Hij offerde drie jaar van zijn carrière op en riskeerde een gevangenisstraf puur en alleen omdat hij weigerde te dienen in de Viëtnamoorlog omwille van zijn geloof, de islam. En nadat hij de ziekte van Parkinson kreeg, zei hij: “Allah gaf mij de ziekte van Parkinson om mij te laten zien dat ik niet de grootste ben. Dat is Hij!”
We hebben het over de Amerikaanse profbokser Muhammad Ali, die op 3 juni 2016 naar Allah terugkeerde, dat Allah hem genadig moge zijn.
Lees tien dingen over Muhammad Ali die je wellicht nog niet wist.
1. Ali’s moeder voedde hem op als baptist
Ali’s vader, Cassius Clay Sr., was een methodist, maar hij liet het toe dat zijn vrouw, Odessa O’Grady Clay, hun beide zoons Cassius en Rudolph als baptist op zou voeden. In de biografie Muhammad Ali: His Life and Times, staat dat de bokser er het volgende over zei:
“Mijn moeder is een baptist en toen ik opgroeide, leerde zij mij alles wat ze wist over God. Elke zondag kleedde ze me netjes aan en nam ze mij en mijn broer mee naar de kerk en leerde ons wat in haar ogen het juiste was. Ze leerde om ons van mensen te houden en om iedereen met vriendelijkheid te behandelen. Ze onderwees ons dat het verkeerd was om vooroordelen te hebben of te haten. Ik ben van religie veranderd sinds die tijd, maar haar God is nog steeds God; ik geef Hem alleen een andere naam.”
2. Ali hield zijn lidmaatschap van de Nation geheim
Ali kwam voor het eerst in contact met de Nation of Islam in 1959 toen hij in Chicago was voor een Golden Gloves-toernooi en hij woonde de eerste bijeenkomst bij in 1961. Het jaar erop regelde zijn vriend Sam Saxon een ontmoeting met Malcolm X. Ali en Malcolm X werden goede vrienden en Malcom stond langs de ring toen Ali Sonny Liston versloeg in 1964 om wereldkampioen zwaargewicht te worden. Hij was toen nog maar 22 jaar oud en hij verdedigde zijn titel in totaal 19 keer.
Het was pas na deze wedstrijd dat hij zijn lidmaatschap officieel bekend maakte. Hij zei destijds (via Vice): “Ik was ervan uitgegaan dat ze me onder druk zouden zetten als ik het bekend had gemaakt. Daarom heb ik het drie jaar lang stil gehouden. Ik glipte naar binnen bij de bijeenkomsten, via de achterdeur glipte ik naar binnen. En voordat ik naar binnen ging, checkte ik of er een politie-agent in de buurt was die ik moest passeren. Maar nadat ik Sonny Liston versloeg, nadat ik meer te zeggen had en mijn positie verstevigd had …, heb ik het bekend gemaakt.”
Het eerste wat hij hierna doet is zijn naam veranderen. Zijn achternaam was Clay, het was een slavennaam die aan zijn voorouders gegeven was door hun slavendrijver. Hij noemde zichzelf vervolgens een tijdje Cassius X. Maar de stichter van de Nation of Islam, Elijah Muhammad, gaf hem een andere voornaam: Muhammad Ali.
Het was ook in deze tijd dat hij een gedicht schreef met de woorden: “Ik ben de grootste.” Met deze woorden werd hij wereldberoemd. Hij bracht zelfs een langspeelplaat uit met o.a. de tracks: “I am the greatest” en “I am the double greatest”.
3. De reden dat hij moslim werd
In het boek Ali: A Life van schrijver Jonathan Eig staat wat de aanleiding was voor Muhammad Ali om geïnteresseerd te raken in de islam. Hij schreef in een brief aan zijn tweede vrouw, Khalilah Camacho-Ali en beschreef daarin dat hij in zijn geboorteplaats Louisville in de buurt van de schaatsbaan een cartoon zag in een krant van de Nation of Islam genaamd Muhammad Speaks. De cartoon illustreerde hoe witte slaveneigenaren hun slaven op brute wijze sloegen en eisten dat ze tot Jezus zouden bidden. De boodschap was: het christendom is de religie van het onderdrukkende witte establishment. “Ik hield van die cartoon,” schreef Ali. “Het deed iets met me. En het was overtuigend.”
