Toen de Londenaren Sadiq Khan als hun burgemeester kozen in 2016, waaide er een frisse wind in het debat over de plek van islam en moslims in Groot-Brittannië. Ineens was er weer aandacht voor de verhalen van Britse aristocraten die in het verleden voor de islam hadden gekozen. We hebben het over de Victoriaanse moslims.
Lady Evelyn Cobbold werd moslim in 1933, toen ze 65 jaar oud was.
Brits Rijk
Britse en Ierse aristocraten
In 1913 schreef de krant the Daily Mirror in antwoord op de bekering van Lord Headley een artikel met de kop ‘Ierse tijdgenoot bekeert zich tot de islam’. ‘Dat de aantrekkingskracht van oosterse religies een toenemend aantal Europeanen beïnvloedt, wordt opnieuw aangetoond door de aankondiging van Lord Headley, een Ierse tijdgenoot die jaren in India verbleef, dat hij moslim is geworden,’ vermeldt het artikel.
Net zoals Headley waren vele van de vroege Britse bekeerlingen jonge aristocraten of kinderen van de elite van rijke handelaren of van geestelijken. Sommige waren onderzoekers, intellectuelen en hooggeplaatste ambtenaren die in moslimlanden onder Britse koloniale heerschappij gewoond en gewerkt hadden.
Imperialisme roept vragen op
De verhalen van deze bekeerlingen weerspiegelen volgens professor Humayun Ansari, van de universiteit van Londen, behalve de turbulente tijden waarin zij leefden ook hun levensvragen over de zin van het bestaan. “De bloedbaden en chaos van de Eerste Wereldoorlog, de opkomst van de feministische beweging en het imperialisme van de Britten riepen vragen op,” zo legt Ansari uit.
“Hadden de Britten en andere westerse landen wel het recht om te heersen over andere volkeren? In vele gevallen leefden zij (die bekeerden) in een onrustige wereld. Ze zagen de verschrikkelijke slachtpartijen van de Britten in Soedan, in Afghanistan en later in Europa, met legers en regeringen die beweerden dat God aan hun zijde stond.”
“Ze ervoeren de vrede, de spiritualiteit en de eenvoud van de islamitische samenlevingen en dit had een enorme aantrekkingskracht op hen,” voegt Ansari toe.
Vrede, broederschap en universele waarden
Deze verhalen wijzen naar een tijdperk waarin een totaal ander licht op de islam geworpen werd in het Westen dan vandaag de dag vaak het geval is. Deze geleerden, reizigers en spirituele onderzoekers richtten in tijden van grote onrust en conflict hun blik op het Oosten en zagen in het islamitisch geloof, zoals Lord Headley het verwoordde ‘vrede, broederschap en universele waarden’.
Ook al zijn dit mensen uit het verleden, hun persoonlijke zoektochten en hun vragen om de islam te begrijpen, tonen aan dat hun vragen, waarvan wij denken dat ze zo bij deze tijd passen, ook al een eeuw geleden gesteld werden.
Hier zijn enkele verhalen van de Britse Victoriaanse moslims:
William Quilliam (1856-1932)
‘Als wij in beschouwing nemen dat islam zo geïntegreerd in het Britse Rijk en dat miljoenen moslimonderdanen onder dezelfde heerschappij |
Eén van de meest spraakmakende bekeerlingen was William (later Abdullah) Quilliam, de zoon van een prominente prediker van de Methodistenkerk en horlogemakermagnaat in Liverpool. Quilliam werd geboren in 1856 en bekeerde zich in de begin jaren tachtig van dezelfde eeuw. Hij had op 17-jarige leeftijd door Marokko, Tunesië en Algerije gereisd, op zoek naar een warm klimaat om te herstellen van een ziekte.
Benoemd tot leider van de Britse moslims
Quilliam raakte gefascineerd door het islamitische geloof en verdiepte zich er in door het te bestuderen. Hij bekeerde zich in Marokko, keerde terug naar Liverpool en promootte het geloof onder zijn aangenomen naam Abdullah Quilliam.
