Het is de beste smeekbede die er bestaat: “Er is geen God dan U. Heilig bent U. Ik behoorde werkelijk tot de onrechtvaardigen.” Het is door deze smeekbede dat de Profeet Joenoes عليه السلام vanuit de duisternis van de buik van de walvis weer op het land geworpen werd. Als je de wanhoop nabij bent en je voelt dat je door de duisternis omhuld wordt, dan is deze smeekbede jouw redding.
De Profeet Joenoes erkende schuld. Hoe zit het met jou? Herken en erken jij je fouten? Ben jij je er bewust van dat het goede van Allah komt en dat het slechte dat je overkomt, van jouzelf komt?
Loutering
Met uitzondering van Adam is er geen enkele andere Profeet zo gelouterd als Joenoes عليه السلام. Want wat hij meemaakte, moet heel zwaar voor hem zijn geweest. Hij werd genegeerd en bespot door zijn gemeenschap en van een schip gegooid. Hij zat drie dagen in volledige duisternis in de maag van een walvis. Vervolgens werd hij uitgemergeld en doodziek achtergelaten op een strand.
Allah beschrijft het verhaal van Joenoes op meerdere plekken in de Koran. Deze ayaat (verzen) in soera as Safaat zijn een goede samenvatting van zijn verhaal:
En voorwaar, Joenoes behoort zeker tot de gezondenen. (Gedenkt) toen hij wegliep naar het volgeladen schip. Toen lootte hij (om een plaats erop) en bij behoorde daarop tot de verliezers. Toen slokte de vis hem op, laakbaar als hij was. En als hij niet tot degenen die de Glorie van Allah prezen behoord had, zou hij zeker in zijn buik zijn gebleven, tot de Dag waarop zij worden opgewekt. Toen wierpen Wij hem eruit, op een kale vlakte, en hij was ziek. En Wij deden over hem een boom groeien met veel bladeren. En Wij zonden hem naar een honderdduizendtal (volgelingen) of meer. Daarop geloofden zij en Wij schonken hun genietingen, voor een bepaalde tijd. (Koran, 37:139-148)
Joenoes negeert en wordt genegeerd
Toen Joenoes عليه السلام gefrustreerd zijn volk achterliet, heeft Allah hem eerst zijn gang laten gaan. Verblind door zijn teleurstelling had hij Allah’s gebod genegeerd. Dat was het verwijt van Allah aan zijn adres en daarom heeft Allah hèm op zijn beurt genegeerd en in zijn eigen sop gaar laten koken. Allah heeft in de aya over Joenoes in dezelfde bewoordingen gesproken als over Firauwn en zijn volk.
Dan gaat het specifiek om de volgende bewoordingen in verschillende soewar (hoofstukken) die over de Profeet Joenoes عليه السلام gaan:
Als hem van zijn Heer geen genade bereikt had, dan was hij zeker op een kwade plaats neer gesmeten, met verwijten beladen. (Koran, 68:49)
Toen slokte de vis hem op, verwijtbaar als hij was ….. Toen wierpen Wij hem eruit, op een kale vlakte, en hij was ziek. (Koran, 37:142 en 145)
En het vers over Firauwn en zijn soldaten gaat als volgt:
En Wij grepen hem en zijn troepen en wierpen hen in de zee; verwijtbaar was hij. (Koran, 51:40)
Het zijn dezelfde bewoordingen die Hij kiest voor Firauwn en Joenoes! Dat geeft wel aan hoe misnoegd Allah was met de boosheid van Joenoes. Dat terwijl hij een Profeet was. En als dit een Profeet al overkomt, hoe zit het dan met ons? Wij zijn daar nog veel vatbaarder voor.
Het dient als een waarschuwing. Onze zwakke ego’s zijn vatbaarder voor kritiek, hoon, afwijzing en buitensluiting dan het ego van de Profeet Joenoes. Allah houdt niet van onze boosheid en frustratie. Hij zal ons verwijten, zoals hij Joenoes verwijten maakte.
