Toen mijn jongste zoon een peuter was, hebben we besloten om de voordeur altijd op slot te doen. Hij had namelijk de neiging om de deur uit te rennen. Hij werd boos, dat wij hem niet naar buiten wilden laten gaan. Hij wilde gewoon buiten spelen! Waarom lieten wij hem niet gaan? Hij kon nog niet begrijpen dat er een wijsheid achter het besluit van zijn ouders lag om de deur op slot te doen. Dat het om zijn eigen veiligheid ging.
Bovenstaand relaas geeft weer hoe iemand denkt die niet begrijpen wil of kan waarom er ellende in de wereld is. En hoe hij daar God de schuld van geeft. Het is niet bedoeld om denigrerend te doen over het lijden dat de mensen ervaren. Pijn, ellende en onrecht zijn reëel, en het is juist goed als we als mens meelevend zijn en het is normaal dat we het leed willen verlichten. Het voorbeeld van dit kleine leed is slechts bedoeld om een punt duidelijk te maken.
Veronderstellingen
Iemand met deze overtuiging denkt dat het onmogelijk is dat een Almachtige en Barmhartige God het bestaan van het kwaad en lijden in de wereld toestaat. Niet alleen atheïsten hebben deze overtuiging, zelfs dominees die de gemeenschap troost zouden moeten bieden, vragen zich bijvoorbeeld weleens hardop af “waarom God iemand zo jong tot zich heeft genomen”.
Deze vraag weerspiegelt in feite hun twijfel aan de Barmhartigheid of Almacht van God, of aan beiden. Zo van: een barmhartige God zou geen ellende willen in de wereld, en een almachtige God zou het tegenhouden.
Hun argument, dat er iets ontbreekt aan de Almacht of Barmhartigheid van Allah, is gebaseerd is op veronderstellingen. Twee ervan noemt schrijver en filosoof Hamza Andreas Tzortzis in zijn boek The Divine Reality – God, Islam and the Mirage of Atheism. “De eerste veronderstelling gaat over de aard van God. Je veronderstelt ermee dat God alleen maar de Barmhartige en de Almachtige is, waarmee je twee eigenschappen van God isoleert en andere eigenschappen die in de Koran zijn geopenbaard negeert. De tweede veronderstelling is dat God geen enkele reden heeft om het kwaad en het leed te laten bestaan. Dit is niet waar. De islamitische openbaring geeft vele redenen voor de toestemming van God voor de aanwezigheid van kwaad en ellende.”
Er is ook nog een derde veronderstelling, namelijk dat God ellende zou willen in de wereld. Ook dit is onjuist. God wil niet dat mensen lijden. En Hij wil geen ellende in de wereld. Dat Hij het wel toelaat is omdat Hij weet wat wij niet weten.
Eigenschappen van God
Volgens de Koran is Allah al Qadier, wat de Machtige betekent en al Moeqtadir, de Almachtige. Ook is Hij ar-Rahmaan, wat staat voor barmhartigheid of compassie. Als je vindt dat God onrechtvaardig is als Hij ellende in de wereld toestaat, dicht je Hem in feite alleen de eigenschappen ‘Almachtig’ en ‘Barmhartig’ toe. Maar God heeft vele eigenschappen, die wij wel ook kennen als de Schone Namen van Allah, waarvan er 99 in de Koran vermeld staan, zoals de Milde (al Haliem), de Koning (al Maalik), de Bron van Vrede (as Salaam), de Rechtvaardige (al Adl), de Beschermer (al Moehaimin) en de Alwijze (al Hakiem).
Op de laatstgenoemde naam ga ik wat dieper in: al Hakiem. Een gelovige gaat er in principe van uit dat als er iets gebeurt in de wereld, dat Allah er in alle wijsheid een besluit over genomen heeft. Op het moment dat ons onrecht wordt aangedaan, zien we meestal niet meteen wat er goed aan kan zijn. Maar achteraf zien wij vaak ineens in op welke manier deze test ons als mens gesterkt heeft.
