Ik ben met een redelijk onbevangen gevoel naar Algerije gegaan. Maar ik was niet voorbereid op de totaal andere mentaliteit van de mensen om me heen. Zo blijf ik me bijvoorbeeld verbazen over de manier van klussen in huis en het repareren van spullen. Dat gaat letterlijk houtje-touwtje. Volgens mijn man is het een combinatie van armoede, onwetendheid en slechte kwaliteit spullen. Ook speelt de gelatenheid mee die een erfenis is van de burgeroorlog in de jaren negentig. Gaat een plastic stoel kapot, dan wordt dat met een reepje stof aan elkaar gebonden. Is het plaatje van de afvoerput stuk, dan ga je gewoon verder met een open putje. Voert de wasmachine geen water meer af, dan was je gewoon verder op de hand…. In dat laatste geval bleek een nagelschaartje in de zeef de boosdoener. Ik sta nu bij mijn schoonzussen bekend als de machinetovenaar!
Laat maar waaien
In ons dorp lijkt men niet zo bezig met het voorkomen van overlast, vooral de nachten zijn hier erg onrustig. De honden die de bedrijven verderop in de straat bewaken, worden opgejut door de wilde honden die ‘s nachts op straat rondzwerven op zoek naar eten. Verder hebben onze overburen een gigantische binnengarage met ruimte voor twee opleggers. Helaas vertrekken zij vaak midden in de nacht en laten dan de motor alvast even lopen. De gemeente probeert wel om wonen en werken te scheiden – zo hebben we zelfs verkeersdrempels in ons kleine dorp – maar de controle is er niet. Het is een beetje de laat-maar-waaien mentaliteit. Zo worden er op dit moment in de stad enorm veel woningen gebouwd, maar lijkt er geen speciale aandacht te gaan naar openbare ruimtes zoals speeltuinen of parken. De parken die er zijn, zien er na een half jaar al helemaal afgeleefd uit, met kapotte zitbanken, kale plekken in het gras (als dat er al is…) en tegels die missen of los liggen.
Ook speelt de gelatenheid mee die een erfenis is van de burgeroorlog in de jaren negentig
Net zoals in Amsterdam ligt in ons dorp ook altijd wel ergens de straat open. Zo was de gemeente een maand geleden aan de overkant bezig met een greppel voor nieuwe internetkabels. In plaats van een kleine graafmachine, gaat hier dan een groepje van drie of vier mannen aan het werk, waarvan er steeds maar één aan het graven is. Dat ziet er voor een buitenstaander uit alsof het gaat om één arbeider die door drie man moet worden aangestuurd. Ik grapte al dat de kijkers vast de hoofdaannemer, de onderaannemer en de hoofdman waren! Maar het is natuurlijk gewoon om het fysiek zware werk af te wisselen, zodat er non-stop doorgegraven kan worden. Blijkbaar is dat hier bij kleine projecten nog steeds goedkoper dan een machine kopen of huren.
Dagloon tien euro
Een normaal dagloon in Algerije is 10 euro. Als je je dan bedenkt dat we voor buitenlandse spullen zoals kaas en shampoo gewoon Europese prijzen betalen, besef je hoe krap de meeste gezinnen het hebben. Basiseten zoals brood en melk zijn wel gesubsidieerd. Een stokbrood kost 10 cent en voor melk in gesealde zakken van een liter betaal je 25 cent. Een handig schenkpak melk zoals wij die kennen kost 80 cent en ontloopt de Nederlandse prijs dus niet veel.
Een groot deel van de Algerijnse bevolking is onder de dertig jaar en de jeugdwerkeloosheid is helaas groot. Sinds de onrust bij onze oosterburen in Tunesië, is de regering bang voor een opstand van de jeugd. Daarom krijgen jongeren zonder werk heel makkelijk een uitkering en kunnen ze renteloos geld lenen om een eigen zaak te beginnen. Veel van hen kopen daarvan een auto en maken zich verder geen zorgen over hoe ze het geld moeten terugbetalen. Er zijn daardoor de laatste twee jaar opvallend veel meer auto’s op straat. Toen wij hier net woonden, stonden we nooit ergens in de file en nu staan we constant vast.
Het feit dat veel dingen voor mij niet vanzelfsprekend zijn, maakt het leven in Algerije erg vermoeiend. Het vreet energie. Ondanks dat ben ik God dankbaar dat we in beide landen kunnen leven en ik hoop dat het ook voor de kinderen een verrijkende ervaring is. Ik hou het vol omdat we als het nodig is het vliegtuig kunnen nemen naar ons vertrouwde kikkerlandje, voor een broodnodige dosis bruine boterhammen met pindakaas, krentenbollen, lekkere chocolade en een heerlijk verfrissend buitje.