Ali beschouwde zijn christelijke opvoeding als ‘leeg’ en zocht een nieuw spiritueel huis, dat hij in eerste instantie vond in de Nation of Islam. Hij bleef 15 jaar trouw als een Black Muslim, zoals de leden van de Nation werden genoemd. Daarna bekeerde hij zich tot de soennitische islam en aan het eind van zijn leven koos hij voor het islamitische soefisme.
4. Waar had hij spijt van?
In dezelfde periode dat Ali het publiek maakte dat hij lid was van de Nation of Islam, brak Malcolm X juist met de beweging. Elijah Muhammad had Malcolm verboden om zich publiekelijk uit te spreken als mensenrechtenactivist. Omdat Ali besloot om Elijah Muhammad trouw te blijven, eindigde hiermee ook de vriendschap tussen Ali en Malcolm.
De co-auteur van Blood Brothers: The Fatal Friendship Between Muhammad Ali and Malcolm X, Randy Roberts schreef dat het hem achteraf speet. “Een van de dingen waar hij het meeste spijt van had – en hij heeft het regelmatig erover gehad – is dat hij het nooit meer goed gemaakt heeft met Malcolm, dat hij Malcolm nooit heeft verteld dat hij zo zoveel voor hem betekend heeft.”
5. Hij was een dienstweigeraar
In 1966 werd Muhammad Ali opgeroepen om te dienen in het Amerikaanse leger. Op 28 April 1967 was de dag dat hij zou beginnen, maar toen zijn naam geroepen werd, stapte hij niet, zoals het hoorde, naar voren, waarbij het het risico liep op vijf jaar gevangenschap en een boete van 10.000 dollar.
Ali gaf aan dat hij gewetensbezwaarde was als Black Muslim, maar werd alsnog opgepakt en veroordeeld. Hij mocht de uitkomst van de strafzaak in vrijheid afwachten. In hoger beroep verklaarde hij:
“Mijn geweten laat het mij niet toe mijn broeder neer te schieten, of gekleurde mensen, of arme mensen in de modder voor een groter machtiger Amerika. En waarvoor zou ik ze neerschieten? Ze hebben me nooit een ‘nikker’ genoemd, ze hebben me nooit gelyncht, zij hebben geen honden op me afgestuurd, zij hebben mij mijn nationaliteit niet afgepakt, zij hebben mijn moeder en vader niet verkracht en vermoord….. Waarom zou ik ze neerschieten? Hoe zou ik arme mensen kunnen neerschieten? Breng me dan maar naar de gevangenis!”
Zijn houding werd destijds niet bepaald gewaardeerd in Amerika. De New Yorkse bokscommissie nam Ali zijn licentie en zijn titel af toen hij gearresteerd werd. Andere bokscommissies deden hetzelfde en Ali vocht pas weer in 1970. Het jaar erop werd zijn veroordeling ongeldig verklaard door het Hooggerechtshof.
6. Hij kiest voor de soennitische islam
Net als Malcolm X, verlaat Ali de Nation en omarmt hij na de dood van Elijah Muhammad de meer gangbare soennitische islam in 1975. Dit was mede ingegeven door de zoon van Elijah Muhammad, Warith Deen Mohammed, die de Nation of Islam omvormde tot een soennitische beweging en die de blanken als medegelovigen zag. Dit werd niet door alle leden van de Nation verwelkomd, maar Muhammad Ali stond achter hem.
Hij zei: “We hebben allemaal dezelfde God, we aanbidden Hem alleen op verschillende manieren. Rivieren, meren, vijvers, beekjes, oceanen, ze hebben elk een andere naam, maar ze bevatten allemaal water. Op dezelfde wijze hebben religies verschillende namen, maar er zit overal waarheid in en worden geuit op verschillende manieren in verschillende tijden. Het maakt niet uit of je moslim bent, een christen of een jood. Als je in God gelooft, zou je moeten geloven dat alle mensen deel uitmaken van één familie. Als je van God houdt, kun je niet alleen van sommige kinderen houden.”
7. Hij deed politieke uitspraken
In 1990 ontmoette hij Saddam Hussein om het voor elkaar te krijgen dat Amerikanen die vastgehouden werden na de inval in Kuwait vrij te krijgen. En in 1991 onderhandelde hij met Iran over de vrijlating van Amerikaanse gijzelaars.