De schrijver en atheïst Alom Shaha vindt deze redenering te makkelijk. Hij noemt het ‘een goedkope uitvlucht’ in zijn boek The Young Atheist’s Handbook: “De meeste gelovigen zijn echt heel vaag over het probleem van het kwaad. Mijn ervaring is, dat ze doorgaans antwoorden: ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.’ En ze zullen zeggen: “Lijden is Gods manier om ons te testen’, waarop ik natuurlijk reageer met: ‘Waarom zou hij ons willen testen op zo’n kwaadaardige manier?’ Waarop zij weer antwoorden: ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.’”
Onwetendheid
Tzortzis geeft aan dat Shaha de drogreden gebruikt van argumentum ad ignoratium: hij beargumenteert vanuit onwetendheid. Want als hij zelf geen toegang heeft tot de goddelijke wijsheid, wil dat nog niet zeggen dat die wijsheid niet bestaat. Zijn redenering is er één die ook een kleuter zou maken, meent Tzortzis. “Veel kleuters krijgen het verwijt van hun ouders dat ze iets willen doen dat niet goed voor ze is, zoals een zak snoep achter elkaar leeg eten. De kleuter zal hard huilen of een woede-uitbarsting krijgen, omdat hij denkt dat papa en mama gemeen zijn. Het kind realiseert zich nog niet dat er een wijsheid in het verbod zit, namelijk dat ze kiespijn of buikpijn zouden kunnen krijgen van teveel snoep.”
Daarnaast gaat deze bewering, zo geeft Tzortzis aan, uit van een verkeerd begrip van de definitie en aard van God. “Aangezien Allah bovenzintuiglijk, Alwetend en Alwijs is, volgt daaruit logischerwijze dat de mens met al zijn beperkingen de goddelijke wil nooit ten volste kan begrijpen. Als we alleen al suggereren dat we de goddelijke wijsheid volledig kunnen begrijpen, zeggen we daarmee dat we als God zijn… Of we vermenselijken God door Hem beperkingen toe te dichten.”
Het is volgens Tzortzis geen goedkope uitvlucht uit een intellectuele discussie om naar de goddelijke wijsheid te verwijzen, omdat het niet over een mysterieuze onbekende gaat. Het gaat juist over het begrip van de aard van God en de conclusies zijn logisch. Het gaat erom dat Allah al Wasi’, de Alomvattende is. Allah ziet de héle foto, terwijl wij als mens slechts de beschikking hebben over een pixel.
Sommige mensen zijn niet in staat om de wereld vanuit een ander, breder perspectief te zien. Daarmee laten ze een emotionele of spirituele onvolkomenheid zien, meent Tzortzis. Ze vervormen God door Hem vanuit hun eigen beperkte gedachtegang beperkingen toe te dichten. “Alsof God naar de wereld zou kijken zoals zij dat doen, en dat Hij om die reden een eind zou maken aan de ellende in de wereld. Als Hij dat niet doet, moet Hij in hun ogen bekritiseerd en afgewezen worden.”
God is met niets of niemand te vergelijken
Hij meent, dat ze ook kennis missen. “Ze gaan er vanuit dat als zíj geen reden kunnen bedenken die de ellende in de wereld rechtvaardigt, dat niemand – inclusief Allah – dit kan.” Degenen die op deze manier geloven, gaan er vanuit dat God denkt zoals de mens denkt, of zelfs dat de mens meer compassie zou hebben dan God. En dat alleen maar omdat hij zelf – met zijn beperkte blik – de rechtvaardigheid ergens niet van inziet. Het is echter onmogelijk om God met iets of iemand te vergelijken, omdat Hij ons bevattingsvermogen en zintuiglijk vermogen te boven gaat en de volledige kennis en wijsheid bezit. Bronnen waar wij slechts beperkt toegang toe hebben.
