?
De Koran is een les
Wel, Allah ziet dit niet zomaar als wahi (openbaring). Hij zegt over zichzelf: “Allama al Quran – Hij onderwees de Koran.” Het is dus niet een brief of boodschap, maar veeleer een les. Een goede leerkracht zal vaak iets herhalen of door de leerlingen laten herhalen, en hij geeft voorbeelden, tot de leerlingen de les ook echt snappen. Allah doet net hetzelfde in de Koran, keer op keer.
Bedenk nu eens hoeveel gelovigen er zijn geweest sinds Adam عليه السلام. Ontelbaar. En hoeveel vaders hebben er in de hele mensengeschiedenis een man-tot-man gesprek gehad met hun zoon? Daar kan je geen cijfer op plakken, toch? Al die gesprekken waren vertrouwelijk en toch is Allah van al die gesprekken inclusief alle details op de hoogte. Zelfs tussen Luqman en zijn zoon zullen er nog wel andere gesprekken hebben plaatsgevonden, ook goede gesprekken.
Dit specifieke gesprek vindt Allah echter zo fantastisch dat Hij beslist om het voor het nageslacht te bewaren in die allerlaatste openbaring van Hem aan de mensheid, zodat we tot het einde van deze schepping lessen trekken uit dit éne gesprek.
Wijsheid komt van Allah
Het is dus niet zomaar een verhaal. Het feit dat het hier staat, betekent dat het on-ge-loof-lijk waardevol is! Allah onderbreekt zelfs zijn relaas van dit gesprek eventjes om een randopmerking te maken. Dat doe je pas wanneer je zo wordt geraakt door wat je vertelt, dat je er zelf iets over wilt zeggen.
De eerste aya (vers) waarin Luqman (31:12) genoemd wordt, vertelt ons dat hij zijn wijsheid van God heeft gekregen. Luqman was volgens de meeste geleerden geen profeet en hij leefde in een tijdperk waarin er ook geen profeet was van wie hij had kunnen leren. Hij stond overal bekend om zijn enorme wijsheid. Ook vele jaren later nog, in de tijd van onze profeet Mohammed ﷺ was dit het geval.
Daarom vonden de mensen het wel een grappig idee om aan de profeet ﷺ te vragen wat hij dan wel over deze grote niet-moslim figuur te zeggen had. En Allah trok meteen het laken naar zich toe (Vlaamse uitdrukking voor: nam de touwtjes in handen, red.) en bevestigde de grote waarde van iemand naar wie ze opkeken. Alsof Hij zei: ‘Ja, Luqman was een wijs man en Ik (Allah) ben het die hem die wijsheid heeft gegeven! Wat die man heeft gezegd, is zo vervuld van wijsheid dat Ik het zelfs opneem in Mijn Koran!’
Hier leert Allah ons alvast dat je mensen niet afschrijft, dat je hun wijze raad niet negeert, alleen maar omdat ze geen moslims zijn.
Weten wij wat iemand diep in zijn hart gelooft?
Dat zet je ook aan het denken over de vraag wat er na dit leven gebeurt met andersgelovigen… Kun je zomaar zeggen dat ze naar de Hel gaan? Kan dat, als Allah ze wijsheid heeft gegeven, als zij dingen te zeggen hebben die jou tot nut kunnen zijn? Met al zijn kennis van het Arabisch in de Koran en van de sira (de biografie van het leven van de profeet) vindt Nouman Ali Khan alvast dat hij onmogelijk tot een dergelijk besluit kan komen. “Ik kan enkel zeggen dat ik het niet weet. Allah heeft van bepaalde zaken gezegd dat Hij die niet duldt: Hij aanvaardt enkel islam. Maar weten jij en ik wat iemand diep in zijn hart gelooft? Jij en ik kunnen niet weten of wat ze luidop zeggen hetzelfde is als wat ze ook werkelijk geloven.”

De koning van Abessinië was als moslim gestorven.
