“Wat mij dan ook het meeste opviel was de schoonheid van de Koran; het was bijna hypnotiserend om te lezen. En natuurlijk herkende ik er veel in. Het enige echte grote verschil was, mijn inziens, dat Jezus in de Bijbel gezien wordt als de zoon van God, terwijl hij in de Koran gepresenteerd werd als een bijzonder vreedzame, verlichte en verstandige profeet.” De Dagelijkse Standaard-redacteur Michael van der Galiën (geb. 1984) over zijn werk en zijn ervaringen met de Ramadan als soefi-moslim.
Als 17-jarige scholier aan de middelbare school (VWO) was Michaël buitengewoon geobsedeerd met Amerika. Eerst las hij websites van grote kranten, maar daarna begon hij al snel Amerikaanse blogs te lezen. “Hoe meer blogs ik las, hoe geobsedeerder ik raakte. Er was helaas wel één probleem: ik merkte dat – hoewel ik zeker rechts van het midden was, ook in Amerika – er eigenlijk geen enkele blogger was die mijn gedachten honderd procent juist verwoordde. Mijn conclusie was dus dat ik iets had toe te voegen aan het debat in the States; je bent jong en denkt dat je de hele wereld kunt veroveren. Het gevolg was dat ik een eigen website opzette (Liberty & Justice).”
De Dagelijkse Standaard
“Nadat ik een paar maanden bezig was werd ik opgemerkt door grote Amerikaanse bloggers, waaronder Joe Gandelman van The Moderate Voice. Hij vroeg me om voor hem te schrijven. Dat deed ik natuurlijk met alle liefde. Al snel groeide ik daar uit tot redacteur (managing editor zelfs), en schreef ik niet alleen zelf stukken, maar gaf ik ook leiding aan een groep andere bloggers.
Hoewel ik toen net rechts van het midden was, werd ik steeds conservatiever. Het gevolg was dat ik niet meer bij TMV paste. Daarom zette ik mijn eigen website op (in het Engels), en maakte ik de overstap naar andere Amerikaanse sites, waaronder Big Hollywood (van Andrew Breitbart) en websites van David Horowitz (FrontPage Magazine en NewsReal Blog). In die periode kreeg ik ineens – out of the blue – een email van Telegraaf-columnist Joshua Livestro. Hij vertelde me dat hij een site wilde opzetten voor overwegend rechtse Nederlanders en vroeg me of ik daar deel van wilde uitmaken. Dat wilde ik natuurlijk erg graag; ik was er namelijk van overtuigd dat Nederland wel een rechtse site kon gebruiken. Dat werd De Dagelijkse Standaard. In de tussenliggende jaren werd ik vervolgens redacteur, daarna adjunct-hoofdredacteur, en vorig jaar werd ik eindelijk hoofdredacteur.”
Bekering
Wat deed Michaël van der Galiën besluiten om zich te bekeren tot de islam? “Helaas is het moeilijk om daar direct antwoord op te geven. De meeste bekeringen gaan namelijk rustig – het kost tijd om bekend te worden met een andere religie – ik was christen – en vervolgens duurt het nog langer tot je besluit om die nieuwe religie te omarmen.
Wat er bij mij gebeurde is in essentie heel simpel: op de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) ontmoette ik een geweldig lief en mooi meisje uit Turkije, Esma. Ze was naar Nederland gekomen als uitwisselingsstudente in het kader van het Erasmus-programma. We leerden elkaar kennen en werden eigenlijk onmiddellijk verliefd op elkaar. In die beginfase van onze relatie was ik christen en zij moslima. Hoewel dat af en toe debatten opleverde, was het niet onoverkomelijk. Toch besloten we dat het handig was als we elkaar beter probeerden te begrijpen. Daarom begon zij wat in de Bijbel te lezen en ik in de Koran.
Schoonheid van de Koran
Hoewel er natuurlijk gewelddadige verzen in de Koran staan, was ik daar niet zo door van slag. Die verzen bestaan immers ook in het Oude Testament. Wat telt is hoe je ermee omgaat – hoe je ze interpreteert. Wat mij dan ook het meeste opviel was de schoonheid van de Koran; het was bijna hypnotiserend om te lezen. En natuurlijk herkende ik er veel in. Het enige echte grote verschil was, mijn inziens, dat Jezus in de Bijbel gezien wordt als de zoon van God, terwijl hij in de Koran gepresenteerd werd als een bijzonder vreedzame, verlichte en verstandige profeet.