Toen ik nog geen moslim was, zei ik wel eens tegen mijn man, dat alle discussies ophielden bij de Koran. “Je maakt je er heel makkelijk vanaf met ‘God weet het beter’. Dat is toch niet eerlijk?” zei ik dan. Hieruit bleek mijn gebrek aan voorstellingsvermogen en kennis. En eigenlijk ook een zekere mate van arrogantie, omdat ik me niet neer wilde leggen bij het feit dat God behalve Barmhartig en Almachtig ook nog Alwetend en Alwijs is. En omdat ik nog niet open kon staan voor het feit dat er een wijsheid verborgen zou zijn achter iets dat in mijn ogen onrechtvaardig leek.
Wonderlijk genoeg legde ik me wel neer bij de autoriteit van vele anderen. In het huidige stadium in mijn leven ben ik wat kritischer over de reguliere geneeskunde, maar vroeger legde ik me automatisch neer bij wat de artsen adviseerden. Ik vertrouwde de dokter en ging er vanuit dat hij er meer verstand van had dan ik. Ik slikte de medicijnen die hij voorschreef zonder dat ik er bedenkingen bij had. De vergelijking tussen een arts en God kunnen we eigenlijk niet maken. Ik wil hiermee slechts aangeven, dat de mens soms eerder het advies van een arts aanneemt, die relatief weinig weet, dan het advies van God, Die alles weet. En dat dan alleen omdat we er niet voor open willen staan.
Goddelijke wijsheid in het verhaal van Moesa en Khidr
Ik geloof nu dat Gods wegen inderdaad ondoorgrondelijk zijn. De Koran gebruikt indrukwekkende verhalen om dit aan ons uit te leggen. Neem bijvoorbeeld het verhaal van de profeet Moesa (Mozes) die tijdens een reis een wijze man tegenkomt die bekend staat als Khidr. Moesa ziet hem dingen doen die oneerlijk en slecht lijken, maar aan het eind van de reis hoort Moesa wat de wijsheid is achter de beweegredenen van Khidr. Een deel van het verhaal gaat als volgt:
“Toen vonden zij een dienaar van onder Onze dienaren aan wie Wij Barmhartigheid van Onze Zijde hadden gegeven en Wij hadden hem van Onze Zijde kennis bijgebracht. Moesa zei tot hem: “Mag ik jou volgen, opdat jij mij onderwijst wat aan jou van de kennis geleerd is?” Hij zei: “Voorwaar, jij zult nooit in staat zijn geduld met mij te hebben. En hoe kun jij geduld hebben met wat jouw begrip niet omvat.” Moesa zei: “Jij zult vinden dat ik, indien Allah het wil, een geduldige ben en ik zal jou in geen opdracht ongehoorzaam zijn.” Hij zei: “Als jij mij volgt, stel mij dan geen vraag over iets vóór ik jou er de uitleg van vertel.” Zo gingen zij verder tot zij aan boord van de boot gingen en hij er een gat in maakte. Hij (Moesa) zei: “Maakte jij er een gat in om de opvarenden ervan te doen verdrinken? Voorzeker, jij hebt iets ergs gedaan.” (Koran, 18:65-70)
Khidr herinnert hem eraan, dat hij geen vragen zou stellen en ze vervolgen hun weg. Daarop doet Khidr weer dingen die onrechtvaardig lijken. Opnieuw kan Moesa zijn mond niet houden. Uiteindelijk legt de wijze man hem uit wat zijn beweegredenen zijn geweest. De boot was van arme mensen en hij had hem laten zinken, omdat er een koning was die alle boten met geweld confisqueerde. En zo was er voor elk ogenschijnlijk onrecht een goed excuus.
