Het is een vraag die me al lange tijd bezig houdt. Zijn homo’s zo geboren, is het een vrije keuze of worden ze door de maatschappij gevormd? Ik ken verschillende homo’s die zeggen dat ze zich altijd al anders hebben gevoeld. Die gevoelens kan ik toch zeker niet ontkennen? Op mijn zoektocht kwam ik tot verschillende ontdekkingen.
Ten eerste valt op dat homoseksualiteit pas in 1973 door de American Psychiatric Association (APA) van de lijst van psychische aandoeningen is gehaald. En dat na veel rechtszaken het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten pas in 2015 oordeelde dat de afzonderlijke staten het homohuwelijk niet meer mogen verbieden.
Homohuwelijk in Nederland
In ons land is het homohuwelijk sinds 2001 rechtsgeldig. Nederland was daarmee het eerste land in de wereld dat homo’s dezelfde rechten schonk als hetero’s.
Er zijn inmiddels ook kerkgenootschappen die het homohuwelijk aanvaarden. Alhoewel er nog steeds wel een verschil is tussen zegenen en inzegenen volgens de PKN (de Protestantse Kerk in Nederland) in een besluit van november 2018. Het huwelijk tussen man en vrouw wordt ingezegend, terwijl andere verbintenissen ‘slechts’ worden gezegend. En dat het laatste woord er nog niet over gezegd is, blijkt wel uit de ophef over de Nashville-verklaring. Die werd begin januari 2019 door 200 predikanten, predikers en voorgangers van verschillende kerkgenootschappen ondertekend is. Door critici wordt het ook wel het ‘homohaatmanifest’ genoemd.
Tegenstanders van het homohuwelijk in Amerika vreesden dat na homo’s en lesbiennes nu ook pedofielen hun rechten zouden opeisen, omdat ‘ze nu eenmaal zo zouden zijn geboren’. De situatie in Nederland bewijst vooralsnog, dat de veranderende wetgeving niet direct tot dat gevolg hoeft te leiden. Het homohuwelijk heeft in ons land niet geleid tot versoepeling van de wetgeving ten aanzien van pedofielen. Ook is het begrip voor de pedofiel in de Nederlandse maatschappij sindsdien niet toegenomen.
Invloed van de publieke opinie
Er is juist een tegenovergesteld proces aan de gang, zo stelt socioloog en universitair docent Erik van Ree. “De omslag in de publieke opinie mag opmerkelijk genoemd worden. Tot in de jaren negentig leefde onder een aanzienlijk deel van de academische wereld van sociologen, psychologen en psychiaters de opvatting dat het te kort door de bocht zou zijn om te beweren dat seks met volwassenen kinderen per definitie zou beschadigen…Toch kan ik mij niet voorstellen dat de deskundigen op dit gebied in hun hart en masse omgeslagen zijn. Er lijkt eerder sprake te zijn van aanpassing van wetenschappers en opinieleiders aan een geëmotioneerde publieke opinie, dan van voortschrijdend inzicht.”
Saillant detail is dat Van Ree zelf één van de ondertekenaars is van een brief die op 16 april 2014 in de Volkskrant gepubliceerd werd. Daarin werd ervoor gepleit dat de vereniging Martijn voor pedofielen niet verboden zou moeten worden. Maar twee dagen later ontbindt de Hoge Raad de pedoclub alsnog definitief. Omdat de vereniging ‘erop is gericht bij haar leden en anderen die haar website bezoeken, eventuele drempels weg te nemen om seksueel contact met kinderen te hebben, en aldus dergelijk contact te bevorderen,’ aldus de Hoge Raad.
Kritiek op terminologie en tactiek homobeweging
Een heel ander, maar eveneens kritisch geluid naar aanleiding van de uitspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof inzake het homohuwelijk komt van socioloog Shamus Khan van de Universiteit van Columbia. Hij laat zich overigens niet negatief uit over homoseksualiteit op zich. Wel heeft hij kritiek op de terminologie en de tactiek die de homobeweging gebruikt om haar gelijk te halen. Voorstanders van het homohuwelijk vergelijken zichzelf graag met de zwarte vrijheidsbeweging van Afro-Amerikanen die voor haar rechten heeft gevochten. Maar volgens Khan zien ze daarbij hem een groot verschil over het hoofd.
