Het verhaal over de twee zonen van Adam – Habil (Abel) en Kabil (Kaïn) – kennen we allemaal. Het gaat om de eerste moord die wordt gepleegd, tienduizenden jaren geleden. Maar het is ook het eerste verslag van menselijke activiteit in de Koran nadat Adam vrede zij met hem en Hawa (Eva) naar de aarde zijn gezonden. Waarom is dit voorval zo belangrijk?
Als je de geschiedenis van verhalen vergelijkt met een zee, dan heeft Allah er slechts enkele druppels uit gebruikt. Niemand kent de geschiedenis zo goed als Hij. Allah kent jouw persoonlijke geschiedenis en de mijne én die van de hele mensheid.
Allah besloot dus om slechts enkele heel bijzondere momentopnames uit het verleden in Zijn Boek te verwerken. Het is aan jou en mij om te begrijpen dat deze weinige ogenblikken behoren tot de belangrijkste lessen die we nodig hebben. Natuurlijk kunnen we lessen trekken uit de hele geschiedenis. Maar in de Koran geeft Allah ons dé kantelmomenten uit het verleden die we nooit mogen vergeten en waarvan we de lessen altijd nodig zullen hebben.
Nouman Ali Khan legt in onderstaande khutbah (preek) uit dat het verhaal van Habil en Kabil een van de meest eigenaardige en moeilijkst te begrijpen verhalen in de Koran is.
In contact met andere culturen
Het verhaal over de zonen van Adam werd pas aan het einde van het leven van onze profeet vrede en zegeningen zijn met hem geopenbaard. De moslims hadden Mekka veroverd en ze zouden al gauw te maken krijgen met mensen van overal in de wereld. Sommige sahaba (metgezellen) kwamen terecht in India, China, Afrika en zelfs al in Europa. De Koran had al voorspeld dat dit zou gebeuren:
“…er zijn anderen dan hen (de Arabieren) die zich nog niet bij hen hebben aangesloten. (Koran, 62:3)
Allah wist dat in minder dan een eeuw de meerderheid van de moslims uit niet-Arabieren zou bestaan. Dat de Arabieren in contact zouden komen met andere culturen, andere tradities, andere volkeren, andere talen. Daarom bereidt Hij ons in de Koran voor op de manier waarop we moeten omgaan met andere volkeren. Hoe moet die interactie verlopen als je elkaars buren bent of handel drijft met elkaar? De eerste en ook belangrijkste interactie die er aan kwam was die met christenen en joden.
In soerah Al Ma’ida (De Tafel) beschrijft Allah welke soort relaties we met hen zullen hebben. Hoe we met hen zullen samenwerken voor goede zaken, hoe we met hen zullen eten en hen zullen uitnodigen om bij ons te komen eten. En dat is niet zomaar! Dit is dé manier waarop de islam zich zal gaan verspreiden.
De ruzie tussen twee broers
Het verhaal van Habil en Kabil begint als volgt:
En lees hun de mededeling over de twee zonen van Adam naar waarheid voor. (Koran, 5:27)
Allah noemt in deze ayah (vers) niet hun namen. Dat is omdat Hij wil dat je je op iets anders concentreert, dat je let op wát Hij zegt. De les is veel belangrijker dan de plaats, de datum en de namen. Eén betekenis van haqq (waarheid) in deze aya is dat iets een duidelijk doel heeft. Het doel is dat ik en jij er zinvolle lessen in zullen ontdekken, die ons leven zullen beïnvloeden.
Dit verhaal en de lessen die erbij horen, kunnen we pas echt waarderen als we snappen waarom Iblies ongehoorzaam was aan Allah. Een van de redenen was dat hij gewaardeerd wilde worden. Hij wilde erkenning van Allah voor zijn werk. Maar toen hij merkte dat Adam werd uitverkoren, voelde hij zich beledigd. Allah toonde Zijn waardering voor iemand anders. Iblies dacht: “Ik dien Allah nu al zovele duizenden jaren, ik heb Hem altijd gehoorzaamd. Wanneer krijg ik eindelijk eens wat erkenning? Waarom waarderen ze hèm meer dan mij?! Het lijkt wel alsof ik onzichtbaar ben, alsof ik er niet toe doe!”