We kunnen veel leren van dit verhaal in de Koran volgens Tzortzis. De eerste les is dat om Gods wil te begrijpen, we nederig dienen te zijn. Moesa begreep dat Khidr meer wijsheid van God gekregen had. Ook al stond hij in hoog aanzien bij Allah en had hij veel kennis en wijsheid, toch stelde hij zich nederig op ten opzichte van Khidr om van hem te kunnen leren. De tweede les is dat we veel geduld nodig hebben om om te kunnen gaan met de ellende en het leed in de wereld. Khidr wist dat Mozes niet in staat zou zijn om geduld te tonen, omdat hij dingen zou doen die onrechtvaardig leken. Mozes probeerde geduldig te zijn, maar kon zijn mond niet houden en stelde toch elke keer de vraag waarom de wijze man zo onrechtvaardig was. Aan het eind legde Khidr echter uit wat de goddelijke wijsheid achter het vermeende onrecht was.
God schiep geen kwaad om het kwaad
De veertiende-eeuwse geleerde Ibn Taymiyya heeft onderstreept, dat Allah geen kwaad heeft geschapen om het kwaad:
“In alles wat hij schept zit wijsheid vanuit goedheid. Er kan echter soms wel kwaad uit voortkomen voor sommige mensen, maar dit is dan slechts voor een deel of relatief… Allah – de Verhevene – als Schepper van alles, schept goed en kwaad op basis van een wijs doel dat Hij heeft. Hierdoor is Zijn daad goed en perfect.”
Henri Laoust geeft hier ook uitleg aan in zijn Essay sur les doctrines sociales et politiques de Taki-d-Din Ahmad b. Taimiya:
“Alles wat God wil kan alleen overeenkomen met een heersende rechtvaardigheid en oneindige goedheid en voorziening. Echter, dit is zo als je het bekijkt vanuit een visie van totaliteit en niet vanuit een fragmentarische visie en met de onvolmaakte kennis die de schepselen hebben van de realiteit…”
Waarom laat Allah ellende toe?
Hoe wonderlijk is, dat als je een mens vraagt, wat hij diep van binnen het liefst zou willen, hij dan zegt: innerlijke vrede. En laat dat nu precies zijn waar het om gaat in de islam. Wij zijn hier niet als mens op aarde gezet om een tijdje alleen maar lol te maken om vervolgens op te gaan in het niets. En we zijn ook niet gemaakt om alleen maar te lijden in deze wereld. Het doel van de schepping is het aanbidden van Allah, en innerlijke vrede is dan het resultaat.
“Ik heb de mens en de jinn (geesten) alleen geschapen om mij te aanbidden.” (Koran, 51:56)
Stel je voor dat iemand nooit enig onrecht meemaakt of nooit lijdt, maar alleen maar plezier beleeft. Deze persoon zal God vergeten en hij zal hierdoor niet meer weten waartoe hij eigenlijk op de wereld is. Vergelijk deze persoon met iemand die problemen heeft gekend, die pijn heeft geleden. Hij zal zich hulpeloos voelen, zich tot God wenden en om hulp vragen. Doordat hij zich nederig opstelt ten opzichte van Zijn Schepper, zal God zijn pijn verlichten en zal hij er sterker dan ooit tevoren uit komen. Ellende en pijn herinneren ons met andere woorden aan het doel van ons bestaan op aarde.
Het leven is een test
Allah beproeft ons door middel van ziektes, verlies van een dierbare, werkloosheid, armoede. Hij wil zien hoe wij reageren op situaties die ons stress of pijn bezorgen. Als we slagen voor de test, zullen we innerlijke vrede ervaren en toegang krijgen tot het paradijs in een toestand van eeuwige gelukzaligheid.