Biologisch determinisme in het verleden
Afro-Amerikaanse activisten hebben de argumenten over genetische en biologische verschillen bestempeld als erfenis van een racistische nazistische wetenschap. Terwijl de voorstanders van het homohuwelijk dit biologische determinisme juist omarmd hebben. Homo- en lesbische activisten hebben het idee dat identiteit aangeboren is namelijk juist gepropageerd en gepopulariseerd.
Homoseksualiteit verklaren als genetisch bepaald is in historisch perspectief zeer pijnlijk. Biologisch determinisme heeft namelijk tot massamoord en grote onderdrukking geleid in het verleden. Het was slechts enkele decennia geleden, dat de genetische verschillen gebruikt werden om massamoorden te rechtvaardigen. Nazi’s experimenteerden op Joden, Roma-minderheden, kleurlingen, homo’s en mensen met een geestelijke beperking, omdat ze deze mensen als minderwaardig zagen. Mensen die niet aan hun normen voldeden, moesten worden uitgeroeid.
Slavenhandel en kolonisatie
Ook de slavenhandel en kolonisatie zijn een goed voorbeeld van het maken van onderscheid met grote, pijnlijke gevolgen die tot vandaag de dag doorwerken. De recente gebeurtenissen in Amerika en de #Blacklivesmatter-beweging (die ageert tegen staatsgeweld tegenover donkere Amerikanen) zijn daar het bewijs van. Pas toen de Europeanen hun gebied wilden uitbreiden, raakten wetenschappers geïnteresseerd in de genetica en het indelen van mensen op huidskleur en lichamelijke eigenschappen.
Ondanks het bittere verleden is de homobeweging juist succesvol aan de haal gegaan met het biologisch determinisme. Seksualiteit is volgens de meeste activisten geen kwestie van vrije keuze. Ze zijn zo geboren: ‘born this way’. Om Amerikanen hiervan te overtuigen, hebben ze een enorme strijd moeten voeren. In 1977, toen de vraag voor het eerst werd gesteld in een opiniepeiling, geloofde slechts 13 % van de Amerikanen dat mensen als homo geboren worden. Het grootste deel van de Amerikaanse bevolking beschouwde homoseks nog als onnatuurlijk en seksuele losbandigheid als pervers.
Zelfs in 1990 geloofde slechts 20 % in het idee van aangeboren seksuele voorkeur. Maar sinds 2011 is dat aantal fors toegenomen en vandaag de dag denkt bijna de helft van Amerikanen dat de seksuele voorkeur van homo’s en lesbiennes bij de geboorte al vast ligt. De steun voor dit idee en de steun voor de invoering van het homohuwelijk houden gelijke tred.
Wetenschappelijk onderzoek
Om mensen zover te krijgen dat ze geloofden dat homoseksualiteit genetisch bepaald is, werd niet alleen de lobby ingezet, maar ook wetenschappelijk onderzoek. De eerste stap werd gezet in 1990 door de neurobioloog Simon LeVay. Hij groef diep in het brein van homo’s en hetero’s die gestorven waren aan aids, in die tijd een ziekte die gezien werd als een ‘homoplaag’.
Eerdere onderzoeken hadden de hersencel INAH3 aangetoond, waarvan de grootte geassocieerd wordt met seksuele aantrekkingskracht onder ratten. Bij de mannetjes is dit gebied vele malen groter dan bij de vrouwtjes, omdat mannelijke foetussen van ratten aan hogere niveaus van testosteron worden blootgesteld dan vrouwtjes. De uitkomst was dat homoseksuele mannen over een kleinere INAH3 zouden beschikken dan heteroseksuelen.
De ontdekkingen van LeVay zetten de toon; ze werden gepubliceerd in 1991 in Science, het eerste wetenschappelijke journaal in de wereld. LeVay waarschuwde later zelf al voor een te overdreven uitleg van zijn werk. “Het is belangrijk om te benadrukken wat ik allemaal níet heb gevonden,” vertelde hij het tijdschrift Discover in 1994. “Ik heb niet bewezen dat homoseksualiteit genetisch bepaald wordt, en ik heb ook geen genetische oorzaak voor homoseksualiteit gevonden. Ik heb niet aangetoond dat homoseksuelen zo geboren worden….”
