Van onze correspondent in Oran
Hier in Algerije horen we bijna wekelijks over zware ongelukken in het verkeer. Dat komt niet eens doordat de Algerijnen rijden als gekken, maar vooral door de verouderde infrastructuur, de te smalle wegen voor teveel auto’s, de slechte kwaliteit van het wegdek en het gebrek aan toezicht door de politie. Ook veel spoorwegovergangen zijn nog onbewaakt, dus je hoort geregeld dat er weer een auto geschept is door een trein; niet zelden met dodelijke afloop voor de inzittenden, vaak hele families tegelijk.
Op de weg doet iedereen maar wat; de wijsheid achter het principe dat je alleen links mag inhalen is nog niet bij iedereen doorgedrongen. Als er een file ontstaat, neemt men net zo makkelijk de vluchtstrook als extra baan erbij. Met als gevolg dat de eventueel langszijkomende ambulances door de midden-of zijberm moet rijden. Dan merk je wel dat je als Nederlander gewend bent aan een veel hoger organisatieniveau in het verkeer. De regels worden beter gevolgd, niet omdat Nederlanders nou zulke nette mensen zijn, maar juist doordat de pakkans groot is en je flink pijn in je portemonnee voelt na een overtreding.
Jezelf redden
Ik moest hier aan denken toen ik een mooc – dat staat voor: massive open online course – volgde via Coursera, een soort open universiteit via internet. Het onderwerp was Orgology, een wetenschap die organisaties ziet als antwoord op een bepaald probleem dat speelt in de maatschappij. Ik besefte opeens dat Algerije in mijn beleving misschien zo leeg en “karig” aanvoelt omdat er zo weinig organisaties zijn. Problemen werden vroeger natuurlijk gewoon binnen de familie, het dorp of de clan opgelost, maar nu veel mensen naar de stad zijn getrokken, is er opeens een vacuüm ontstaan.
Wanneer een maatschappij stilstaat, gaan juist de knappe koppen hun heil ergens anders zoeken
Omdat er bovendien binnen de bestaande organisaties veel corruptie heerst, wordt het jezelf redden belangrijker dan het uitvoeren van de benodigde taken. Het is een vicieuze cirkel, waarin de lage organisatiegraad ontwikkeling tegenhoudt. En wanneer een maatschappij stilstaat, gaan juist de knappe koppen hun heil ergens anders zoeken. Gelukkig keren steeds meer jonge intellectuelen met Algerijnse roots terug naar hun vaderland en is er een voorzichtige vooruitgang.
Franse tijd
De Algerijnse president Bouteflika heeft goed gezien dat vernieuwing van de infrastructuur daarvoor een belangrijke voorwaarde is. Hij heeft gezorgd dat de grote zesbaans-snelweg van Oost- naar West-Algerije werd aangelegd. Tien jaar geleden reed iedereen nog op de oude tweebaanswegen uit de Franse tijd, wat nu al bijna onvoorstelbaar is. Tot nu toe heeft men buitenlandse investeerders buiten de deur gehouden door strenge vestigingseisen in te stellen. Het meerderheidsaandeel van een fabriek of onderneming moet bijvoorbeeld altijd in handen zijn van iemand met de Algerijnse nationaliteit. Dat is logisch als je niet wil dat je land wordt leeggeplunderd door nietsontziende multinationals. Maar tegelijkertijd blijft daardoor wel de rijke elite in tact die het land nu bestuurt; zij hebben vrij spel. Voor de gewone Algerijn is het alsof je door de kat of door de hond gebeten wordt. ‘Mohammed met de pet’ trekt toch altijd aan het kortste eind. In een chaotisch land als Algerije is het daarom extra belangrijk om als mens je eigenwaarde te behouden. Misschien is daarom wel bij veel jongeren de drang zo groot om terug te gaan naar de basis van de islam.
Geuren en kleuren
Je ergens thuis voelen blijkt moeilijk onder woorden te brengen. Ik heb me in ieder geval vergist in hoeveel invloed geuren, kleuren, klanken en smaak hebben op je onderbewuste. Zo voelt de warme dikke deken die de lucht hier in de zomer wordt voor mij nog steeds erg oncomfortabel. Ook het licht is in Algerije veel feller, en dus de contrasten tussen licht en donker sterker. Je moedertaal om je heen horen gaat ook dieper dan alleen het geluid van bekende klanken. Het is de enige taal die totaal geen moeite kost en waar je je optimaal in kan uitdrukken. Ik merk het regelmatig aan mijn dochter die bijna uitsluitend Algerijns met haar vader spreekt, maar opeens bij een ingewikkeld onderwerp op haar moedertaal Nederlands overschakelt. Bij smaak blijkt de omgeving heel bepalend. Pindakaas op een Algerijns platbrood smaakt echt anders dan in Nederland. Alhamdoelillah…want als het overal op aarde hetzelfde wordt, valt er niets meer te ontdekken.
Foto – Flickr.com / Ioannis Lelakis