“Degene Die de dood en het leven heeft geschapen om jullie te beproeven, (en te tonen) wie van jullie de beste daden verricht. En Hij is de Almachtige, de Vergevingsgezinde.” (Koran, 76:2)
We kunnen ons als mens alleen maar ontwikkelen als we beproefd worden. Elk mens beschikt in min of meerdere mate over alle deugden. Het is aan ons om deze deugden tot leven te laten komen door middel van ons gedrag. Hoe kunnen we geduld ontwikkelen als we nooit getest worden op geduld? Hoe kunnen we moed ontwikkelen als we niet aan gevaar blootgesteld worden? Hoe kunnen we compassie voelen met de medemens als niemand die nodig heeft? Hoe kunnen we ons dankbaar voelen voor onze gezondheid als we nooit ziek zijn? Alleen door de beproeving kunnen we ons gedrag verbeteren en een spirituele groei doormaken.
Beproevingen kunnen we beschouwen als een teken van Gods liefde, barmhartigheid en genade. De profeet Mohammed vrede zij met hem zei hierover:
“Als Allah van een dienaar houdt, beproeft Hij hem.” (Tirmidhi)
Allah gunt elk mens gelukzaligheid
Allah wil niet dat we naar de hel gaan. Allah wil van ieder van ons dat we in Hem geloven en dat we Hem aanbidden, zodat we bij Hem in het Paradijs kunnen verblijven. Hij gunt elk mens eeuwige gelukzaligheid. Nu zou Hij het heel makkelijk kunnen maken door gewoon iedereen toegang te bieden tot het Paradijs, maar dat zou onrechtvaardig zijn. Stel je voor dat een dictator en moordenaar als Hitler op dezelfde manier ontvangen zou worden als profeten zoals Mozes, Jezus en Mohammed vrede met hen. Zouden we dat eerlijk vinden? Er is een mechanisme nodig dat er garant voor staat, dat mensen het Paradijs verdienen op basis van goed gedrag. En dat is de uitleg op de vraag waarom het leven een test is.
God heeft de mens de vrije wil gegeven, waardoor Hij automatisch ook toestaat dat zij voor het kwaad kiezen. Het leven kan geen test zijn als de mens vervolgens niet vrij is om eigen keuzes te maken. Een examen is nutteloos als de student gedwongen wordt om de goede antwoorden over te schrijven. Het examen van het leven is daarmee vergelijkbaar: mensen zullen moeite moeten doen om te kunnen slagen. Een vrije wil is daarbij onontbeerlijk.
Het lijden van onschuldige mensen
Ik kom weer terug op het grote leed, ellende op wereldformaat. We begrijpen dat we geduldig en nederig moeten zijn als we zelf lijden. Maar hoe zit het dan met al die mensen die honger lijden, of van huis en haard verdreven worden of familieleden verloren hebben bij een terreurdaad? Waarvoor is dat dan nodig? Waarom keurt God dat dan goed?
Het klopt dat er mensen zijn die veel lijden of constant pijn hebben, zonder dat hun lijden verlicht wordt of lijkt te worden. Maar ook voor dit leed is het nodig om te bedenken dat ook hier een goddelijke wijsheid achter zit. Ook dit moet in een groter licht gezien worden. Allah laat niemand voor niets lijden. Voor elk leed, voor elke pijn, zullen we een vergoeding ontvangen. Als het niet in dit leven is, dan wel in het Hiernamaals.
“Er overkomt een moslim geen ramp of Allah vergeeft hem enkele van zijn zonden ervoor, ook al prikt hij zichzelf alleen maar aan een doorn.” (Al Boechari)
Spirituele perspectieven
Voor iemand die niet gelooft, is het kwaad zinloos. Het is voor hen alsof een duistere macht lukraak zijn prooi kiest. Zij zullen zich slachtoffers voelen, zij zullen geen uitweg vinden en zien er geen heil in. Iemand kan zijn leven lang lijden en het enige wat hem te wachten staat is zijn graf. Al zijn lijden, zijn opofferingen en zijn pijn zullen vergeefs zijn geweest. Zij denken dat het kwaad hen toevallig treft, dat ze alleen maar ziek zijn geworden als gevolg van hun ongezonde eetpatroon of omdat de fabriek hun water heeft vervuild. Er komt geen god aan te pas. Als je er zo tegenaan kijkt, is het leven behoorlijk zinloos, oneerlijk en deprimerend.