Wij begrijpen Joenoes
Wij begrijpen Joenoes als geen ander. Hij was zwaar teleurgesteld en dacht: ik ga wel met een ander volk praten dat wel naar mij luistert. Wij herkennen in Joenoes ons eigen ongeduld en temperament. Daarom is hij zo’n treffend voorbeeld voor ons en kunnen we van zijn ervaring leren. In de Koran staat:
“(Gedenkt) toen hij wegliep naar het volgeladen schip.” (Koran, 37: 140)
Het woord أَبَقَ (abaqa) is hier vertaald met ‘wegliep’. Maar Allah gebruikt أَبَقَ normaal gesproken als Hij het over slaven heeft, en niet over vrije mensen. Zijn Profeet was namelijk weg gelopen alsof hij een slaaf was.
De loting
Joenoes liet zijn volk achter en kwam op een schip terecht, zoals we wel weten. Toen het ging stormen, zagen de opvarenden geen andere kans dan zware lasten van boord te werpen. Totdat alle spullen overboord waren gegooid en op een gegeven moment één van de mensen er aan moest geloven. Er werd geloot en telkens werd Joenoes’ naam getrokken. De opvarenden geloofden het haast niet, want hij stond bekend als een respectabel iemand. Maar uiteindelijk was hij toch degene die van boord moest.
Ook dat moet als een vernedering gevoeld hebben, dat hij mee moest doen met de loting. فَسَاهَمَ zegt Allah in de Koran: hij deed mee met de loting en telkens verloor hij. Zo louterde Allah de ziel van Joenoes, totdat hij zich realiseerde dat hij te ongeduldig was geweest.
Een prachtige smeekbede
Het mooie is dat de Profeet Joenoes عليه السلام vervolgens het goede voorbeeld geeft. Hij krijgt enorm veel spijt en toont berouw door middel van een prachtige smeekbede. Een doe’a die Allah zo waardeert dat Hij deze voor ons heeft bewaard en ons ter beschikking stelt.
“لااله الا انت سبحانك اني كنت من الظالمين”.
(fonetisch) “La ilaha ila ant, soebhanaka, inni koentoe minal dhalimien.”
“Er is geen God dan U. Heilig bent U. Ik behoorde inderdaad tot de onrechtvaardigen.” (Koran, 21:87)
Allah verhoorde toen zijn smeekbedes en redde hem. Hij gaf hem de kans om het goed te maken en beloonde hem:
Maar zijn Heer verhoorde hem en maakte hem tot een van de rechtschapenen. (Koran, 68: 49-50)
De Profeet Joenoes عليه السلام gaf jaren van zijn leven om zijn volk aan te moedigen en te waarschuwen, dat er maar één God was, maar niemand luisterde naar hem. Hoe was het toch mogelijk dat ze nadien wèl ineens gelovig werden? Welk verhaal gaat er schuil achter de verwijten die Allah Joenoes maakte? Daarvoor gaan we naar het begin van het verhaal.
De Assyriërs, het volk van Joenoes
Joenoes kwam uit de hoofdstad Nineve van Assyrië, in het huidige Irak. De Assyriërs waren één van de rijkste volkeren in de wereld. Allah schonk het volk veel rizq (rijkdom) zowel voor als tijdens het leven van Joenoes. Maar zoals we wel vaker zien, was het volk allesbehalve dankbaar voor de rijkdom. Zij richtten zich niet tot de enige God, maar aanbaden liever beelden. Daarom zond Allah de Profeet Joenoes عليه السلام naar hen toe om de Boodschap van de Eenheid te verkondigen.
Joenes probeerde hen jarenlang te overtuigen. Hij deed al die tijd zijn best om hen tot het geloof uit te nodigen, maar geen één van hen raakte overtuigd. Geen kind, geen volwassene, geen arme, geen rijke, geen vrouw, geen man. Integendeel! Hij werd genegeerd en uitgelachen. Tot de dag dat Allah hem het bevel gaf om hen te waarschuwen voor een grote straf. Ze zouden drie dagen de tijd krijgen om berouw te tonen. Als ze dan niet tot inkeer zouden komen, zou Allah hen straffen zoals hij volkeren voor hen had gestraft. Dit was de boodschap die Joenoes over moest brengen.
Hopeloos
Ze zeiden: “Wij en onze voorvaderen hebben deze goden al vele jaren aanbeden en er is ons geen kwaad overkomen.” Toen Joenoes bleef waarschuwen voor de straf, lachten ze en zeiden ze: “Laat het maar gebeuren dan; dat willen we weleens zien.”
