Koning Mansa Mousa van het Koninkrijk Mali van de veertiende eeuw wordt beschouwd als de rijkste persoon die ooit geleefd heeft. Hij bezat een kapitaal dat geschat wordt op 400 miljard dollar. Dit kapitaal is volgens celebritynetworth.com meer dan de familie Rothschild en John D. Rockefeller hebben vergaard. Het grote verschil met de huidige miljardairs is dat Mousa zijn welvaart en voorspoed deelde met zijn volk en de armen die hij onderweg tegenkwam.
Mansa Mousa (1280-1337) regeerde het Koninkrijk, dat zich uitstrekte van Mauretanië, Senegal, Gambia, Guinea, Burkina Faso, Mali, Niger, Nigeria tot aan Tsjaad, gedurende 25 jaar van 1312 tot 1337. Mansa Mousa wordt ook wel Kouta Mousa wordt genoemd. Hij kwam op de troon van het Koninkrijk Mali doordat zijn vader Abubakri II hem als troonopvolger aanwees toen hij op expeditie ging om de grenzen van de oceaan te verkennen. De expeditie bestond uit tweeduizend kano’s, waarvan er geen enkele terugkeerde. Abubakri II is waarschijnlijk verdronken. Sommige historici geloven dat enkele kano’s Amerika bereikt kunnen hebben, twee eeuwen voor Christoffel Columbus.
Goud en zout
Mousa vergaarde zijn ongeëvenaarde rijkdom door de productie in de zout- en goudmijnen in het land op te voeren. In zijn tijd leverde Mousa de helft van de wereldproductie aan zout en goud. Nieuws vanuit het Malinese Rijk verspreidde zich rap over het Middellandse Zeegebied, en handelaars uit Venetië, Granada en Genoa zetten al gauw ook Timboektoe op de kaart om de door hen vervaardigde producten tegen goud te ruilen.
Historische bedevaart
Toen Mousa zijn bedevaart verrichtte in 1324, was dit een historisch evenement dat zijn weerga niet kent. Hij had volgens de Arabische historicus Al-Umari een gevolg van duizenden bedienden – er is zelfs sprake van 12.000 bedienden – waaronder zijn vrouw met vijfhonderd van haar personeelsleden, honderd kamelen met elk honderdvijftig kilogram goud en vijfhonderd slaven die elk twee kilo aan goud droegen. Onderweg deelde hij het goud uit aan de armen en elke vrijdag liet hij een nieuwe moskee bouwen in de stad waar hij op dat moment verbleef.
Doordat hij zo gul goud uitdeelde, veroorzaakte hij een grote depressie. De goudprijs zakte, omdat er te veel voorhanden was. In de steden Caïro, Medina en Mekka bleef hierdoor de waarde van goud zeker tien jaar op een dieptepunt. Er staat geschreven dat Mousa zoveel had weg gegeven dat hij op de terugweg te kort kwam en dat hij hiervoor tegen een hoge rente geld moest lenen in Caïro. Anderen schrijven dat hij met het geleende geld het goud weer opkocht om de markt te herstellen.
Timboektoe
In 1330 viel het Mossi-rijk Timboektoe binnen en veroverde de stad, maar Mousa en zijn generaal heroverden Timboektoe binnen de kortste keren. Om de stad tegen toekomstige aanvallen te verdedigen, besloot hij een vestingmuur en fort van steen te bouwen. Ook bouwde hij een aanzienlijk leger op.
Vanwege de invloed van Mousa werd Timboektoe het centrum van handel, cultuur en islamitische geleerdheid en een van de beroemdste steden ter wereld. Handelaren brachten goederen mee uit het Midden-Oosten, Egypte en andere Afrikaanse koninkrijken. De universiteit van Sankore in Timboektoe werd onder Mousa’s bewind voorzien van een uitgebreide Arabische boekencollectie, religieuze geleerden, juristen, astronomen en wiskundigen die hij op de terugweg van de bedevaart had meegenomen. Het grootste deel van bevolking van zijn Rijk in die tijd was niet-islamitisch, maar Mousa was en bleef een overtuigd moslim, waarvan bekend is dat hij trouw de zakaat (armenbelasting) betaalde.
Groots staatshoofd
Mousa bouwde steden met moskeeën en scholen in Timboektoe, Gao, Djenné en Ségou. Hij huurde architecten in vanuit Spanje en Caïro, zoals Abu Isack es Saheli, om paleizen en de grote Djinguereber moskee in Timboektoe te bouwen.
Gedurende deze periode was de levensstandaard in de belangrijkste steden van Mali van hoog niveau. Op het hoogtepunt van zijn macht had Mali minstens vierhonderd steden en was de Nigerdelta zeer dichtbevolkt.
Mousa voerde in een groot deel van zijn Rijk één rechtssysteem in voor de openbare orde en veiligheid. Hij deed dit zo succesvol dat de Marokkaanse schrijver Ibn Battuta, die twaalf jaar na de dood van Mousa door Mali reisde “een complete en algemene veiligheid in het land” ervoer. Dit was een groot politiek succes, en daarmee is Mousa een van werelds grootste staatshoofden aller tijden.
Vergane glorie
Na Mousa’s dood in 1337 bleken zijn erfgenamen niet in staat om zijn fortuin te bewaken. Mousa werd opgevolgd door zijn zoon Maghan, die in een paar jaar tijd een groot deel van Mali’s rijkdom verkwistte. In 1400 werd Timboektoe door Toearegs veroverd en brak er een oorlog uit tussen Mali en het opkomende Songhai-rijk. In 1546 was heel het rijk door de Songhai veroverd.
Het paleis van Mousa is inmiddels vergaan net als de rest van de glorie, maar de universiteit en de moskeeën bestaan tot vandaag de dag. Zij zijn het bewijs van de Gouden Eeuw van het Koninkrijk Mali op het Afrikaanse continent.
bron: atlantablackstar.com, blackhistorypages.com, wikipedia
afb. wikipedia, Flickr