Toen ik net bekeerd was, voelde me ik overspoeld door de vele regels waar ik me volgens de boeken en mijn medemoslims aan zou moeten houden. Dat besef schoot door mijn hoofd toen ik onderstaand pleidooi las van de Amerikaanse moslimschrijfster Umm Zakiyya waarin zij oproept tot meer medemenselijkheid in de moslimgemeenschap.
Inmiddels ben ik vijftien jaar verder en is het verschil tussen hoofd- en bijzaken wel min of meer duidelijk. Maar toch blijft er altijd dat knagende gevoel: doe ik het wel goed als moslim? Empathie is soms ver te zoeken. Ik voel me nog steeds in een hoek gedrukt als het woord ‘moeten’ te vaak wordt gebruikt.
Umm Zakiyya zegt het volgende: “Het lijkt erop dat moslims vandaag de dag denken dat regels en adhab (etiquette) hét antwoord en enige medicijn zijn voor elk levensprobleem. Het lijkt wel of we de mens die pijn voelt of die onrecht is aangedaan, niet serieus willen nemen en dat we de klachten wegwuiven.”
Medemenselijkheid
“Het blijkt moeilijk om écht te luisteren naar het lijden van anderen en hen te laten voelen dat hun aanwezigheid en behoeftes er toe doen. In plaats daarvan schieten we als moslims vaak in de extremen. Door te suggereren dat we als goede gelovigen de daders zouden moeten vergeven en dat we – wat er ook gebeurt! – onze ouders, onze echtgenoot en onze geleerden moeten respecteren. Ook al zijn zíj degenen die de pijn hebben veroorzaakt.
Terwijl het enige belangrijke dat je op zo’n moment kunt doen, is je volle hart en oren geven aan degene die pijn heeft en – zonder mitsen en maren – zeggen ‘Ik hoor je’.” Dit is ook precies hoe Allah in soera Al-Mujaadilah (De vrouw die pleitte) omgaat met Khawlah bint Tha’labah, een vrouw die zich bij de profeet beklaagt over haar echtgenoot:
God heeft haar wel horen spreken die met jou over haar echtgenoot twist en tot God klaagt. Hij hoort namelijk jullie gesprek; God is Alhorend en Alziend. (Koran 58:1)
Allah begint Zijn antwoord niet met het opsommen van de regels, ondanks dat het hier gaat om een echtgenoot die zijn vrouw pijn heeft gedaan; binnen een relatie dus die duidelijk omschreven verantwoordelijkheden met zich meebrengt. Ook herinnert Allah de vrouw niet aan de rechten die haar man over haar heeft, of hoe hij als echtgenoot haar paradijs of hel is. Nee, Allah begint eerst en vooral met vast te stellen dat hij de vrouw heeft gehoord; “qad sami’a Allah…”, God heeft haar wel horen spreken.
Emotionele wonden
We leren dus dat écht goed advies altijd begint met goed luisteren. Natuurlijk moeten we daarbij ook kijken of er regels zijn die ons richting een rechtvaardige oplossing kunnen brengen. Soms zullen de regels helder en toepasbaar zijn, maar veel vaker blijken ze compleet niet van toepassing op de situatie. Maar daarmee is het probleem en de pijn niet weg. Onze emotionele behoeftes blijven bestaan, net zoals de emotionele wonden die we hebben opgelopen.” Umm Zakiyyah weet waar ze over praat.
In haar boek met de veelzeggende titel I almost left islam schrijft ze over de druk die ze altijd voelde doordat haar steeds werd ingeprent dat de rechten van mensen met autoriteit belangrijker waren dan haar eigen emoties. Ditzelfde thema komt terug in haar boek Reverencing the Wombs That Broke You. Daarin vertelt ze het waargebeurde verhaal van Melanie Davidson, een bekeerlinge die als kind slachtoffer was van verkrachting en misbruik. Duidelijk wordt hoe groot de emotionele schade is als je je focust op de rechten van de ouders en familie en daarmee onrecht doet aan de mens die door deze zelfde personen kwaad wordt aangedaan. Mensen die hen juist tegen misbruik zouden moeten beschermen en aan wie Allah de zorg toevertrouwde om hen bij te staan in het leven.
Echt gehoord worden
Umm Zakkiya: “Pijn kun je pas verwerken als je écht wordt gehoord. Het is niet voor niets dat tegenwoordig zoveel mensen gebaat zijn bij therapie – en geestelijke verzorgers van over de hele wereld zullen dat beamen – juist omdat luisteren (en niet star de regels volgen) de basis is.
“Mensen zoals Melanie en ik worden niet eens gehoord, we moeten al zwijgen voordat we de gelegenheid krijgen om onze pijn duidelijk uit te leggen. We krijgen te horen dat we geen respect hebben, dat we het allemaal verkeerd aanpakken of dat diegene waar we over klagen veel belangrijker is dan wij. Het gevolg is dat veel moslims stoppen met het uiten van hun pijn en onnodig lijden door onverwerkte trauma’s. Anderen trekken zich terug uit hun islamitische omgeving op zoek naar emotionele rust. Maar de grootste groep neemt de bestaande zwijgcultuur over en fixeert zich vooral op wíe iets zegt.”
De wijsheid van Allah herkennen
Volgens Umm Zakiyya blijkt dit uit de obsessie van moslims met wíe een geleerde is of niet – en dus wíe het recht heeft over een bepaald onderwerp te spreken en wie niet. Uit hoe gefocust we zijn op groepen en sektes – en dus wíe wel of niet op het juiste pad is. En lijken we niet meer in staat om de wijsheid van Allah te herkennen buiten de duidelijk religieuze context van islamitische regels en etiquette.
“Het is een cultuur van geïnstitutionaliseerde trots die zich van de ummah (moslimgemeenschap) heeft meester gemaakt. Dit klinkt misschien hard, maar dat is wat ik zie”, zegt Umm Zakiyya. “In de studie van de islam ligt de nadruk wel heel sterk op wat de geleerden zeggen en hoe we ons aan de regels moeten houden. Terwijl ik zie dat de Koran juist de nadruk legt op de individuele verantwoording die iedereen uiteindelijk zal moeten afleggen aan Allah. Het gevolg is dat leken zich niet meer durven uitspreken over hun geloof, omdat zij al heel gauw het verwijt krijgen dat de toon of de manier waarop ze iets zeggen niet correct is.”
Wat er werkelijk leeft
“Het lijkt erop dat de leiders van de ummah hun empathie hebben verloren en niet kunnen en willen luisteren naar wat er werkelijk onder de moslims leeft. Ik denk dat zij eens diep moeten nadenken over wat voor leiders zij in werkelijkheid zijn. Het is zoals de moslimactivist en kunstenaar Khalil Ismail het zo mooi verwoordde: “De belangrijkste taak van een leider is zijn onderdanen te dienen. Het belangrijkste principe tijdens het dienen is dat de leider de problemen begrijpt van de mensen die hij dient. En dit begrip moet komen vanuit het perspectief van de mensen en niet vanuit het perspectief van de leider. Als wij dit niet in de praktijk brengen, dan dienen we niet echt onze onderdanen – dan dienen we alleen onszelf!’”
Misbruik van regels en etiquette ligt dus altijd op de loer. Ik zie het daarom ook als belangrijk onderdeel van mijn geloof in God dat ik het beschouw als een oneindige zoektocht naar de wijsheid achter al die regels. Voor mij is het juist dat ‘graven’ dat mij dichter bij Allah brengt, en me dus rust geeft.