Stel je eens voor dat je als Nederlander niet meer naar België mag reizen omdat de grenzen gesloten zijn. Het zou funest zijn voor het onderlinge contact tussen beide volkeren, nietwaar? Hier staan de economische en politieke ontwikkelingen nog los van. Juist bij twee landen die culinair, cultureel, historisch en etnisch zo erg op elkaar lijken – eigenlijk min of meer identiek zijn – is dit bijna niet voor te stellen.
Juist dát is er aan de hand met Turkije en Armenië, landen die al duizend jaar buren zijn. Er is grote behoefte aan het bouwen van bruggen waar beide volkeren ook daadwerkelijk iets aan hebben, maar ze staan nu lijnrecht tegenover elkaar. En dat terwijl ze echt als twee druppels water op elkaar lijken. Het is niet voor niets dat West-Europese missionarissen gedurende de negentiende eeuw in het Osmaanse Rijk, steevast de Armeniërs beschreven als ‘Christelijke Turken’.
Na meerdere trips naar Armenië, onderstreep ik die conclusie anno 2016 ook. De gastvrijheid van de Armeniërs doet niet onder voor die van de Turken, overigens net als hun thee en döner kebap. Toen ik landde in de Armeense hoofdstad, vochten Armeense taxibestuurders om mij naar mijn bestemming te mogen brengen. Niet omdat ze geld van me wilden, maar omdat het vier uur ‘s nachts was en ze bezorgd om me waren. Het is een tafereel dat je in een gemiddelde Anatolische stad ook kunt meemaken. Dat ik daarna door dorpsbewoners vrijwel vastgeklampt werd om de nacht bij hun thuis door te brengen, deed me ook erg denken aan Turkse dorpen. Bij de culinaire resultaten uit zowel de Turkse als de Armeense keuken – denk aan lavaş, pastırma, çay, imam bayıldı, karnıyarık, mantı, baklava – rinkelen ook erg veel belletjes.
Uit het oog verloren
Helaas is men deze grote overeenkomsten uit het oog verloren sinds de twee buurlanden synoniem geworden zijn met de discussie rondom wat er gebeurd is in 1915. Zeker nu het Duitse parlement overweegt om die gebeurtenissen aan te merken als genocide. Armeniërs zien de relocatie van opstandige minderheden in het Osmaanse Rijk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) als een massamoord. Volgens Turkije zijn er gedurende de Eerste Wereldoorlog slachtpartijen geweest aan alle zijden en is er geen sprake geweest van een systematisch beleid om de Armeniërs te vernietigen zoals in Nazi-Duitsland het geval is geweest met de Joden.
Zowel Turkije als Armenië houden krampachtig vast aan hun eigen terminologie. Armenië spreekt van de term genocide zoals deze in de volksmond wordt gebezigd, inclusief de bijbehorende emotionele lading. Turkije daarentegen gebruikt de juridische term voor genocide zoals vastgelegd in internationale verdragen en tribunalen. Deze strenge scheiding van beide termen heeft ertoe geleid dat beide landen hun hakken in het zand hebben gezet.
De Canadese historicus Gwynne Dyer verwoordde het enkele jaren geleden in 2009 al erg mooi: “Indien met genocide wordt bedoeld dat veel mensen omgekomen zijn, dan is 1915 beslist een genocide maar indien er gedoeld wordt op een juridische term waarbij van bovenaf een systematisch beleid is gevoerd om een specifiek volk uit te roeien uit racistische motieven, dan was het hoogstwaarschijnlijk geen genocide”. De 73-jarige Dyer – van huis uit militair historicus van de prestigieuze University of Oxford – schrijft al sinds 1976 over de discussie omtrent de gebeurtenissen van 1915 tussen Turken en Armeniërs. Na ruim 40 jaar weet Dyer zijn vinger op de pijnlijke plek te leggen: namelijk de terminologie van het woord genocide.
Emotionele verwerking
Net zoals ‘communisme’ niet meer “het zelfvoorzienend leven in een commune waar iedereen gelijk is” betekent en ‘democratie’ niet meer “het volk heerst” betekent, is ook de lading van ‘genocide’ inmiddels anders. Waar een moeder die net haar kind heeft verloren in een auto-ongeluk, de bestuurder ‘moordenaar’ noemt – terwijl het dood door schuld is – zo noemt Armenië de Turken de daders van een genocide. Net als de moeder die verdriet heeft om haar kind en eigenlijk weet dat de autobestuurder juridisch gezien geen moord heeft gepleegd, zo weet Armenië ook wel dat de term in wezen de lading niet dekt.
Het gaat echter om de emotionele verwerking van de term. Het is duidelijk dat Duitsland met de erkenning doelt op die emotionele lading. Juridische consequenties op het internationale toneel van recht heeft de uitspraak van het Duits parlement namelijk niet. Maar de focus ligt helaas niet op erkenning van de emoties, terwijl dat de enige manier is om tot elkaar te komen. Als ik kennis maak met iemand, dan richt ik mij in beginsel niet op de verschillen die wij hebben maar juist op de overeenkomsten die wij hebben. Zo maak je vrienden en zo kan je op een later tijdstip discussies voeren met deze vrienden over onderwerpen waar je juist niet dezelfde mening over hebt.