Joenoes verdroeg het niet meer. Hij dacht er geen seconde aan dat Allah hen alsnog genade zou schenken of dat ze Allah om vergiffenis zouden vragen. Al die jaren moeite die hij in hen had gestoken; het was hopeloos. Niemand van zijn volk zou berouw tonen voordat de drie dagen om waren.
En hij verliet hen voordat de drie dagen om waren.
Meer dan 100.00 mensen komen tot het geloof
Maar het zou anders uitpakken. De hele gemeenschap, alle mensen van zijn volk zouden tot het geloof komen na Joenoes’ vertrek. De mensen voelden iets aankomen; een grote ramp. Hun dieren werden erg onrustig en de lucht kleurde rood van woede. Ze werden bang.
Meer dan 100.000 mensen deden tauwba (toonden berouw). Dit is de grootste gezamenlijke tauwba ooit in de geschiedenis van de mensheid. Voordat de drie dagen om waren, geloofde het hele volk in Allah en in Joenoes als Zijn Boodschapper. De Heer der Werelden accepteerde hun berouw en Hij hief de bestraffing op.
Ondertussen was Joenoes weg gegaan op zoek naar een ander volk. Hij ging aan boord van een schip met veel mensen en goederen. Toen de storm ontstak, werden de mensen erg bang. Ze gooiden alle goederen van het schip, maar het hielp niet. Het schip leek schipbreuk te gaan lijden. Toen kwam iemand op het idee om ook mensen van boord te gooien. Door middel van loting zou bepaald worden wie er van boord geworpen zou worden.
Iedere keer als er een lot getrokken werd, viel de naam van Joenoes. De mannen weigerden Joenoes van boord te gooien, want ze beschouwden hem juist als een zegening. Maar toen zijn naam voor de derde getrokken werd, wist Joenoes dat dit het lot was. Hij begreep dat Allah ontevreden was. Daarna sprong hij zelf van boord of werd hij van het schip geworpen. Zo begaf hij zich in de hoge donkere golven in het midden van de oceaan.
De walvis
Op bevel van Allah slokte de grootste walvis die er rondzwom Joenoes op, juist op het moment dat hij het water raakte. Allah had de walvis geïnspireerd om hem in te slikken zonder iets te breken of te beschadigen. Joenoes, die even buiten bewustzijn was, werd weer wakker in volledige duisternis. Hij dacht dat hij in zijn graf lag. Maar toen zijn zintuigen weer begonnen te werken, realiseerde hij zich dat het niet zijn graf, maar de maag van een grote vis was.
De drie duisternissen
Hij werd omringd door drie duisternissen: de duisternis van nacht, de duisternis van de bodem van de zee en de duisternis van de maag van de walvis. Op dat moment realiseerde de Profeet Joenoes zich ten volste wat hij had misdaan. Hij sprak de beste smeekbede ooit uit: “Toen riep hij uit in de duisternissen: “Er is geen god dan U, Heilig bent U: voorwaar, ik behoorde tot de onrechtvaardigen.”
De schepselen die op de bodem van de oceaan leven, hoorden de smeekbedes van de Profeet Joenoes عليه السلام. Ze zouden zich rondom de walvis verzameld hebben om samen met Joenoes de glorie van hun Heer te prijzen.
Joenoes gaf het toe: ik heb fouten gemaakt; ik ben tekort geschoten; ik wil dat Allah weer tevreden met mij is.
Hij had zijn volk verlaten in de veronderstelling dat zijn volk nooit en te nimmer tot het geloof zou komen. De man van de vis, zoals Allah hem zou noemen, was boos weg gelopen. Hij had niet kunnen bedenken dat Allah in staat is om alles te veranderen.
En (gedenkt) Dzôennôen (degene van de vis) toen hij kwaad wegging en meende dat Wij geen macht over hem hadden. Toen riep hij uit in de duisternissen: “Er is geen god dan U, Heilig bent U: voorwaar, ik behoorde tot de onrechtvaardigen.” Toen verhoorden Wij hem en Wij redden hem uit de nood. En zo redden Wij de gelovigen. (Koran 21:87,88)
Volgens sommige geleerden was het door deze woorden dat Allah zijn smeekgebed meteen verhoorde. Andere geleerden zeggen dat hij zijn smeekbede constant herhaalde. Hij behoorde tot de musabbihien, degenen die Allah veelvuldig loven en prijzen. En vanwege deze veelvuldige lofprijzingen zou Allah hem uit de diepste van de diepste duisternissen – zijn machteloosheid, angst, zorgen en somberheid – redden.