Waardering door de schepping
Jij en ik weten echter dat Allah alles ziet en hoort wat we doen en zeggen. Hij weet hoe ons hart er uit ziet. De enige op wie we indruk moeten maken is Allah. Maar voor Iblies ging het niet om de erkenning van Allah, maar om de waardering van de rest van de schepping. Hij wil dat mensen bezeten zijn van dat soort erkenning, dat ze verlangen naar de erkenning en waardering van andere mensen. Hij wil dat ze overspoeld worden door negatieve gedachten wanneer ze zich niet gewaardeerd voelen: “Dat Allah ziet en waardeert wat ik doe interesseert me niet. Waarom waarderen de mènsen me niet?”
Het verhaal van Habil en Kabil gaat over een offer dat ze beiden brachten:
Toen zij een offer brachten en het van een van beiden werd aangenomen. En het werd van de ander niet aangenomen. Die zei: “Ik sla jou dood!” Hij zei: “Allah neemt slechts van de godvrezenden aan. (Koran, 5:27)
Uit zowel de Koran als de Bijbel weten we dat Allah in de vroegste geschiedenis veel meer mirakels liet zien. Eén van die wonderen was dat een offerdier dat door Allah werd aanvaard door een vuur uit de hemel werd verteerd. Zo liet Allah je weten dat je offer was aanvaard.
Wat heb jij verkeerd gedaan?
Wat zou je reactie moeten zijn wannneer je iets voor Allah doet en je ontdekt dat Allah het niet van je aanvaardt? Dan moet je je toch zorgen maken over jezelf? Stel je vragen als: “Wat heb ik verkeerd gedaan? Wat ontbreekt er in mij? Misschien was mijn intentie niet zuiver genoeg? Was mijn inkomen niet rein genoeg?” Je hoort je te concentreren op wat jij verkeerd hebt gedaan.
Maar toen Kabils offer niet werd aanvaard, was zijn eerste reactie: “Ik sla jou dood!” Dat is verwarrend. Waarom wil hij zijn broer vermoorden? Omdat zijn offer wèl werd aanvaard?! Als dat offer werd gebracht omwille van Allah, dan had hij zich om niemand anders druk gemaakt. Maar omdat hun vader en de rest van de familie toekeek, slaat Kabil een slecht figuur en hij denkt: “Ik maak een slechte indruk door hèm.”
Dat is de mentaliteit van aandachtzoekers. Ze hebben hetzelfde probleem als Iblies. Die wou eigenlijk niet zozeer de waardering van Allah, maar die van de Engelen. Kabil zoekt, net als Iblies, de erkenning bij anderen dan Allah.
Ergernis die kookpunt bereikt
Het is niet niks wanneer iemand het punt bereikt waarop hij een ander dood wenst. Die vijandigheid wordt opgebouwd over een langere periode. Ergernis stapelt zich op en langzaamaan wordt het kookpunt bereikt. Dat is precies wat er ook met Iblies was gebeurd. Ook hij ergerde zich al een hele tijd. Lang voor Adam werd geschapen, had Allah al aangekondigd dat Hij iemand zou creëren en Zijn Ruh (Geest) in hem zou blazen, en dat Hij daarna verwachtte dat iedereen zich zou neerbuigen voor die nieuwe schepping.
Bij beiden komt uiteindelijk de woede dan toch aan het licht. Iblies wenst hetzelfde voor ons. Hij wil dat mensen negatieve gedachten over anderen hebben, dat ze zich ergeren en hun woede opkroppen. Niet voor niets is één van de namen van Iblies in de Koran mad’oem, iets wat wordt verbrijzeld en dan nog en nog en nog eens, in steeds kleinere brokstukken. Zo voelt Iblies zich, zijn woede verplettert hem. Hij wil dat jij ook kapot gaat aan dat soort gedachten: “Waarom hebben zij wat ik niet heb? Waarom gaat het beter met hen zo goed en niet met mij?”
Habil geeft zijn broer het volgende antwoord:
Ook al strek jij je hand naar mij uit om mij te doden, ik zal mijn hand niet naar jou uitstrekken om jou te doden. Ik vrees God, de Heer van de wereldbewoners. (Koran, 5:28)
Ik speel het spel niet meer
Je moet goed begrijpen dat Habil hier niet zegt dat hij zichzelf niet zal verdedigen. Hij zegt niet: “Als je me wil vermoorden, ga je gang.” Wat hij zegt, is dat hij – nu hij weet dat zijn broer hem wil vermoorden – niet eerst zèlf in de aanval zal gaan. De ene broer heeft al gezegd dat hij de andere wil vermoorden, dus de tweede zou kunnen beslissen om uit voorzorg zèlf die eerste te doden. Hij zegt eigenlijk: “Denk maar niet dat je met jouw dreigement een reactie bij mij kan uitlokken en dat ik nu over jou ga denken zoals jij over mij denkt, dat ik een moord op jou ga plannen omdat jij dat met mij doet. Dat is het spelletje van de duivel en daar doe ik niet aan mee!”