Hij was nog geen 30 jaar oud en een gekwalificeerd advocaat, toen hij de eerste moskee in Groot-Brittannië opende op eerste Kerstdag in 1889 in Liverpool. En in 1894 werd hij tot leider van de Britse moslims benoemd door de laatste Ottomaanse kalief, sultan Abdul Hamid II. Quilliam schreef boeken met als doel het islamitische geloof te introduceren onder de Britse bevolking, waarvan hij een kopie stuurde aan koningin Victoria. Van haar is bekend dat ze het gelezen had en verschillende kopieën voor haar kinderen vroeg.
Quilliam stierf in Londen in 1932 en werd begraven op de islamitische begraafplaats van Brookwood, waar andere prominente Engelse moslims begraven liggen.
Lady Evelyn Cobbold (1867-1963)
Het was Lady Evelyn, later Zainab, Cobbold die een van de laatste van de Victoriaanse aristocraten was die zich tot de islam bekeerden. Ze werd geboren in 1867 in Edinburgh, Schotland als dochter van de zevende graaf van Dunmore. Lady Evelyn voelde zich net zo thuis in de modehuizen van Mayfair en Parijs als in afgelegen tentenkampen in de Libische woestijn. Ze stond bekend als een sportvrouw, een jager en schutter.
‘Het was mijn grootste plezier om te ontsnappen aan mijn gouvernante en de moskeeën te bezoeken samen met mijn Algerijnse vrienden, en onbewust was ik in mijn hart een kleine moslim,’ schreef Lady Evelyn Cobbold. |
Ze was 65 jaar oud toen zij in 1933 haar bekering bekendmaakte en zij was de eerste westerse vrouw die de Hadj, de bedevaart naar Mekka verrichtte. Zij schreef de bestseller Pilgrimage to Mecca, waarin zij haar ervaring deelde met het Britse publiek.
Toen zij op 96-jarige leeftijd in 1963 stierf, liet zij instructies achter dat op haar grafsteen op de heuvels van Inverness in Schotland, de tekst ‘Allah is het licht van de hemelen en de aarde’ zou staan.
Ontmoeting met de Paus
Haar jeugd bracht ze grotendeels door in Algiers en Cairo, waar ze werd grootgebracht door moslim nanny’s. Later schreef ze daarover dat zij zich altijd al en vanaf haar vroegste herinneringen moslim had gevoeld, maar dat ze haar geloof pas verkondigde tijdens een persoonlijk audiëntie met de Paus. Ze beschrijft deze ontmoeting in haar boek Pilgrimage to Mecca:
“De jaren gingen voorbij en ik verbleef op een dag bij Italiaanse vrienden in Rome toen mijn gastheer vroeg of ik de Paus zou willen bezoeken. Natuurlijk was ik verheugd. Toen Zijn Heiligheid ineens het woord tot mij richtte en vroeg of ik katholiek was, aarzelde ik een moment, waarna ik zei dat ik een moslim was. Wat mij in Gods naam bezielde, dat weet ik niet, want ik had jaren lang geen aandacht meer geschonken aan de islam. Een lucifer werd afgestoken, en het was daar en toen dat ik besloot om het geloof verder te bestuderen.”
Rowland Allanson-Winn (1855-1935)
Rowland Allanson-Winn, beter bekend als Lord Headley, zou de eerste moslim zijn geweest in het Britse Hogerhuis toen hij de positie van vijfde Baron Headly kreeg in 1913, was het niet dat hij zich in hetzelfde jaar tot de islam bekeerde en zich sheikh Rahmatullah al-Farooq noemde. Een jaar later, in 1914, werd Lord Headley de leider van de British Muslim Society.
‘Het is mogelijk dat sommige van mijn vrienden zich inbeelden dat ik ben beïnvloed door de ‘Mohammedanen’, maar dat is niet het geval. Mijn overtuigingen zijn slechts een uitkomst van jarenlange overdenkingen,’ schreef Lord Headley, die de naam Sheikh Rahmatullah al-Farooq aannam toen hij moslim werd in 1913. |
Hij was geboren in Londen in 1855 en ging naar de Westminster School en later het Trinity College in Cambridge. Hij groeide op als een protestant, voordat hij het katholicisme bestudeerde tijdens zijn verblijf op het landgoed van de familie in Ierland. Als geslaagd ingenieur, vroege pionier in de martial arts, reiziger en journalist werd de Engels-Ierse aristocraat beschouwd als een man van de Victoriaanse Renaissance.
