Als jong meisje logeerde ik vaak bij mijn opa en oma in Ede, op de Veluwe. Opa en Oma waren trouwe leden van de Christelijk Gereformeerde Kerk. De vrouwen maakten tijdens de lange wintermaanden allerlei mooie hand-, brei-, haak- en borduurwerk. Vervolgens werden – in het voorjaar – deze handwerken tentoongesteld en verkocht tijdens een bazaar in de kerk; ook werden er allerlei koekjes en taarten gebakken. De opbrengst ging naar de kerk of naar de armen. Als kind vond ik het ontzettend leuk om daarbij te helpen.
Nu anno 2108 ben ik – in onze woonwijk – alweer jaren voorzitter van een studiehuis voor vrouwen in onze soefi geloofsgemeenschap. En ook wij organiseren ieder voor- en najaar een bazaar, met een bijna dezelfde doelstelling als destijds de vrouwen van de kerk in Ede. Grappig hoe dingen zich kunnen herhalen in het leven.
Winternijverheid en vrijgevigheid
Vooral in de winter borduren, haken en breien de vrouwen. In Tokat zijn er zes studiehuizen en onderling wordt er een wedstrijd georganiseerd. Welk studiehuis heeft de mooiste dingen gemaakt? Wat zijn Turkse vrouwen fanatiek als het gaat om de beste te zijn! Dat wedstrijdelement hoeft voor mij niet zo, maar het werkt hier enorm stimulerend. Ook worden er heel wat böreks, cakes en taarten gebakken en tijdens de bazaar verkocht.

Nog steeds getroffen door de grote vrijgevigheid
Wij wonen in een gebied waar veel dorpen zijn en vele boeren schenken van alles aan de studiehuizen als sadaqa (liefdadigheid): meel, suiker, wijnbladeren, bulgur, zelfgemaakte tomatenketchup, melk en kaas. Vervolgens maken wij hiervan allerlei lekkere – overigens niet altijd even gezonde – etenswaren. Volgens mij vaak ongezond, vanwege het vele witte meel en margarines die worden gebruikt, maar dat mag het enthousiasme en de pret niet drukken.
De vrijgevigheid rondom deze bazaars is iets wat mij steeds weer treft. Als er niet zoveel werd gegeven, zou een dergelijke bazaar niet levensvatbaar zijn.
Dit voorjaar is het weer zover. Er zijn zes studiehuizen en gedurende veertien dagen spannen vele vrouwen én ook mannen zich in om deze bazaar goed te laten verlopen.
Ons studiehuis heeft een tuin en in de tuin worden drie grote houtovens en bakplaten opgesteld en daarop wordt door een groep vrouwen gedurende de gehele dag katmer en çökerlikli – vrij vertaald als ‘pannenkoeken’- gebakken en verkocht. Een ander groep vrouwen maakt dolma’s, taarten, cakes en salades.
In de stad wordt een leegstaande winkel ingericht met al het handwerk en op de opgestelde tafels wordt al het lekkers uitgestald en in een razend tempo verkocht en opgegeten. Ook wordt er uitgebreid thee geschonken. Thee drinken is hier het ‘smeermiddel’ voor de keel en voor de sociale contacten.
‘Wie geeft, die zal gegeven worden..’
Er zijn veel vluchtelingen in Tokat, zij weten de weg naar de bazaar snel te vinden en zij krijgen dan ook altijd iets aangeboden. Profeet Isa (Jezus) vrede zij met hem heeft gezegd:
‘Wie geeft, die zal gegeven worden..’
Dit vind ik zo’n tastbare uitspraak, die klopt als een bus. Iedere keer maak ik het mee dat we als organisatie bang zijn dat we het niet redden en vervolgens wordt er vanuit onverwachte hoek van alles geschonken. Natuurlijk zijn er ook mensen die ‘hun hand op de knip houden’ en wantrouwend staan tegenover deze acties. Wat zou het mooi zijn als we een cameraatje in de geschenken zouden stoppen die ons zou kunnen laten zien, waar en hoe ons geschenk terecht komt en wat voor een effect het heeft op ons aardse leven en in het leven hierna.

Thee drinken is het ‘smeermiddel’ voor de keel en voor de sociale contacten
Maar degenen die onvoorwaardelijk geven, geloven in het woord van God, dat zegt:
‘Wie staat aan God een goed deel af, zodat Hij het voor hem vele malen kan vermenigvuldigen?’ (Koran 2:245).
En sadaqa geven behoort tot één van de vele goede daden die we als mens kunnen verrichten tijdens ons aardse leven.
Onze goede daden in dit leven
Op het moment dat ik zit te schrijven klinkt de oproep tot het gebed van de moskee, en volgt uit de luidspreker het bericht dat er iemand in onze wijk is overleden. Altijd als ik de oproep hoor moet ik denken aan de volgende overlevering van profeet Mohammed vrede zij met hem:
‘De dode zal op – weg naar zijn graf – door drie zaken worden begeleid. Door zijn familie, zijn bezittingen en zijn goede daden. Twee hiervan zullen hem verlaten en één zal er bij hem blijven. Als hij begraven is zullen zijn familie en zijn bezittingen hem verlaten. Zijn goede daden zullen bij hem blijven….’
Mogen wij schenken van onze bezittingen zodat deze worden getransformeerd tot goede daden!