Habil zegt eigenlijk iets heel indrukwekkends. Mensen die je haten en die hun haat ook uiten kunnen je paranoïde maken. Je zou dan kunnen denken: “Ze willen me te grazen nemen. Wat zijn ze van plan?” En daardoor ga jij bedenken wat jij kan doen om hèn te grazen te nemen nog voor ze jou iets kunnen doen. Habil zegt heel duidelijk dat hij zich niet laat meeslepen in dit spel. Hij zegt eigenlijk: “Ik heb er niets aan om jou te vernietigen. Ik ben niet bang dat jij me wil doden. Waar ik bang voor ben, is dat ik iets zou doen dat Allah ontevreden maakt. Ik vrees Allah. Mijn bescherming komt van Hem alleen.”
Laat haters je niet intimideren
Dit leert ons om ons niet te laten intimideren door de mensen die ons haten. Vrees Allah en blijf binnen Zijn grenzen. Toon berouw als je toch in de fout gaat.
En dan escaleert het. Er wordt gevochten, de ene broer slaat de andere en wil hem dus echt doden. Dan volgen de meest eigenaardige zinnen:
Ik wens dat jij de zonde aan mij en jouw zonde over je brengt en dan tot de bewoners van het vuur zult behoren. Dat is de vergelding voor de onrechtplegers. (Koran, 5:29)
We leren hieruit wat toegestaan is als iemand je fysiek aanvalt en probeert te vermoorden. Dat je als slachtoffer mag zeggen: “In deze wereld ga ik niet in de tegenaanval, maar ik vraag Allah dat Hij mijn zonden op jouw rekening zet. Dat jij mij hier en nu schade berokkent, zal mij op de Dag des Oordeels voordeel opleveren.”
Wat bereik je met een moord?
Als je iemand anders kwaad doet, denk je dan dat je je beter zal voelen? Iblies heeft al zoveel mensen ten gronde gericht. Zijn de woede en haat in zijn hart daardoor ooit bekoeld? Helemaal niet! En zeker niet als het voortkomt uit misplaatste jaloezie en woede. Je woede blijft branden in dit leven, en je zal pas ècht branden in het leven hierna!
Dan zegt Allah:
Toen zette hij zich ertoe aan om zijn broer te doden en hij doodde hem en zo ging hij tot de verliezers behoren. (Koran, 5:30)
Dat Habil hem waarschuwde voor de hel, maakte Kabil nog bozer en hij pleegde de moord. En wanneer hij dat doet, wordt hij een verliezer volgens Allah. Hij dacht dat hij hier iets mee zou winnen, maar het enige resultaat is verlies. Zo worden we vijanden voor elkaar, zoals Allah schrijft in de Koran, door dezelfde weg te volgen als de duivel.
Belangrijke allereerste les
Deze valkuil leren zien en er niet intrappen, was een belangrijke les voor de moslims toen ze op het punt stonden om meer en meer in contact te komen met andere geloven. Want die zouden kunnen zeggen: “Hoezo? Waarom hebben zij een Openbaring? Waarom hebben zij een Boek? Waarom denken zij dat hun godsdienst de juiste is?” Ze zouden kunnen vergelijken, er zou wrijving ontstaan. Allah herinnert ons (èn hen) eraan dat we nog altijd kinderen van Adam zijn, en dat we op onze hoede moeten zijn om niet diezelfde jaloezie en vijandige gevoelens te ontwikkelen.
Zie je nu hoe belangrijk deze allereerste les is die Allah voor ons heeft uitgekozen uit alles wat de mensheid nog te wachten stond! Hoe kunnen we een voorbeeld zijn voor anderen, als we onze eigen negatieve gevoelens niet kunnen beheersen? Hoe kunnen we dan een hudja (voorbeeld) zijn voor de volkeren om ons heen die van ons over de schoonheid van de islam moeten leren?