Ik begeleid schrijvers met een moslimachtergrond bij het schrijven van hun boeken. En altijd bespeur ik de gedachte in hun achterhoofd: ‘Wat zullen de moslims vinden van wat ik ga zeggen?” De angst voor het oordeel van anderen zit diep. Als bekeerling heb ik nooit echt gesnapt waar deze onderlinge intolerantie vandaan komt. Ik kan me niet voorstellen dat dit de bedoeling is van ons geloof.
Zoals altijd komt op een gegeven moment het antwoord op dit soort vragen vanzelf voorbij. In dit geval in een Ramadan-serie van Nouman Ali Khan over de Profeet Ibrahiem. Khan heeft van Allah het talent gekregen om dit soort zaken op een menselijke manier en met diepgang te beantwoorden. Graag neem ik je hieronder mee in zijn gedachtengang.
Khan: “Allah heeft me overal ter wereld ongelooflijke zaken laten zien en ik heb enorm inspirerende mensen ontmoet. Maar er is een trend die me diep heeft gekwetst. Ik zie overal op de wereld hetzelfde verhaal, op verschillende manieren en in alle culturen. Ik heb het over de extremistische mentaliteit in onze gemeenschap, een houding die zijn oorsprong vindt in een groot gebrek aan kennis over hoe verdraagzaam onze godsdienst eigenlijk is.
Moslimkinderen in verschillende delen van de wereld worden opgevoed met uitspraken die Allah zou hebben gedaan. En voor hen is dat de absolute waarheid, want zij hebben jarenlang deze standpunten steeds weer opnieuw gehoord en geleerd. Het besef dat deze ‘waarheden’ voor iedereen anders zijn, is er niet. En de stap om te begrijpen hoe deze standpunten hebben kunnen ontstaan, wordt niet genomen.
Intolerantie wijd verspreid
Natuurlijk zijn er zaken waarover geen discussie bestaat. Niemand zal je vertellen dat je voor magrib vier rakaat moet bidden. Maar er zijn heel wat zaken waarover wel een verschillende visie mogelijk is. Dit inzicht is echter geleidelijk aan verdwenen. Het is vervangen door de gedachte “mijn visie is de ware imaan (geloof) en de rest is kufr (ongeloof)”. Het gevolg is een extreme onverdraagzaamheid tegenover mensen die er anders uit zien, die islam anders tot uitdrukking brengen of zelfs maar een beetje anders bidden dan ons.

De gedachte “mijn visie is de ware imaan (geloof) en de rest is kufr (ongeloof)” leidt tot extreme intolerantie tegenover anderen.
Het oordeel is dan vaak dat die ander de islam niet kent. Dat ze misschien ‘technisch’ gezien wel moslim zijn, maar toch staat het zo goed als vast dat ze naar de Hel gaan. Al zeggen we het niet hardop, het is een algemeen verspreide houding geworden. En helaas zijn er ook imams die deze intolerantie verkondigen vanuit hun preekstoel.
Wij beweren dat we de godsdienst van Ibrahiem volgen, die als profeet begaan was met de hele mensheid, met mensen die hij nooit eerder zag, generaties in de verre toekomst, dus ook jou en mij. Maar wat doen wij? We vinden het leuk om een andere moslim de grond in te boren omdat zij anders zijn dan wij.
Afstand nemen van islam als godsdienst
Ik hoor het ook van bekeerlingen. Zij benoemen dat islam hun hart tot rust brengt en dat ze voelen dat ze zich dichter bij Allah zijn gekomen. Maar in de godsdienstige omgeving ervaren zij verdeeldheid, sektarisme en agressiviteit. Het is een van de redenen dat de voorbije eeuw zoveel mensen afstand hebben genomen van alles wat ook maar een beetje godsdienstig lijkt.
Ik heb het over moslims! Ze gaan liever niet naar de moskee en vermijden iemand die er uit ziet alsof hij islam onderwijst. Zij gaan er vanuit dat diegene vast extreem is, haatdragend en vol vooroordelen zit. En er zijn moslims op hun pad gekomen die inderdààd extreem en vol vooroordelen waren. Zij hebben die vijandige omgeving geschapen, en in reactie daarop zijn beide partijen steeds verder uit elkaar gedreven.
Hoe kunnen we deze weerstand begrijpen tegen alles wat met de islam te maken heeft? Dit zijn mensen die iets hebben meegemaakt “in de naam van islam”: onenigheid, hatelijkheden, cultgedrag, groepsmentaliteit. Daar willen ze liever niets mee te maken hebben. Ze zeggen “ik wil gewoon een goed mens zijn” en trekken zich terug en doen wat ze zelf goed vinden. Maar als je alle banden verbreekt met een omgeving waarin je over je godsdienst kan leren en geestelijk verder kan groeien, verlies je geleidelijk aan je band met Allah.
Verbinding voelen met Allah
Pas toen ik ging rondreizen en gesprekken had met mensen over de hele wereld besefte ik hoe wijdverbreid dit gevoel is. Omdat ik daarvoor vooral les gaf in moskeeën, dacht ik dat de oemma (de gemeenschap) er ook zo uit zag. Maar dat klopt dus niet. Ik sprak veel mensen van wie je nooit zou veronderstellen dat ze moslims zijn, maar juist zij dragen een enorme liefde voor onze deen (geloof) in hun hart. Uiterlijk lijken zij te behoren tot de generatie die zich heeft losgeweekt van alles wat godsdienstig is. Velen van hen houden echter diep van binnen van de islam en willen er graag meer over leren, maar tegelijk zijn ze doodsbang voor de ‘praktiserende’ moslim. Ik heb geleerd om me in hun gevoelens in te leven, te begrijpen waar ze vandaan komen en het gesprek met hen aan te gaan. Ik zien dat zij de vonk missen die hen verbindt met de deen van Allah.
