Soms wantrouw ik iemand of heb ik aannames en zijn die onterecht. Soms laat ik me toch verleiden om een oordeel uit te spreken over iemand. Op het moment dat ik het doe, voel ik al wroeging. Ik moet echter niet blijven hangen in schuld en schaamte. Ik kan altijd berouw tonen en vergiffenis vragen aan Allah, want niemand is perfect en vrij van zonden.
Berouw in de Koran
Berouw is een thema dat regelmatig terugkeert in de Koran en er is zelfs een hele soera naar genoemd, namelijk soera 9 (at-Tawbah). Allah is at-Tawwaab (De Vergevingsgezinde of Berouwaanvaardende) en Hij nodigt ons uit om spijt te betuigen als we een zonde hebben begaan zodat Hij ons kan vergeven.
Allah سُبْحَانَهُ وَ تَعَالَى (Geprezen en Verheven is Hij) roept ons op om tot hem te smeken zodat Hij onze smeekbeden kan verhoren. Hij herinnert ons er constant aan dat Hij Ar-Rahman is, de meest Barmhartige, At-Tawwaab, de Vergevingsgezinde, Al Afuw, de Uitwisser van zonden. En toch lijkt het erop dat we een innerlijke strijd voeren waarbij we het lastig vinden om weer overeind te krabbelen als we gevallen zijn.
Allah zegt in de Koran:
“Weten zij dat het Allah is die berouw aanvaardt van Zijn dienaren en hun liefdadigheid en dat het Allah de Vergevingsgezinde en Barmhartige is? ” (Koran, 9:104)
Grote voorjaarsschoonmaak
Ik bedacht me dit jaar aan het begin van de Ramadan: wat zijn eigenlijk de woorden en daden waar ik het afgelopen jaar echt spijt van had? Wat waren de motieven die daarachter lagen en welk innerlijk werk heb ik nog te doen? Wat als ik die reflectie zou doen als een jaarlijks terugkerende grote voorjaarsschoonmaak?
Ik herinner me nog vroeger op de boerderij dat we met mijn moeder samen alles buiten gingen zetten en hangen. Alle kasten werden van binnen en buiten schoongeboend en in de was gezet, alle hoeken en gaten afgestoft, vloerkleden kregen een klopbeurt met de mattenklopper, kleding werd buiten in de zon gehangen, alle gordijnen gewassen en het meubilair van de muur gehaald om de spinnenwebben erachter te verwijderen. Zo kan ik mijn hart ook een flinke schoonmaakbeurt geven, want ook mijn hart heeft met enige regelmaat onderhoud nodig.
Ik weet ook dat ik niet al te grondig of te fanatiek moet poetsen en boenen. Dat ik niet hoef te streven naar perfectie en het bij kleine, haalbare doelen mag houden die ik vol kan houden. Ik mag mijn eigen mentor zijn, mezelf aanmoedigen, mild zijn voor mezelf en er rekening mee houden dat het leven elk moment hard kan toeslaan.
De illusie van perfectie
In deze tijd lijkt alles gericht op perfectie. Social media en de samenleving vertellen ons dat we onze imperfecties moeten verbergen en verdoezelen. We moeten ons voordoen alsof we volmaakt zijn; daarbij filteren we niet alleen onze foto’s, maar ook onze levenservaringen; we posten alleen over wat we bereikt hebben in het leven en wat allemaal zo leuk is aan ons leven. Maar de rauwe realiteit verbergen we.
Precies om deze reden heb ik dit jaar vlak voor de Ramadan al mijn social media op non-actief gezet. Dat ik gestopt ben, leverde mij overigens behalve rust ook een ansichtkaart van een correspondentievriendin van vroeger uit Friesland, waardoor ik me realiseerde hoe fijn het is om een met de hand geschreven persoonlijk bericht van iemand te ontvangen.
Faalangst of angst voor afkeuring en afwijzing
Het streven naar perfectie zit in ons allemaal. Toen ik me bekeerde, kreeg ik het gevoel dat ik de ideale moslima, echtgenoot, moeder, professional, collega, vriendin én familielid moest worden. Het is nogal wat, wat je dan van jezelf vraagt. En als je je zo perfect gaat gedragen, moet je niet verontwaardigd reageren als mensen dat vanzelfsprekend vinden en te veel van je verwachten. Maar verontwaardigd was ik wel!
Zelf ben ik in mijn jeugd niet bedreigd met het hellevuur als ik een foutje maakte, maar alsnog streefde ik wel naar de goedkeuring van mijn ouders. Ik heb dus niet zozeer last van faalangst, maar ben eerder bang voor afkeuring en afwijzing. Het gekke is dat ik in mijn werkzame leven telkens pittige uitdagingen op zoek waarbij ik niets anders kan dan falen. Het is dus heel logisch dat ik de fout inga, maar ik heb er moeite mee dat anderen dit dan kunnen zien en benoemen waar anderen bij zijn.
