Vind je het ook vreselijk als iemand het vingertje heft en je wijst op je fouten of tekortkomingen? Dat die ander je voor schut zet? Of dat je je schuldig voelt? Schuld en schaamte wil je niet voelen, die zijn vervelend. Maar besef je dat deze emoties je als mens ook naar een hoger niveau kunnen tillen? Dat je een les kunt leren van schuld en schaamte?
Verslagenheid
Soms heb je niet eens een ander nodig om je schuldig te voelen. Elke moslim heeft dit gevoel vast wel eens ervaren: wakker worden door de warmte van de ochtendzon, en terwijl de heldere stralen door het slaapkamerraam naar binnen schijnen, realiseer je je: “O nee! Ik heb fajr (het ochtendgebed) gemist!”
Je springt op uit bed en maakt je klaar voor het gebed. Staand in het volle daglicht bid je een verlaat ochtendgebed, in een staat van verslagenheid en nederigheid.
Deze ervaring kan bijzonder pijnlijk zijn als je regelmatig op staat voor tahajjud, het vrijwillige nachtgebed. Maar let op: misschien heb je tahajjud met enige arrogantie en trots in je hart gebeden omdat je dacht: “Ik bid ‘s nachts, terwijl anderen slapen…” Allah liet jou, in Zijn oneindige barmhartigheid en wijsheid, ‘ontwaken’ uit je trotse staat door jou je te laten verslapen.
Jouw redding
Zonder dat jij je er bewust van bent, hebben jouw fouten ervoor gezorgd dat je op het pad van barmhartigheid en genade terechtkomt. Dat late fajr-gebed in een staat van nederigheid kan beter zijn dan een leven vol goede daden. Het kan zelfs dé daad van aanbidding zijn die Allah van jou accepteert en die jou, door middel van Zijn Genade, uiteindelijk zal redden.
De 13e-eeuwse Egyptische jurist en geleerde Ibn ‘Ata’illah heeft hierover gezegd:
“Het kan zijn dat Hij de deur van gehoorzaamheid voor je opent, maar niet de deur van acceptatie; en het kan zijn dat Hij een zonde voor je bepaalt, en dat deze je terug naar Hem leidt.”
Berouw tonen
Het herinnert ons eraan dat onze daden van gehoorzaamheid afkomstig zijn en afhankelijk zijn van Gods genade. Onze daden van gehoorzaamheid zijn alleen waardevol als ze door Hem worden geaccepteerd. Zo zijn onze daden van ongehoorzaamheid óók door Allah bepaald en kunnen ze ons juist dichter bij Hem brengen. Daarom is het goed om ervan doordrongen te zijn dat, hoewel we allemaal zondigen, de beste gelovigen degenen zijn die vaak berouw tonen.
Zwart op het hart
Dit betekent niet dat we de ernst van zonden moeten bagatelliseren, dat we zeggen: “Ach, Allah vergeeft me wel weer.” Als we steeds dezelfde zonden blijven herhalen, zonder ook maar een greintje berouw, dan zal dit onze spirituele gezondheid in gevaar brengen. In de woorden van Allah:
“Nee! De daden die zij verrichtten hebben hun harten bezoedeld.” (Koran, 83:14)
De profeet ﷺ zei hierover: “Werkelijk als een dienaar een zonde begaat, verschijnt er een zwarte vlek op zijn hart. Als hij de zonde verlaat, vergeving zoekt en berouw toont, zal zijn hart gereinigd worden. Als hij terugkeert naar de zonde, zal de zwartheid toenemen totdat het zijn hart bedekt” (Tirmidhi 3334, sahih)
Deze zwarte vlekken die ons hart bedekken, zijn niet zichtbaar voor de buitenwereld. Er kunnen echter ook andere, zichtbare gevolgen zijn. Zonden brengen schande over een individu, familie of gemeenschap, vooral als ze in het openbaar worden begaan. Ze kunnen zelfs leiden tot verstoting door de familie of uitsluiting uit de gemeenschap.
Schaamte- en schuldculturen
Sheikh Hamza Yusuf vermeldt in zijn commentaar op Imam Mawlud’s ‘Reiniging van het Hart’ dat antropologen samenlevingen verdelen in schaamte- en schuldculturen. Een schaamtecultuur is een samenleving waarin het belangrijkste instrument om controle en sociale orde te handhaven het inprenten van schaamte is en de daarbij behorende dreiging van buitengesloten worden. Gescheiden worden van de ‘roedel’ zorgt ervoor dat dieren niet kunnen overleven. De angst om gescheiden te worden van je ‘clan’ zit ook diep in ons.