Steeds vaker begon ik na te denken over de diepere boodschap van de Koran, en dan met name met betrekking tot het verschil over Jezus én met betrekking tot de godsopvatting. Ik zette christelijke argumenten tegenover islamitische argumenten over de eenheid van God, Zijn grootheid en macht, en liep tegen een enorme muur aan: als God almachtig is – en dat is Hij – waarom zou het dan nodig zijn voor Hem om, als Hij ons wil vergeven voor onze zonde, naar aarde te komen als een mens, vreselijk te lijden, vermoord te worden, en daarna als hoogtepunt ook nog eens te herrijzen. De islamitische opvatting van Jezus vond ik veel overtuigender: een profeet, maar niet de zoon van God. Als God wil vergeven doet hij dat, daar heeft hij geen ‘offerlam’ in de vorm van een mens én zichzelf voor nodig.
Roemi
Aangezien Esma terug moest naar Turkije, ging ik na de eerste zes maanden dat ze in Nederland was geweest regelmatig naar dat land. Daar ‘ontdekte’ ik Mevlana (of Roemi) en ging ik voorzichtig af en toe naar een moskee. Mevlana raakte mij bijzonder diep; geen enkele andere dichter of schrijver had zo’n grote indruk op mij gemaakt. Vervolgens bezocht ik enkele moskeeën waar ik echte spirituele ervaringen had. Ik begreep: God is hier.
Al die aspecten – al die gebeurtenissen en ervaringen – drongen steeds dieper door, waarna ik op een gegeven moment het besluit nam om definitief moslim te worden. Hoewel ik dacht dat dit bijzonder moeilijk zou zijn voor mezelf – het is niet gemakkelijk om afscheid te nemen van het geloof van je kindertijd – bleek dit helemaal niet zo te zijn. De overstap was snel gemaakt – geestelijk in ieder geval.
Ramadan
Michaël woont inmiddels al een aantal jaren voor een deel in Izmir samen met zijn Turkse vrouw. De Ramadan is wat hem betreft één van de mooiste maanden van het jaar. “Ik ben nu in Turkije en het leeft hier echt; heel anders dan in Nederland waar er natuurlijk maar een heel kleine minderheid is die de vastenmaand serieus neemt, wat niet zo gek is aangezien een kleine minderheid van de Nederlanders moslim is.
Dat gezegd hebbende ga ik er wel anders mee om dan veel andere moslims, zeker wat bekeerlingen betreft. Voor mij is de Ramadan eerst en vooral een periode waarin ik mijn eigen leven, daden en woorden overdenk, en dichter bij God probeer te komen door met Hem te communiceren, de Koran te lezen, en te bidden. Ook beschouw ik Ramadan als dé maand waarin je anderen probeert te helpen. Zo geven mijn vrouw en ik een deel van ons inkomen (en nettowaarde) aan arme mensen in Turkije – waarvan er helaas nogal wat van zijn. Dit volgens de bekende rekensleutel waarmee dit bedrag wordt bepaald in de Ramadan.
Niet in staat om de hele maand te vasten
Voor veel andere moslims staat het vasten zelf natuurlijk centraal, maar voor mij niet. Ik vast weliswaar een paar dagen tijdens de Ramadan, maar over het algemeen ben ik niet in staat om de hele Ramadan te vasten. De redenen? Als ik vast ben ik eigenlijk niet in staat om mijn werk goed te doen, wat natuurlijk een doodzonde is aangezien ik er gewoon voor betaald word. Wat mij betreft is het min of meer diefstal als je jouw gewone salaris betaald krijgt, maar er weinig werk tegenover zet. Daar wil ik me niet schuldig aan maken. Daar komt bij dat het vasten me erg zwaar valt, zeker in Turkije. Het niet eten is geen probleem, maar het niet drinken is echt ongelooflijk zwaar, zeker in temperaturen van rond de 40 graden, en al helemaal in combinatie met een actief leven en werk. Sterker nog, voor mij is dat haast niet te doen. Vandaar dus dat ik geld geef aan de armen.