Zo redden wij de gelovigen…
“En zo redden wij de gelovigen,” zegt Allah. Met andere woorden: hoe ellendig je je ook voelt, hoe groot je misère ook is, loof en prijs Allah, zoals Joenoes dat deed. Als je een goede band hebt met Allah, kun je je direct tot Hem wenden door middel van tasbih, dhikr en salaat. En dan zal Hij jouw smeekbedes verhoren.
Denk niet: als ik Allah nodig heb, gehoorzaam ik Hem. Ik bid salaat ad Dohr, want ik heb Allah’s hulp nodig, maar als ik de hulp gekregen heb bid ik al Asr niet, want ik red me wel weer alleen. Ook in goede tijden moet je de deur van gehoorzaamheid aan Allah open houden.
Doodziek en doodongelukkig
Allah heeft de walvis bevolen om hem op het strand te werpen. Allah zegt daarover: we hebben hem verlaten en hij was doodziek en voelde zich doodongelukkig. Hij was sakiem: hij had geen vlees meer en bestond nagenoeg alleen uit botten en huid.
Toen kwam de Rahma (genade) van Allah. Allah liet een pompoenplant boven hem groeien. Op het strand, een plek waar normaal gesproken echt geen pompoenen groeien. De plant groeide boven hem en de bladeren ervan beschermden hem tegen de zon. Door het eten van de bladeren, de pitten en het vruchtvlees van de pompoen kreeg hij de kans om aan te sterken.
De vraag is: waarom koos Allah voor de pompoen? Waarom geen banaan of appel? Het antwoord komt van de grote islamitische geleerden waaronder Ibn Kathir, Ibn Abbas en Ibn Masoud.
Hij kwam uit de walvis en zijn huid was een rimpelig en week geworden door het zeewater. ‘Hij was als een vogel zonder veren,’ schrijft Ibn Masoud in zijn tafsir (Koranuitleg). Hij was ook plakkerig door de substanties van de maag van de walvis. Alle vliegen zouden op hem afkomen omdat hij vreselijk stonk. De bladeren van de pompoen zijn de enige die vliegen wegjagen. Ze bevatten een hormoon dat vliegen niet prettig of lekker vinden. Ook zijn de bladeren van de pompoen heel groot. Ze kunnen een man bedekken. Ze kunnen een schaduw op hem werpen en hem zo beschermen tegen de felle zon.
De pompoenplant
Bijzonder aan de pompoen is, dat je hem gelijk kunt pakken en eten. Je kunt hem rauw eten en hoeft hem niet persé eerst te koken. Als je pompoen eet, hoef je ook geen water te drinken. Verder biedt de pompoen, de bladeren en de pitten alle vitamines en mineralen die je lichaam nodig heeft. Joenoes was zo ziek en zwak dat hij de pompoen goed kon gebruiken. Volgens Ibn Abbas in zijn tafsir was Joenoes ‘als een baby die verzorging en voedsel nodig had.’
De pompoenplant * behoort tot de komkommerfamilie en pompoenachtigen(Cucurbitaceae) en de verschillende delen van de plant (bladeren, zaden en vruchtvlees) bevatten antibacteriële, antivirale en koortswerende eigenschappen. Pompoen verdrijft de onrust als je onrustig bent en helpt je om beter te slapen. Pompoen bevat alle voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft om aan te sterken. Het is goed voor je hart en ook bij oedeemvorming bij hartfalen. Het is een probaat middel tegen hoofdpijn en migraine en tegen een hoge bloeddruk. Daarnaast werkt het goed bij prostaat- en blaasproblemen en luchtwegproblemen zoals astma. Hij is ook geschikt voor diabetespatiënten, o.a. vanwege de grote hoeveelheid vitamine C die het lichaam ondersteunt om insuline aan te maken. Pompoenpitten hebben het vermogen om de groei van kankercellen af te remmen. Ook het vruchtvlees van de pompoen bevat kankerremmende eigenschappen . Tot slot zijn de bladeren ervan geschikt om brandwonden te behandelen.