Bestaat er een homo-gen?
Maar deze uitspraken kwamen als mosterd na de maaltijd. De publiciteit had namelijk zijn effect al gesorteerd. In 1993 publiceerden de geneticus Dean Hamer en zijn collega’s van de US National Institutes of Health de resultaten van hun onderzoek onder homoseksuele broers in Science. Het onderzoek suggereerde dat er zoiets als een homo-gen zou bestaan. Hamer en zijn collega’s zochten naar een genetische basis voor homoseksualiteit en beweerden dat homoseksualiteit van moeder op zoon overgebracht zou worden. Deze ‘conclusie’ is in later grootschalig onderzoek overigens weerlegd: er bestaat niet zoiets als een gen dat bepaalt of je homo of lesbisch wordt.
Lady Gaga
Maar het hek was al van de dam. Homo’s die gedemoniseerd waren en aangevallen werden vanwege de AIDS-crisis, schreeuwden het – begrijpelijkerwijs – van de daken: “Het was niet hun schuld, ze waren ‘zo geboren’.” De woorden ‘born that way’ gingen een eigen leven leiden, van wetenschappelijke bladen naar bewegingen wereldwijd. In 2011 haalde de hit ‘Born This Way’ van Lady Gaga in 23 landen wereldwijd de hitlijsten. Het album met dezelfde naam werd meer dan zes miljoen keer verkocht.
De context speelt een grote rol
“Het probleem is echter”, zo zegt socioloog Shamus Khan, “dat we niet zo geboren zijn. Want behalve de genen die de uitkomsten bepalen, speelt ook de context – normen, waarden, inzichten, armoede en rijkdom – van de omgeving een grote rol.”
Hij noemt onze lichamelijke lengte als voorbeeld. Ons genetisch materiaal bepaalt onze lengte niet alleen, maar doet dit in combinatie met de context van de omgeving waarin we opgroeien. Als onze ouders opgroeien in een ontwikkelingsland, maar wij in de grote stad, zullen wij langer worden dan onze ouders. Dat komt doordat er in de stad genoeg voedsel is en ziekten grotendeels onder controle zijn,
Sociale en omgevingsfactoren en genen bepalen dus samen de uitkomst. Sociale en andere wetenschappers weten dit allemaal heel goed en hebben dit keer op keer aangetoond, ook in relatie tot seksualiteit. Toch dikken wetenschappers de theorie van het biologisch determinisme liever nog wat aan, dan dat ze de homobeweging met degelijke wetenschappelijke bevindingen op de vingers tikken.
Bang voor ‘de bom’
Maar waarom mengen wetenschappers zich liever niet in de discussie over de vraag of homoseksualiteit biologisch bepaald is? Biologen, activisten en geleerden blijven tegen beter weten in volhouden dat homoseksualiteit biologisch bepaald is. Ze gooien liever geen knuppel in het hoenderhok. Sterker nog, ze propageren het idee van biologisch determinisme zo veel mogelijk. De waarschijnlijke reden hiervoor is, zo meent socioloog Shamus Khan, dat ze bang zijn om een bom te leggen onder het fundament van de homobeweging. Want, als seksualiteit niet aangeboren is, wat is het dan wel?
Vrije keuze
Voor velen is het antwoord heel simpel: dan is het een keuze. En als we seksualiteit als een keuze zien, kan dit op politiek vlak veel meer schade aanrichten dan een leugentje om bestwil over biologisch determinisme. Het zou betekenen dat de homobeweging zichzelf zou moeten verdedigen tegen beschuldigingen van immoraliteit. Dan moeten ze beargumenteren waarom hun gedrag afwijkt van het gedrag van pedoseksuelen of bestialisten (mensen die seksuele gemeenschap hebben met dieren). Er lijkt geen tussenweg te zijn tussen de twee uitersten van de gedachte van ‘de vrije keuze’ of ‘het biologisch determinisme’.
Sociale constructie
Maar die tussenweg is er wel, legt Khan uit. “Zowel de biologie van seksualiteit als de sociale natuurlijke omgeving zouden beschouwd moeten worden in het kader van homoseksualiteit. Verlangens kunnen biologisch bepaald zijn, maar de ontwikkeling van de menselijke cultuur in de geschiedenis speelt evenzeer een grote rol.” Homoseksualiteit is volgens hem een sociale constructie, iets dat begon als een gedachte, maar dat uitgegroeid is tot een overtuiging en afspraken in de samenleving.