Wat ik wél vaak doe is dat ik dagen neem waarop ik half vast. Ik eet dan niet, maar drink af en toe wel water als ik erg dorst heb. Volgens fundamentalisten ‘telt’ dat niet, maar dat vind ik een bijzonder vreemde uitspraak. Ten eerste weet alleen God wat wel en niet telt, en ten tweede gaat het er niet zozeer om wat telt, maar om het krijgen van zelfdiscipline én waardering voor al het mooie en goede dat God ons geeft. Als dit mij in staat stelt om mijn werk te doen terwijl ik God wel dankbaar ben voor alles wat hij mij geeft, wie is een ander dan om daar commentaar op te leveren. Op de dag dat ik voor God sta zal ik mij verantwoorden – en dan niet aan die anderen, maar aan God.”
Niet weglopen voor problemen
DDS (De Dagelijkse Standaard) staat niet bepaald bekend als pro-Islam, ondervindt hij geen problemen op zijn werk? “Wat is ‘niet bepaald bekend als pro-Islam’? Dat is een uitspraak waar ik eigenlijk niets mee kan. DDS is de afgelopen maanden buitengewoon veranderd. We focussen ons op positief nieuws; we willen verhalen vertellen over mensen die (vrijwillig) in actie komen om hun eigen leven en dat van anderen te verbeteren. Tegenwoordig benadrukken we dat soort verhalen elke dag. Negativiteit is eigenlijk out the door.
Daar komt bij dat we op DDS, ook in de jaren hiervoor, altijd veel positieve aandacht hebben besteed aan islamitische hervormers en andere verlichte moslims. De Amerikaanse moslim Zuhdi Jasser bestrijd het fundamentalisme elke dag; op DDS hebben we verschillende artikelen over hem geschreven. Datzelfde geldt voor Irshad Manji, een moslima uit Canada. Natuurlijk is er ook nog het meisje Malala dat zich inzet voor vrouwenonderwijs in Pakistan (en Afghanistan). Ook zij wordt gezien als een heldin – niet alleen door schrijvers op DDS, maar ook door veel andere journalisten en bloggers.
Natuurlijk waren er voorheen veel schrijvers op DDS die buitengewoon kritisch – en terecht! – waren over de fundamentalistische islam. En ja, dat zijn we wellicht nog steeds. Maar dat is alleen maar gezond, zeker ook omdat het debat over het fundamentalisme overal gevoerd moet worden, niet in de laatste plaats in de islamitische gemeenschap zelf. Het fundamentalisme veroorzaakt veel problemen. Moslims moeten daar niet voor weglopen, maar er eerlijk over zijn.
Tenslotte hebben we zeer zeker ook islamkritiek gepubliceerd, maar ook wat dat betreft zie ik het probleem niet. We zijn geen middeleeuwse barbaren, maar verstandige, verlichte mensen die het debat niet schuwen. Het christendom wordt bekritiseerd, het judaïsme wordt regelmatig op de korrel genomen in Nederland (en daarbuiten!), en ja, datzelfde geldt voor de islam. Een religie die daar niet tegen kan, is niets waard.
“Niet iedereen wil met me werken”
In hoeverre ik er ‘last’ van heb gehad dat ik moslim ben… Tja, er zijn mensen geweest die niet met me wilden werken. Dat is natuurlijk dieptriest, maar ik maak daar geen halszaak van. Als mensen zo beperkt zijn – soit. Ik doe mijn ding en zorg ervoor dat ik een positieve bijdrage lever aan de wereld. Wat een ander daarvan vindt – en waarom – is voor mij volstrekt irrelevant.
Natuurlijk krijg ik soms ook kritiek van lezers die me ervan beschuldigen ‘niet kritisch genoeg te zijn’ op ‘de islam.’ Mijn standpunt lijkt me duidelijk: ik ben buitengewoon gepassioneerd tegen het fundamentalisme en de radicale islam, maar ik loop niet weg voor mijn eigen religieuze en spirituele opvattingen. Mensen die daar problemen mee hebben moeten mijn artikelen maar niet lezen; dat bespaart hun een hoop frustraties en mij ook. Een echte win-win situatie dus.”
Kijk en luister naar David Wood on you tube… or the apostate phrophet… Dan weet je (ik in ieder geval) wat je v d Islam moet… Mag… Denken. en naar mijn
Mevning is DAT WAT IS… Geen HIJ of Hem… Dus mannelijk, ook niet vrouwelijk maar HET.
HET ORDENENDE PRINCIPE . In the Uni Verse.