Als klein kind kwam ik al vroeg met hem in aanraking. Daar waar mijn oma t رحمها الله (dat Allah haar genadig moge zijn) haar leven doorbracht en waar niet zo ver vandaan mijn moeder het levenslicht zag. De stad waar één naam domineert, waar je ook gaat. Wie in de stad Tanger in het noorden van Marokko is geweest of daar bekend is, zal de naam van de ontdekkingsreiziger Ibn Battuta ongetwijfeld vaak voorbij hebben zien komen. Maar wie was Ibn Battuta en waarom is hij zo bekend?
In deze driedelige reeks nemen we je mee op zijn reisavonturen…
“Reizen – het maakt je sprakeloos en verandert je vervolgens in een verhalenverteller…”
Eén van de fameuze uitspraken van Ibn Battuta in zijn ‘Kitaab Rihla’.
Ibn Battuta, dé naam die triomfeert in het noorden van Marokko en met name in Tanger. Zijn volledige naam was Abu ‘Abdullah Muhammad Ibn Battuta رحمه الله (dat Allah hem genadig moge zijn).
Hij werd door veel westerlingen ook wel de islamitische Marco Polo genoemd en stond bekend om zijn ontdekkingsreizen.
Naar verluidt legde hij in de 14e eeuw circa zo een 120.000 kilometer af naar bijna alle moslimlanden. Tijdens zijn reizen hield hij een dagboek bij, dat hij ook een aantal keren kwijtraakte, maar zijn scherpe geheugen zorgde ervoor dat zijn herinneringen voor ons bewaard zijn gebleven. Zijn reizen zijn gedocumenteerd in zijn ‘Kitaab Rihla’ (Boek van de Reis). Zijn reisverslagen hebben tot vele boeken geleid.
Zijn eerste bestemming
Ibn Battuta kwam uit een familie die een aantal moslimrechters (quddaa’) voort had gebracht. Hij ontving de traditionele juridische en literaire opleiding in zijn geboortestad Tanger. In 1325 – op zijn 21ste – ving hij aan met zijn reizen. Zijn eerste bestemming was de Hadj naar Mekka. Aanvankelijk was het zijn doel om die religieuze plicht te vervullen en om zijn kennis te verbreden door te studeren bij beroemde geleerden in onder andere Egypte, Syrië en de Hidjaz-regio (het westen van Saudi-Arabië).
Uiteindelijk haalde hij vele diploma’s en daardoor kon hij onderweg vaak de functie van rechter vervullen.
Een passie voor reizen wordt geboren
De bekendheid van Ibn Battuta zou later pas volgen. In Egypte, waar hij via Tunis en Tripoli aankwam, werd in zijn ziel een onweerstaanbare passie voor reizen geboren. Hij besloot hierop zoveel mogelijk delen van de wereld te bezoeken. Zijn fameuze uitspraak was: “Passeer nooit een weg die je reeds hebt gepasseerd.”
Nieuwe landen en volkeren leren kennen
Zijn tijdgenoten reisden om praktische redenen (zoals handel, bedevaart en onderwijs), maar Ibn Battuta deed het voor zichzelf. Hij ervoer een vreugde als hij nieuwe landen en nieuwe volkeren leerde kennen. Hij verdiende er zijn brood mee en profiteerde in het begin van zijn wetenschappelijke status en later van zijn toenemende bekendheid als reiziger. Hij genoot van de vrijgevigheid en welwillendheid van talrijke sultans, heersers, gouverneurs en hoogwaardigheidsbekleders in de landen die hij bezocht. Zo verzekerde hij zich van een inkomen dat hem in staat stelde zijn avontuurlijke reizen voort te zetten.
Vanuit Caïro naar Mekka en Medina
Vanuit Caïro vertrok Ibn Battuta naar de Rode Zee, de langgerekte binnenzee tussen Azië en Afrika. Daarna keerde hij terug en bezocht Syrië, waar hij zich bij een karavaan naar Mekka voegde. Nadat hij de pelgrimstocht in 1326 had beëindigd, stak hij de Arabische woestijn over naar Irak, Zuid-Iran, Azerbeidzjan en Bagdad. Daar ontmoette hij de laatste van de Mongoolse heersers van Iran, Abu Sa’d, die regeerde van 1316-1336.
Ibn Battuta bracht de jaren tussen 1327 en 1330 door in Mekka en Medina en leidde het rustige leven van een toegewijde moslim en asceet. Maar het lag niet in zijn aard om zo lang ergens op één plek te verblijven.
Over land en over zee
Aan boord van een boot in Djedda zeilde hij met een aantal volgelingen langs beide oevers van de Rode Zee naar Jemen. Hij stak Jemen over land over en klom weer aan boord in de golf van Aden. Deze keer navigeerde hij langs de oostkust van Afrika en bezocht hij de handelsstaten tot aan Kilwa (Tanzania). Zijn terugreis bracht hem weer naar het Zuiden van het Arabische schiereiland, Oman, Hormuz, Zuid-Perzië en over de Perzische Golf terug naar Mekka in 1332.
In deel II gaat de reis van Ibn Battuta verder naar Turkije, ‘het Westen’ en naar India, waar zijn leven in gevaar is.