Toonbeeld van mannelijkheid
In de zestiende eeuw schilderde Holbein koning Henry VIII van Engeland als hét toonbeeld van mannelijkheid. Vandaag de dag dragen mannen ook superstrakke broeken omdat het in de mode is, maar een paar jaar geleden zouden we de koning nog verwijfd noemen.
Mannen en vrouwen zagen een eeuw geleden alles wat de huishouding betrof als typisch vrouwelijk. Tegenwoordig doen mannen nog steeds minder dan vrouwen, maar als ze zich ook niet om de kinderen bekommeren, schieten ze als man duidelijk te kort. Mannelijke vrienden in Noord-Afrika lopen rustig arm in arm over straat, terwijl dit in Nederland al lange tijd als homoseksueel gedrag beschouwd wordt en in het algemeen afgekeurd.
Graven in de geschiedenis
Als de seksuele identiteit aangeboren is, dan zouden we dit moeten kunnen bewijzen aan de hand van voorbeelden uit het heden en het verleden en in verschillende culturen. Als we in het verleden graven, zullen we ontdekken dat homoseksualiteit zeer zelden voorkwam. We zullen wel enkele gevallen van homo-erotiek ontdekken. Of van pederastie – een vorm van pedofilie, voorliefde van de man voor opgroeiende jongens – ook wel knapenliefde genoemd. En meer seksuele uitingen die wij vandaag de dag als zeer ongepast zouden beschouwen.
Volwassen mannen hadden geslachtsgemeenschap met puberjongens, waarbij de jongens de ‘vrouwelijke’ of passieve rol speelden. Deze relaties waren niet alleen beperkt tot seks, maar hielden tevens een morele en culturele opvoeding van de jongens in. Het seksuele aspect van deze relaties hield op zodra de jongens ouder werden.
We vinden meerdere gevallen van knapenliefde in meerdere culturele contexten. Bij de Grieken, de Romeinen, de Moren in Spanje, in sommige gebieden in Italië gedurende de Renaissance, en door de eeuwen heen ook in het Midden-Oosten en in China.
Homoseksualiteit was nooit een levensstijl
Je zou kunnen denken dat een dergelijke gemeenschappelijkheid het bewijs is van een fundamentele biologische drang. Maar dat is niet correct. Het was namelijk niet zo dat de mannen als homoseksueel door het leven gingen; ze hadden ook seks met vrouwen. Verder spelen er ook andere zaken een rol.
Voor de Grieken was pederastie een vorm van morele educatie van jongens. Seksueel contact was daarbij geen vanzelfsprekendheid. Bij de Chinezen was het over het algemeen een vorm van prostitutie. De Romeinen mochten alleen slaven penetreren, en op een overtreding stond een extreem strenge bestraffing. In nagenoeg alle gevallen was seks tussen twee mannelijke volwassenen verboden.
We vinden aldus door de eeuwen heen en op verschillende plekken in de wereld een variëteit aan seksuele gedragingen. Maar we zien nagenoeg nooit homoseksualiteit als een levensstijl zoals we die vandaag de dag kennen. Homoseksualiteit is in feite een uitzonderlijke uiting die typisch is voor de moderne levensstijl in het Westen. Als homoseksualiteit biologisch bepaald is, dan was dit echt wel gebleken uit de geschiedenisboeken.
Doodstraf op homoseksuele handelingen
Onder de aanduiding sodomie waren homoseksuele handelingen sinds de 13de eeuw in Europa een strafbaar feit, waarop de doodstraf stond. Als gevolg van de Verlichting in de 18de eeuw werd deze strafbaarheid in Frankrijk afgeschaft. In de 19de eeuw namen landen als Nederland, België, Luxemburg, Italië, Spanje en Portugal de Franse wetgeving over. Het is pas sinds 1971 dat er in de zedenwetgeving geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen heteroseksuelen en homoseksuelen in Nederland. En pas na het jaar 2000 is de acceptatie van homoseksualiteit in ons land pas echt op gang gekomen.