In een schuldcultuur is dat instrument het inprenten van schuldgevoelens voor gedrag dat de persoon als ongewenst beschouwt. De mens is hier heel gevoelig voor. Ondanks het feit dat religie geen grote rol meer speelt in de Nederlandse samenleving, is het de overheid in de coronaperiode bijvoorbeeld heel goed gelukt om mensen, en vooral kinderen, onterecht schuld aan te praten. Want ook al zouden ze zelf niet ziek worden; ze zouden mogelijk wel opa en oma heel erg ziek maken. Welk kind wil dat nu op zijn geweten hebben?
Schaamte
Sheikh Hamza geeft aan dat schaamte in de moslimcultuur een belangrijke rol speelt, maar dat de islam als godsdienst schaamte in een ander kader plaatst:
“Wat de islam doet, is het concept van schaamte eren en het naar een heel ander niveau tillen — naar een niveau waarin men een gevoel van schaamte voelt tegenover Allah. Wanneer iemand erkent en beseft dat God volledig op de hoogte is van alles wat iemand doet, zegt of denkt, wordt schaamte verheven naar een hoger niveau, naar de ongeziene wereld waar er geen bedekking voor is.
Dus hoewel moslims deel uitmaken van een cultuur die op schaamte gebaseerd is, overstijgt dit idee de schaamte die er gevoeld wordt tegenover iemands familie, of het nu om oudere familieleden of om iemands ouders gaat. Het erkent een mechanisme dat niet onderhevig is aan de veranderende normen van menselijke culturen. Het gaat om het besef en de actieve bewustwording dat Allah alles ziet wat we doen — een realiteit die permanent is.”
Zonder donaties kunnen we niet blijven bestaan. Steun je ons met een maandelijkse of eenmalige donatie? Dat Allah je moge belonen!
Schuldgevoelens
Tegenwoordig hebben we er een hekel aan dat iemand ons wijst op onze fouten. Al helemaal als het over religie gaat. Onze ego’s kunnen er niet tegen om gekrenkt te worden en we willen niet opgezadeld worden met schuldgevoelens.
Mede onder invloed van de publieke opinie zien we niet in, dat we iets kunnen leren van schuldgevoelens. We hebben niet het idee dat we om vergeving zouden moeten vragen of dat we ons gedrag zouden kunnen of moeten aanpassen. We zien eerder dat we onszelf ondermijnen door schuld en schaamte.
Immoreel gedrag
Als gevolg daarvan rechtvaardigen we als moslims in deze tijd immoreel gedrag. We zoeken daarbij naar nieuwe interpretaties van de islam in de hoop dat onze zonden niet zo erg lijken en we ermee door kunnen gaan.
Het is niet alleen in het Westen maar ook in islamitische landen dat de publieke opinie verandert ten aanzien van schuld en schaamte. Wat we wel of niet moreel en gepast gedrag vinden, is veranderd en de grenzen zijn opgeschoven.
Als op de middelbare school bijvoorbeeld iedereen in de klas een vriendje of vriendinnetje heeft, wordt dit ‘normaal’. Als de ouders er ook aan gewend raken, hoeven onze kinderen zich er ook niet meer voor te schamen of zich schuldig te voelen. Ze voelen zich dan bevrijd van een last en dat lijkt positief.
Maar dat is maar schijn. Wat we ons waarschijnlijk niet realiseren, is dat hiermee het allerbelangrijkste, namelijk schaamte tegenover Allah, ook verloren gaat.
Een gezond hart
Schuld is een van de eerste stappen naar berouw tegenover God, rechtvaardigheid in jezelf en verzoening met anderen. Het afkeuren van immoreel gedrag is een teken dat een samenleving gezond is. Je schuldig voelen voor het begaan van een zonde is een indicatie van een gezond hart.
