Eid al Adha (het offerfeest) is voor moslims een bijzondere dag, zeker als je in Mekka bent om daar de hadj te verrichten. Het is een feestdag is waarop we genieten van al het lekkere eten dat we samen delen. Tijdens het feest staat een offer centraal, waardoor we leren inzien dat de vreugde van het géven – iets waarmee we andere levens raken! – veel groter en dieper is dan de vreugde van het kríjgen.
Eid al Adha laat ons ieder jaar nadenken over het offer dat de Profeet Ibrahiem عليه السلام moest brengen in de vorm van zijn zoon Ismail عليه السلام. We kennen allemaal de mooie verhalen over deze twee bijzondere profeten. Maar we vergeten vaak de grote en belangrijke rol die hun vrouw en moeder Hajar speelde.
De onderschatte rol van Hajar
Hajar zorgde ervoor dat de erfenis van Ibrahiem عليه السلام – in de vorm van tawhied (monotheïsme) – kon voortleven. Haar onderwerping aan de wil van haar Rabb (Heer) en haar offer waren even bijzonder als die van haar man en zoon. God heeft haar zelfs geëerd in de Koran. Hij maakte Safa en Marwa een integraal onderdeel van het verrichten van de Hadj (bedevaart), een van de pijlers van de islam. Safa en Marwa zijn de twee heuvels waartussen Hajar heen en weer rende op zoek naar water voor haar zoontje, terwijl ze daar helemaal alleen was:
Voorwaar, Safa en Marwa behoren tot de aan Allah gewijde Tekenen. Wie dan de Hadj of de oemrah verricht naar het Huis (de Ka’ba), het is geen zonde als hij om beide (Safa en Marwa) loopt. En wie vrijwillig goede daden verricht, voorwaar, Allah is Waarderend en Alwetend. (Koran 2:158)
Eeuwig stromende Zamzam bron
In opdracht van Allah bracht Ibrahiem Hajar en Ismail عليه السلام naar de afgelegen, eenzame en onvruchtbare vallei bij Mekka. In die tijd was die nog niet bewoond, er bestond geen stad of nederzetting met die naam. Toen ze er aankwamen vroeg Hajar aan haar man:
“O Ibrahiem. Waar ga je heen terwijl je ons in deze vallei achterlaat waar er niets of niemand is (om te overleven)?” Ze herhaalde dat verschillende keren, maar hij keek niet om. Toen vroeg ze hem: “Heeft God je opgedragen dit te doen?” Hij antwoordde: “Ja…” (Sahih al-Bukhari, vol.4 nr 583)
Dat was voldoende voor Hajar, ze wist nu dat dit gebeurde volgens de Wil van God. Zij antwoordde toen, zoals de gewoonte was in hun gezin: “Dan zal God ons niet verwaarlozen.” Volgens een andere versie van het verhaal zei ze: “Ik ben tevreden dat ik bij God (achtergelaten) ben.” Daarop vertrok Ibrahiem en bleef ze alleen achter met haar kleintje.
Toen het voedsel en water dat ze hadden meegebracht op was, ging ze wanhopig op zoek naar water en kreeg uiteindelijk bezoek van de aartsengel Djibriel.
Dit is een belangrijk punt om bij stil te staan. Want aan wat voor soort mensen brengt Djibriel normaal een bezoek? Het is dus een enorm voorrecht dat Hajar op deze bijzondere manier hulp kreeg. Het water – in de vorm van een eeuwig stromende bron (Zamzam) – kwam rechtstreeks van God. En was daarmee de start van de stad Mekka. Hajar gaf de stam van Jurhum toestemming om zich bij hen en de waterbron te vestigen. En zo veranderde de verlaten vallei in bewoond gebied. Toen Ismail عليه السلام volwassen was, kwam Ibrahiem عليه السلام terug en legden ze samen de funderingen voor de Ka’ba.
Stichter van de stad Mekka
Hoe groot de toewijding van Hajar was, wordt duidelijk als je goed nadenkt in welke situatie zij zich bevond. Wat ging er in haar om daar, in die verlaten en onbewoonde vallei? Ze vertrouwde volledig op God en bleef ondertussen voortdurend op zoek, zonder nog aan zichzelf te denken maar aan het water dat ze nodig had om haar kind te redden. Dr. Ali Shariati doet in zijn boek Hajj een poging om ons een idee te geven van Hajars leven. Ooit was ze een slavin die door haar meester werd weggegeven; zo kwam ze terecht in het gezin van de Profeet Ibrahiem عليه السلام. Vervolgens werd ze achtergelaten en was ze voor de tweede keer in haar leven slachtoffer en vreemdeling; verbannen en in de steek gelaten door haar familie. Ze was daar helemaal alleen, met haar kind in haar armen! Ze heeft bijna nooit een waardige identiteit gehad. Als ze niet de moeder van Ismaïl عليه السلام was geweest, wie zou haar dan ooit erkenning of waarde gegeven hebben?
Maar daar – op die dorre plek die uit zou groeien tot de hoofdstad van de islam – deed haar identiteit er niet meer toe. En werd zij de stichter van de stad Mekka. De rol die de familie van Ibrahiem عليه السلام aanvankelijk vervulde, werd in grote lijnen overgenomen door de profeet Mohammed. Hij betrok er deze keer echter niet enkel zijn gezin bij, maar de hele geloofsgemeenschap:
Deze gemeenschap (oemma) werd gesticht voor de mensheid! (Koran 3:110)
Zo’n offer is een feest waard!
Als we kijken naar alle inspanningen van de familie van de Profeet Ibrahiem عليه السلام, alle tegenslagen, offers en inspanningen… dan weten we dat alles wat we doen niet nutteloos zal zijn, er gaat niets van verloren! En dat is ook de garantie die we in de Koran krijgen van niemand minder dan God zelf:
En hun Heer heeft hun (smeekbede) verhoord, (zeggend:) ‘Voorwaar, Ik doe het werk van de werkenden van jullie niet verloren gaan, of het nu man of vrouw is. Jullie komen uit elkaar voort. Zij die uitgeweken zijn en uit hun huizen verdreven werden, en die leden op Mijn Weg, en zij (die) doodden en gedood werden, Ik zal hun fouten zeker uitwissen en hen in de Tuinen (het Paradijs) binnenleiden waar onderdoor de rivieren stromen, als een beloning van bij Allah.’ En Allah, bij Hem is de goede beloning. (Koran 3:195)