Hij sprak zich ook uit tegen islamitische extremisten die de terreuraanslagen op 11 september 2001 uitgevoerd zouden hebben. Op dezelfde dag had hij een interview dat al ingepland stond met Reader’s Digest door Howard Bingham, die hem vroeg naar zijn reactie op de aanslagen: “Ik ben er boos over dat de wereld ervan uitgaat dat een bepaalde islamitische groepering deze verwoesting heeft veroorzaakt, want ze zijn geen ware moslims. Het zijn racistische fanatici die zichzelf moslim noemen die de moord van duizenden op hun geweten hebben….Moorden plegen zoals in dit geval kan nooit gerechtvaardigd worden. Het is ongelooflijk. Ik zou nooit onschuldige mannen, vrouwen en kinderen pijn kunnen doen. Islam is een religie van vrede. Het promoot geen terrorisme of het doden van mensen.”
Ook heeft hij zich uitgesproken tegen Donald Trump die destijds presidentskandidaat was voor de Republikeinen, toen hij een voorstel deed om moslims de toegang tot de VS te ontzeggen. Hij hield een persverklaring, getiteld: “Presidential Candidates Proposing to Ban Muslim Immigration to the United States,” in december 2015:
“Ik ben een moslim en er is niets islamitisch aan het doden van onschuldige mensen in Parijs, San Bernardino, of waar dan ook ter wereld…. Ik geloof, dat onze politieke leiders hun positie zouden moeten gebruiken om begrip te creëren voor de religie van de islam en verklaren dat deze misleide moordenaars ervoor hebben gezorgd dat de mensen een verkeerd beeld van de islam hebben,” zo meende Ali.
8. Zijn interesse voor het islamitisch soefisme groeit
In zijn biografie The Soul of a Butterfly, maakte Ali bekend dat hij geïnteresseerd was in het soefisme. Volgens zijn dochter Hana Yasmeen Ali was hij beïnvloed door de boeken van Hazrat Inayat Khan, een Indiase musicus en soefiemeester die van 1882 tot 1927 leefde, die een meer universalistisch soefisme aanhing. Later liet hij zich begeleiden door islamitische soenni-soefie geleerden zoals de groot moefti van Syrië, Almarhum Asy-Syaikh Ahmed Kuftaro, shaikh Hisham Kabbani, imam Zaid Shakir, shaikh Hamza Yusuf en dr. Timothy J. Gianotti. Het was Gianotti die gedurende de laatste dagen van zijn leven aan zijn bed zat en ervoor zorgde dat zijn begrafenis volgens de islamitische regels en rituelen zou verlopen.
9. Ali deed veel aan liefdadigheid
Ali bleef proberen om anderen te overtuigen van de islam en hij deed heel veel aan liefdadigheid. Zijn dochter Hana vertelde aan Beliefnet: “Het geloof was heel belangrijk voor hem en om voor het geloof op te komen. Hij probeert nog steeds mensen over te halen tot de islam, maar het is nu anders als voorheen. Zijn gezondheid en spiritualiteit zijn veranderd. Het gaat niet zozeer meer over het geloof, maar over het gelukkig maken van mensen, aan liefdadigheid doen, mensen en goede doelen steunen.” Zelf zei hij over liefdadigheid: “Andere mensen een dienst verlenen, is de huur die je betaalt voor je plek hier op aarde.”
10. Ali geeft toe: “Ik ben niet de grootste.”
In 1981 stopte Ali met het boksen. Hij wordt gezien als één van werelds grootste boksers aller tijden. Op 3 juni 2016 overlijdt hij. “Na een gevecht van 32 jaar met Parkinson is Muhammad Ali op 74-jarige leeftijd overleden,” stond er in de kranten en online te lezen. Het was het zwaarste gevecht dat hij ooit geleverd had, zoals Ali dat zelf uitlegde: “God zal niet een last op iemands schouders leggen die hij niet kan dragen. Het zwaarste gevecht in mijn leven is Parkinson. God gaf mij deze ziekte om te laten zien dat ik niet de grootste ben. Dat is Hij! En nee, het doet geen pijn. Het is moeilijk om uit te leggen. Ik word getest om te zien of ik doorga met bidden, of ik mijn geloof behoud. Alle grote mensen worden getest door God.”
Bronnen:
heavy.com/, time.com/, historyofislam.com/ hoofdafb. flickr.com