Mijn grootste criticus
Uiteindelijk ben ik zelf mijn grootste criticus. Zowel op het werk als privé. Ik sta bijvoorbeeld zo vaak ongeconcentreerd in het gebed dat ik me geregeld afvraag in hoeverre Allah mijn gebeden afkeurt en ik voor niets bid. Ik begin telkens vol goede moed, maar bij het neerbuigen ben ik vaak alweer vergeten welke soera ik gereciteerd heb. En als ik weer opsta, weet ik niet meer hoeveel rakaat (gebedseenheden) ik al heb gebeden.
Ik weet nog goed toen ik de volgende hadith voor het eerst las en besefte dat dit een beschrijving van mij was (of zou kunnen zijn): “Menigeen die vast in de Ramadan zal alleen maar honger en dorst aan het vasten overhouden; en menigeen die in het nachtgebed staat, zal er alleen maar een slapeloze nacht aan overhouden.” (Ibn Majah)
Oordelen over iemand anders
Nog een ander voorbeeld. Ik betrap mezelf wel eens op het hebben van een oordeel over moslima’s die wel een hoofddoek dragen, maar tegelijkertijd ook lippenstift, mascara en foundation gebruiken. Of dat ze een hoofddoek dragen en daaronder een superstrakke broek aan hebben waarbij je de vormen goed af kunt lezen. Ik heb dan last van plaatsvervangende schaamte en denk: “Beter doe je wijde kleding aan en je hoofddoek af.”
Maar als ik stilsta bij deze uitspraak of gedachte: wat zeg of denk ik dan eigenlijk? Zeg ik dan dat deze moslima niet goed genoeg is, niet de perfecte hijabi (hoofddoekdraagster) is en dat ze er beter helemaal maar van af ziet? Zo van: je doet het goed, of je doet het niet? Dit is precies het narratief dat Shaitan ons influistert in onze oren. Als we deze gedachte voeden, steunen we niemand minder dan Shaitan in zijn missie om ons allemaal mee te sleuren zoals hij Allah bezworen heeft:
Hij zei: “Bij Uw macht, dan zal ik ze zeker allen (proberen te) misleiden. Behalve Uw (gelovige) dienaren die oprecht in hun aanbidding zijn.” (Koran, 38:82-83)
Allah houdt van degenen die spijt betuigen
Shaitan geniet ervan om ons in te fluisteren dat we het niet waard zijn om vergeven te worden, dat we niet goed genoeg zijn en niet genoeg ons best doen. En dat daardoor Allah vast ontevreden over ons is. Er ontstaat een diep innerlijk conflict als je denkt dat je niet capabel genoeg bent, dat je toch weer zult falen, dat je vast weer de fout zult ingaan. Het kan ertoe leiden dat je uiteindelijk uit hopeloosheid of wanhoop opgeeft.
Maar net zoals onze voorouders Adam en Eva spijt hadden en Allah om vergeving vroegen, moet ik ook niet bij de pakken neerzitten. Allah houdt ervan dat ik spijt heb én spijt betuig. Dat ik op iemand afstap en mijn excuses aanbied over mijn aannames of oordeel. Dat ik Hem om vergeving vraag als ik de neiging heb te oordelen. Hij wacht op mijn tawbah. Hij weet dat ik niet perfect ben.
De tekenen in de natuur
Wat mij ook helpt om de hoop niet te verliezen, is het kijken naar de tekenen van Allah in de natuur om daar lering uit te trekken. De lente is begonnen. Alles om ons heen moedigt ons aan om opnieuw te beginnen, om opnieuw geboren te worden: de bloemen ontluiken, de bladeren groeien terug aan de bomen en de lammetjes dartelen alweer rond in de wei.
Ook wij kunnen opnieuw geboren worden. We kunnen zelfs elke dag opnieuw geboren worden en met een schone lei beginnen. Net zoals de natuur ontwaakt, kunnen wij ontwaken. Diep inademen, de geur van het bos opsnuiven, alle zintuigen gebruiken om spiritueel op te laden.
De beste zondaars zijn die vaak berouw tonen
Met de wind van de Ramadan in de rug en de lente die net begonnen is, is dit de perfecte tijd om door te gaan met de kleine stappen die ik heb gemaakt in de vastenmaand. Om tegelijkertijd kritisch én mild te zijn naar mezelf. Om regelmatig tawbah te tonen. De Profeet Mohammed ﷺ herinnert ons eraan in de volgende prachtige overlevering:
“Al de zonen van Adam zijn zondaars, maar de beste zondaars zijn degenen die vaak berouw tonen.” (sunan at-Tirmidhi, Ibn Majah)