De koning van Abessinië
Denk maar eens aan de koning van Abessinië, het huidige Ethiopië, ten tijde van de profeet ﷺ. Na zijn dood liet Allah door middel van een openbaring weten aan de profeet dat die koning als moslim was gestorven, en de profeet en zijn gezellen hebben voor hem een janaza (islamitisch dodengebed) voor hem verricht, ook al was hij niet in de buurt. Nochtans wist niemand in zijn christelijke omgeving dit, anders was er zeker een opstand uitgebroken. Officieel was de man een christen, maar Allah heeft ons verteld dat hij diep in zijn hart moslim was.
Geen recht om te oordelen
Van zoveel andere mensen weten we het gewoon niet. Welk recht hebben wij dan om te oordelen? Hoeveel mensen zijn er rondom ons die in één enkele God geloven, die oprecht op zoek zijn naar de waarheid en die uit zichzelf geen shirk (afgoden aanbidden) plegen? Alleen hebben wij er geen benul van. Bovendien is het goed mogelijk dat de enige reden waarom ze níet de stap naar de islam zetten is… dat ze moslims hebben ontmoet…
Jawel, je leest het goed! Er zijn mensen die nooit moslim worden omdat ze moslims hebben ontmoet.
Je vindt hierover zelfs een dua (smeekbede) in de Koran:
رَبَّنَا لَا تَجْعَلْنَا فِتْنَةً لِّلَّذِينَ كَفَرُوا وَاغْفِرْ لَنَا رَبَّنَا إِنَّكَ أَنتَ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ
Onze Heer, maak ons niet tot een voorwerp van beproeving voor de ongelovigen
en vergeef ons o Heer, voorzeker U bent de Almachtige, de Alwijze (Koran, 60:5)
Ticket voor het paradijs
Het is onmogelijk voor ons om te weten hoe ze voor Allah zullen komen te staan. En evenmin kunnen we zeggen: “Ik ga naar djenna (het paradijs), en jij ook. Alhamdoellilah (Goddank), wij hebben ons ticket al in the pocket.” Dat hebben we niet! Als we al niet zeker kunnen zijn over ons eigen lot, hoe kunnen we dan zo gemakkelijk oordelen over dat van een ander?
Laten we het tot onze gewoonte maken om regelmatig te smeken: “Maak me niet tot zo’n slecht voorbeeld dat de mensen die ik ontmoet niets meer met de islam te maken willen hebben.”
Albert Einstein
Een van de vele mooie voorbeelden van wijsheid en een overtuiging die dicht bij de islam ligt, vinden we bij Albert Einstein. Een vriend van Nouman Ali Khan heeft zijn doctoraatsstudie gewijd aan wat Einstein over God heeft geschreven. Jawel, hij was niet alleen de grote geleerde met zijn relativiteitstheorie en zijn wilde haren. Hij dacht ook na over de schepping en God. We weten dat hij verschillende Korans bezat en in zijn thesis toont de vriend van Khan aan hoe mooi Einsteins overwegingen over God aansluiten bij Soera al Ikhlaas. Je raadt het nooit, maar de professoren die zijn thesis moesten beoordelen hebben hem overladen met lof en felicitaties!
De titel van deze studie heb ik jammer genoeg niet gevonden, maar je vindt op het internet veel verwijzingen naar uitspraken van Einstein over God en zelfs de Koran. Zoals deze:
“De Koran is geen boek over algebra of geometrie, maar het is een verzameling van leefregels, die de mensheid leidt naar de juiste weg, op een manier die het zelfs de grootste filosofen onmogelijk maakt hem te ontkennen.” (Albert Einstein, 1879-1955)
In deze serie neemt Mariam ons mee door de lessen die zij geleerd heeft uit de lezingenserie ‘Quran for Young Adults’ van Nouman Ali Khan. Hoofdafb. Piqsels.com
Salaam aleikoum, wat een mooi en inspirerend artikel. Met jouw artikel heb ik nieuwe kennis op mogen doen. Moge Allah swt je belonen met het goede.
Ik vroeg mij af of je de titel van de studie naar Einstein alsnog wilt delen. Ik ben erg benieuwd.
Lieve groet,
Marcia