De islam beschikt over heldere concepten, principes en ideeën die het de gelovige vergemakkelijken op zijn reis in dit leven. De profeet Mohammed bemoedigde de gelovigen met hoop en geduld. Al het lijden in dit leven is bedoeld om spiritueel gezuiverd te worden, om het pad naar het paradijs te plaveien. Het paradijs, waarin we zullen vergeten dat we ooit hebben geleden, zo blijkt uit onderstaande overlevering:
“… De persoon die het meest in de wereld geleden heeft van degenen die voorbestemd zijn voor het paradijs, zal naar voren treden en hij zal voor eventjes ondergedompeld worden in het paradijs. Dan zal hij gevraagd worden: ‘O zoon van Adam, heb jij wel eens geleden? Heb jij wel eens problemen meegemaakt in je leven?” Waarop hij zal antwoorden: “Nee mijn Heer, bij Allah, ik heb nooit geleden in mijn leven en ik heb nooit problemen gekend.”
Een gelovige is in staat om zelfs natuurrampen en ongeneeslijke ziekten met ogen van hoop, genade en vergeving te zien. Het islamitische perspectief van ziekte is dat het de ziel reinigt van zonden, waardoor het paradijs en gelukzaligheid dichterbij komen. Het geval van de zieke is heel bijzonder in de islam. De profeet Mohammed vrede zij met hem zei bijvoorbeeld:
“Als de gelovige sterft aan een plaag of maagziekte, wordt hij beschouwd als een martelaar. En alle martelaars gaan naar het paradijs.” (Moeslim)
Datzelfde geldt voor de slachtoffers van natuurrampen zoals een tsunami of een aardbeving, of als iemand omkomt door verdrinking. Ook dan wordt hij als een martelaar beschouwd. Sommige geleerden zeggen dat het ook opgaat voor mensen die omkomen bij een auto-ongeluk of bij het neerstorten van een vliegtuig. Dit leiden ze af uit de volgende twee overleveringen uit de verzameling van Moeslim, dat de profeet vrede zij met hem heeft gezegd:
“Eenieder die verdrinkt is een martelaar.”
“Degene die sterft in een neerstortend gebouw is een martelaar.”
De meeste gelovigen zullen de schuld van de ellende in de wereld niet bij God zoeken. Zij begrijpen dat het kwaad in de wereld veroorzaakt wordt door de mens en niet door God. En zij begrijpen dat God ons beproeft, zodat wij gezuiverd worden van zonden en weer een stapje dichterbij innerlijke vrede en eeuwige gelukzaligheid te komen.
“Verwonderlijk is de kwestie van de gelovige. Alles wat hem aangaat is goed, en dit geldt voor niemand anders dan de gelovige. Als hem iets goeds overkomt, is hij dankbaar en dat is goed voor hem. Als hem iets kwaads overkomt, is hij geduldig en dat is goed voor hem.” (Moeslim)
hoofdfoto: pixabay/kellepics
Dank u voor deze verhelderende uitleg van uit Islamitisch zicht. Ik had er altijd moeite mee, in mijn gesprekken met Muslims, als er werdt gezegd dat God ons beproefde met slechte dingen. Dit leek me totaal niet logisch. De Bijbel leerde me dat God het TOELIET dat we werden beproeft zodat we zouden naderen tot Hem en op Hem zouden leren vertrouwen. Wanneer we ons vol vertrouwen aan Hem onderwerpen en Hem dienen, zou Hij ons de kracht geven om elke beproeving te doorstaan en zou er vrede en rust in ons hart en onze geest zijn.
Nogmaals bedankt voor dit artikel. Het heeft me een positievere kijk op Islam gegeven.
Mvg Carine