Zij hebben zich altijd al anders gevoeld
We kunnen er niet omheen dat vele homo’s en lesbo’s zeggen dat ze ‘zich altijd anders hebben gevoeld’. Of dat zij wisten dat ze homoseksueel waren vanaf het moment dat ze zich bewust werden van hun seksualiteit. Is dit geen bewijs van een krachtige biologische drang? “Niet persé”, meent Khan, “want dat kan niet los gezien worden van het idee dat seksualiteit wordt bepaald door zowel biologische als sociale factoren.”
“De enige biologische gemeenschappelijkheid, als er al één is, is die van seksuele lust. De manier waarop die lust geuit wordt en wat het betekent, verschilt per plaats en periode. Dit betekent dus dat seksualiteit een fysieke behoefte is waarvan de uiting een sociale constructie betreft.”
Sociale constructie is echt
Toch moeten we niet denken dat het makkelijk is om een sociale constructie te veranderen, of dat het niet echt is. De mens heeft namelijk ook de romantische liefdesrelatie geconstrueerd, oftewel zelf bedacht. Niet dat zo’n relatie dan minder echt of minder belangrijk is. Voor ons in het Westen zijn onze gevoelens echt en oprecht, maar het komt voort uit de enorme invloed van onze omgeving. We worden op allerlei manieren overgoten met de romantische liefde, zowel via de films, als in de literatuur en zelfs in schoolboeken. Vijftig jaar geleden waren verstandshuwelijken in Nederland echter nog doodnormaal. Dat realiseren we ons vaak niet.
“In feite zijn biologische aspecten zelfs makkelijker te veranderen dan sociale aspecten,” zegt Khan. “We kunnen onze haarkleur veranderen, haar toevoegen of afscheren. Om slanker te worden kunnen we afvallen of spieren kweken om er sterker uit te zien. We kunnen ons uiterlijk verfraaien, waardoor we er jonger uitzien. Maar sociale constructies zijn veel lastiger om te veranderen. Omdat we daarvoor vele mensen moeten overtuigen die bereid zijn geweest zich aan te passen aan de plaats waar en de gemeenschap waarin ze leven. Denk alleen aan de slavernij en de gevolgen ervan, die voortduren tot aan vandaag de dag, en we begrijpen dat het heel veel tijd en moeite kost om een sociale constructie te veranderen,” aldus Khan.
Verschuivingen in sociale constructies
Toch veranderen ook sociale constructies. Er treden constant verschuivingen op, die we bijna niet kunnen waarnemen. Zo heeft het veel tijd en inspanningen gekost om de publieke opinie te overtuigen dat homoseksualiteit aangeboren is. Deze ontwikkeling werd al in gang gezet aan het eind van de negentiende en werd in de twintigste eeuw versneld door de aidsepidemie. Toch is het moeilijk om vast te stellen, wat en wie het proces precies hebben beïnvloed.
Discussie over grenzen
“Als seksualiteit niet alleen biologisch bepaald is, maar ook aan verandering onderhevig is, dan kunnen we beargumenteren welke seksuele praktijken we als samenleving wel of niet normaal vinden”, bepleit Khan. “Deze discussie voeren opent wel de deuren voor de conservatieven onder ons, die homoseksualiteit streng zullen veroordelen. Maar de vraag is of dat erg is. Zouden we niet beter in alle openheid en op basis van zuivere argumenten moeten kunnen discussiëren en niet op basis van veroordelingen en leugentjes om bestwil?”
Als moslim moeten we niet wegkijken alsof het ons niet aangaat. Ook in de moslimgemeenschap worstelen jonge mannen en vrouwen met homoseksuele gevoelens. Doorgaans worden de heteroseksuele escapades van jonge moslimmannen door de vingers gezien. Terwijl dit islamitisch gezien net zo goed ontucht is en dus een zonde betreft. Ook dát is dus een sociale constructie! Laten we daarom op openhartige wijze in gesprek gaan met onze eigen kinderen en onze jongeren over homoseksualiteit en seksualiteit in het algemeen.
Goed artikel. De uiting van sexuele gevoelens heeft inderdaad sociale, maar ook psychologische drijfveren. Eenmaal een sexuele praktijk tot stand komt, ontstaat er neuronale gedragspatronen. Omdat wij gewoontedieren zijn, kan het heel moeilijk worden om van deze patronen af te geraken.