Het gaat hier over fouten waarvan je zeker weet dat het zonden zijn in Allah’s ogen. Als je berouw toont voor je zonden, je tot Allah richt en het goede doet, dan zal Allah je niet alleen vergeven, maar je zonden omzetten in goede daden. Dat is een belofte van Allah:
“Behalve degenen die berouw hebben en geloven en goede daden verrichten. Voor diegenen zal Allah hun zonden in goede daden veranderen, en Allah is Vergevingsgezind, Genadevol.” (Koran, 25: 70)
Het berouw van Ka’b ibn Malik
Het bijzondere verhaal van Ka’b ibn Malik, een metgezel van de Profeet ﷺ, illustreert hoe belangrijk het is om berouw te tonen als je een fout hebt gemaakt. Zonder dat je allerlei smoesjes bedenkt. En om te accepteren dat je familie of je gemeenschap je tijdelijk de deur wijst.
Ka’b zelf vertelt hoe hij had had nagelaten om deel te nemen aan de strijd van Tabuk tegen Caesar, de leider van de Byzantijnen, terwijl hij wel was uitgenodigd door de profeet ﷺ. Hij geeft openlijk toe dat hij geen enkel excuus had en dat hij zeker in staat was geweest om aan de expeditie deel te nemen. Maar omdat hij te traag was met de voorbereidingen voor de strijd, bleef hij achter.
Toen hij erachter kwam dat iedereen al vertrokken was, werd hij diepbedroefd. De enige mensen die van deelname waren vrijgesteld, waren degenen die een geldig excuus hadden en de huichelaars. En hij had geen geldig excuus! Je kunt je misschien voorstellen hoe slecht hij zich gevoeld moet hebben! Het bereikte Ka’b dat, hoewel duizenden moslims deelnamen aan Tabuk, de profeet ﷺ zijn afwezigheid had opgemerkt.
Berouw
Ka’b bedacht zich geen seconde en besloot om de waarheid aan de boodschapper van Allah te vertellen. Anderen boden excuses aan en werden vergeven, maar Ka’b zei eenvoudig: “Bij Allah, ik had geen excuus om achter te blijven. Bij Allah, mijn situatie was zodanig dat niemand sterker of rijker was dan ik toen ik achterbleef.” De profeet ﷺ zei: “Deze man heeft de waarheid gesproken.” Hij gebood Ka`b om te vertrekken, totdat Allah een besluit over de kwestie zou nemen en kenbaar zou maken.
Hij werd samen met twee anderen, die in dezelfde situatie zaten, verbannen door de gemeenschap. Ze zouden vijftig dagen wegblijven. Het was een extreem moeilijke periode voor ze, vooral omdat ze ook geen contact mochten hebben met hun families.
Vrijgesproken
Toen uiteindelijk het besluit van Allah kwam waarin Hij hen vrijsprak, werd Ka’b verwelkomd met blijde berichten en felicitaties. Hij keerde terug naar de gemeenschap en beleefde een gedenkwaardig moment met de profeet ﷺ:
“Toen ik de boodschapper van Allah ﷺ begroette, straalde zijn gezicht van geluk. Hij zei tegen mij: ‘Blijde tijdingen voor jou op de beste dag van je leven sinds je moeder je ter wereld bracht.’ Ik vroeg: ‘O boodschapper van Allah! Is dit van u of van Allah?’ Hij antwoordde: ‘Nee, niet van mij. Het is van Allah.’ Telkens wanneer de boodschapper van Allah ﷺ door geluk werd overmand, straalde zijn gezicht alsof het een stukje van de volle maan was. Zo herkenden wij zijn geluk.”
Geen smoesjes
Het verhaal van Ka’b leert ons dat wanneer we zondigen, we simpelweg en zonder smoesjes onze tekortkomingen moeten erkennen om vervolgens terug te keren naar Allah. Als we hierdoor tijdelijk niet welkom zijn in de gemeenschap, accepteren we dat, ook al is het zwaar.
Onze schuldgevoelens gebruiken we om onszelf te motiveren om beter te worden en beter te doen in het vervolg. Ka’b had excuses kunnen aanbieden, zijn gedrag kunnen goedpraten, maar hij accepteerde dat hij een fout had gemaakt. Hij toonde spijt en kwam uiteindelijk als beter mens uit de (innerlijke) strijd. Hij zwoer dat hij de rest van zijn leven niets dan de waarheid zou spreken. Ka’b bekende dat deze gebeurtenis naar aanleiding van zijn zonde het grootste geschenk was dat hij ooit van God had ontvangen.
Dat Allah onze fouten mag omzetten in goede daden zolang we spijt hebben van onze zonden. Dat schuld en schaamte ons naar een hoger niveau tillen, waarbij we de ultieme gift van goddelijke genade ervaren!
Lees ook: laat je schuld en schaamte je niet in de greep houden.