Religie van tolerantie
Hij hoorde voor het eerst van de islam in Kashmir toen hij midden jaren negentig voor de Britse Raj (heerser) in India werkte. Hij zag in dat de islam een religie van tolerantie was en bestudeerde het geloof, toen hij voor de Eerste Wereldoorlog terugkeerde naar Engeland. Dit deed hij samen met zijn mentor, de prominente Indiase advocaat en islamitisch geleerde Khwaja Kamal-ud-Din.
Lord Headley was zondermeer een excentrieke man. Time Magazine omschreef hem destijds als ‘een veelzijdig man, een kampioen middengewicht bokser in zijn dagen in Cambridge, een onderscheidend globetrotter, een redacteur en een excellent verteller’.
Martial arts
Hij was één van de eerste vertegenwoordigers van wat we vandaag de dag kennen als de martial arts. In 1890 was hij Lord Headley de co-auteur van de eerste handboeken over zelfverdediging en later schreef hij ook gidsen over boksen.
In 1923 verrichtte hij de bedevaart naar Mekka. Toen hij op zijn sterfbed lag in juni 1935, schreef hij een korte notitie aan zijn zoon met een laatste verzoek om te worden begraven op een islamitische begraafplaats.
Marmaduke Pickthall (1875-1936)
Muhammed Marmaduke Pickthall was een Engelse geleerde en zoon van een Anglicaanse geestelijke. Voordat hij moslim werd reisde hij veel rond en bestudeerde en werkte hij op verschillende plekken in India en het Midden-Oosten.
‘Elk mens moet het met zijn eigen ogen zien en niet met die van een ander. Mensen zijn zoals je ze aantreft, goed of slecht. Ze veranderen onder invloed van ieders visie, maar blijven toch hetzelfde,’ schreef Muhammed Marmaduke Pickthall over zijn bevindingen op zijn reizen door het Midden-Oosten. |
Vertaling van de Koran
Hij was tevens een succesvolle romanschrijver en kon D.H. Lawrence, H. G. Wells and E. M. Forster tot zijn fans rekenen. In het jaar 1917 bekeerde hij zich tot de islam en publiceerde een moderne Engelse vertaling van de Koran, die later goedgekeurd werd door de beroemde Azhar universiteit in Cairo en tot op heden erkend wordt als standaardwerk. Toen hij zijn werk publiceerde, werd zijn werk in de literaire bijlage van de Times geprezen als ‘een grote literaire prestatie’.
In het voorwoord van zijn vertaling, die hij de titel The Meanings of the Glorious Quran gaf, schreef Pickthall: ‘ …De Koran kan niet vertaald worden….Het boek wordt hier bijna op een literaire manier weergegeven en elke poging is ondernomen om passende taal te kiezen. Maar het resultaat is niet de Glorieuze Koran, de niet te imiteren symfonie, de werkelijke geluiden van wat mensen tot tranen en extase brengt. Het is slechts een poging om de betekenis van de Koran te presenteren en misschien iets van de bekoring in het Engels over te brengen. Maar het kan nooit de plaats van de Koran in het Arabisch overnemen, noch is het een poging om dit te bereiken….’
Klasgenoot van Winston Churchill
Als kind was Pickthall een klasgenoot en vriend van Winston Churchill op de Harrow Public School. Verder was hij een begunstigde taalwetenschapper, beheerste hij meerdere talen, waaronder het Arabisch, en beschouwde hij zich zelf niet langer als Brit, maar als moslim ‘van het Oosten’.
Hij stierf in Cornwall in 1936 en werd begraven op het islamitische begraafplaats van Brookwood, Engeland.
Bron en afbeeldingen: Al Jazeera, pixabay