Eenmaal aangesterkt, besloot de Profeet Joenoes عليه السلام terug te keren naar zijn volk. Hij dacht: ik ga nog één keer met hen praten om hen te overtuigen. Hij geloofde werkelijk zijn ogen niet toen hij aankwam. Een menigte van meer dan 100.000 mensen wachtte hem op. Alle mensen kwamen uit hun huizen om hem te begroeten. De hele stad was gelovig geworden en hij wist van niets! Het was één groot feest, iedereen was vreugdevol.
Allah spreekt als volgt over het volk van Joenoes:
Was er maar een stad geweest, naast die van het volk van Joenoes, die geloofde, opdat haar geloof haar zou baten. Toen zij (het volk van Joenoes) geloofden, namen Wij de bestraffing van de vernedering in het wereldse leven weg, en schonken Wij hen genietingen tot een bepaalde tijd. En als jouw Heer het had gewild, dan zouden degenen die op aarde zijn, zeker allen tezamen hebben geloofd. Wil jij (O Mohammed) dan de mensen dwingen opdat zij gelovigen worden? (Koran, 10:98,99)
De beste smeekbede ooit
Over de smeekbede van Joenoes heeft de Boodschapper van Allah ﷺ gezegd; “Dit is de beste doe’a, want het begint met tawhid (eenheid van Allah), in het midden is tasbih (lofprijzing van Allah) en het eindigt met istighfaar (de vergiffenis). (Al Hakim, Al Bayhaqi)
In Sahih A Boechaari vertelt Anas Ibn Malak dat de Profeet ﷺ van een bord groenten alleen de pompoen at. Hij noemde de pompoenplant ‘de boom van mijn broer Joenoes’. Volgens hem was de plant een beloning voor de smeekbede die hij op de bodem van de oceaan had uitgesproken.
Genade en barmhartigheid
Aan het eind van vers 99 van de eerder genoemde soera Joesoef spreekt Allah de Profeet Mohammed ﷺ aan. Hij wilde – net zoals Joenoes in zijn tijd – zo graag mensen overtuigen om Allah te gehoorzamen voor hun eigen bestwil. Allah maakt hem duidelijk: Als Ik het had gewild, had Ik iedereen in de wereld gelovig gemaakt. Maar je kunt niemand dwingen om moe’min (gelovig) te worden.
Aan de andere kant kun je ook nooit weten, hoe groot de genade en barmhartigheid van Allah zijn. Daarom moet je nooit de hoop opgeven en blijven smeken en bidden. Voor anderen. En vergeet jezelf ook niet. Ook al heb je fouten gemaakt; als je toegeeft dat je fout zit en berouw toont en Allah gehoorzaamt, dan zal Hij je genadig zijn. Na al je zorgen, angst en verdriet, zal Allah jou van Zijn Genade schenken en zal Hij ook je omgeving begenadigen. En dat is mogelijk de belangrijkste les van het verhaal van de Profeet Joenoes عليه السلام.
We voelen ons op dit moment alsof we in de duisternis leven, alsof we onderdrukt worden. Onze landen zijn arm, de moslimgemeenschap is zwak en machteloos en er lijkt geen uitweg te zijn uit de huidige ellendige situatie in de wereld. Laten we onszelf er constant aan herinneren, dat wij als mensen niet heilig zijn, maar dat alleen Allah perfect is. Dat we daarom altijd ons heil bij Hem zoeken. “Er is geen god dan U. Heilig bent U. Ik was één van de onrechtvaardigen.”
O Allah, red ons zoals U Joenoes uit de duisternis van de maag van de grote walvis heeft gered. O Allah, schenk ons het geluk en de onvoorstelbare vreugde die Joenoes heeft ervaren toen hij terugkeerde naar zijn volk en ontdekte dat zijn mensen tot het geloof waren gekomen.
* Niet alle informatie kan gestaafd worden door wetenschappelijke bevindingen, maar we mogen ook vertrouwen op de kennis van onze voorouders.
Hoofdafb. pxhere.com