Op afstand lijkt het hierdoor alsof de oemma steeds liberaler, progressiever en seculierder wordt. Maar wat er in werkelijkheid gebeurt is dat een grote groep mensen een diepe hopeloosheid ervaart. Ik hoor in de gesprekken dat het echt traumatisch voor hen is dat ze de boodschap herleven die ze onthouden hebben uit hun kindertijd, namelijk dat ze nu vast wel naar de Hel zullen gaan. Een logische tegenreactie is de roep om herziening van de islam. Dit zijn mensen die de islam willen herinterpreteren zodat ze zich niet meer zo slecht en schuldig hoeven te voelen bij wat ze allemaal doen. Zij zeggen: “Laten we zorgen dat de islam beter in de samenleving past. We maken hem politiek correct en beter verteerbaar voor de samenleving rondom ons. Van wat niet aanslaat bij de mensen rondom ons, zeggen we dan maar dat het niet meer relevant is. Allah heeft dat alleen gezegd voor de mensen toen, dit is niet meer voor ons tijdperk.” En dit is weer het andere uiterste.
Vooroordelen en etiketten
Door me in al deze groepen te verdiepen, zag ik hoe moslims heel snel vooroordelen ontwikkelen over andere moslims. Wanneer je dan voor één van die groepen ook maar enig begrip toont, zullen anderen je al meteen een etiket opplakken alsof je dan ook tot die groep behoort. Ik zie dat er ook veel goeds gebeurt in naam van de islam. Maar de eigenlijke mentaliteit die je door onze godsdienst moet ontwikkelen; het helende effect dat onze godsdienst op ons hart hoort te hebben, waar vind je die nog?

Het is tragisch dat de manier waarop de doorsnee-moslim over de islam denkt los staat van de Koran. Er is veel intolerantie.
Ik hou me vast aan de volgende woorden in de Koran:
“Allah is de beschermende Vriend van zij die geloof hebben. Hij brengt hen uit de duisternissen naar het licht.” (Koran, 2:257)
Deze aya begint met “zij die geloof hebben”. Het gaat dus over mensen die al geloof in hun hart hadden. En dan gaat het verder met: “Hij brengt ze uit de duisternissen naar het licht.” In het hier en nu. Dit betekent dus dat ook een gelovige in duisternis terecht kan komen. Niet één duisternis, maar allerlei soorten en vormen van duisternis. Ze kunnen voortkomen uit problemen met je ouders, je kinderen, je partner, jezelf, je eenzaamheid. Veel mensen houden dit soort problemen voor zich. Ze praten er met niemand over, omdat ze zich ervoor schamen.
Zachtaardige aanpak
Er zijn veel mensen die hun tranen inslikken. Die niemand voldoende vertrouwen om er met hen over te praten, uit schrik voor wat ze erover zouden zeggen. SoebhanAllah (Glorie aan Allah). Zij hebben er behoefte aan om te horen dat Allah van hen houdt en dat Hij er niet op uit is om hen tot de Hel te veroordelen. Voor wie iets misdaan heeft, heeft Allah een zachtaardige bezorgde manier om hen te tonen wat ze fout deden en hoe ze zich kunnen herpakken, waar ze daarvoor de moed en de kracht kunnen vinden.
Dat geldt ook voor gelovigen die in de fout zijn gegaan, zo erg zelfs dat ze het zich nooit hadden kunnen voorstellen. Hun omgeving heeft ze al afgeschreven: “Hoe kon je zo diep vallen! Walgelijk wezen dat je bent! Laat je hier nooit meer zien. Hoe durf jij jezelf moslim te noemen!” Moslims zijn de meest ongenadige van allemaal! Het doet me pijn dat ik dit moet zeggen, maar ik zou het ook niet doen als ik het niet aan den lijve had ondervonden. Allah heeft me in mijn leven een periode gegeven waarin ik door diepe duisternissen moest, op emotioneel, spiritueel en persoonlijk vlak. Waarschijnlijk is één van de wijze redenen waarom Allah me dit liet doormaken dat Hij me wilde laten zien wat zoveel mensen meemaken zonder dat iemand het ziet.
Meer empathie
Het tragische is dat de manier waarop de doorsnee-moslim over de islam denkt los staat van de Koran. De Woorden van Allah, met hun wijsheid, hun advies, hun manier van denken; daar hebben zij geen banden meer mee. De Koran is een kunstmatig onderdeel van het leven van een moslim geworden. En zelfs degenen die de Koran bestuderen, doen dat door te kijken naar wat anderen er vroeger over hebben gezegd, niet door de Koran zelf te bestuderen. Zelfs ik heb na 23 jaar intensieve Koranstudie nog steeds het idee: “Waarom heb ik dit niet eerder gezien? Waarom had ik geen oog voor de empathie die Allah aan de dag legt, voor Zijn Barmhartigheid, zijn Wijsheid, in dezelfde ayaat die ik al zo vaak heb bestudeerd?”
Dat komt doordat we een hardvochtige gemeenschap geworden zijn. Als individuen zijn we teder van hart, maar het verhaal van de islam is verhard, ik durf zelfs te zeggen ongenadig. Als je wilt weten hoe we de Koran kunnen terugbrengen in ons leven, hoeven we alleen maar te kijken waarmee de Koran zichzelf vergelijkt in de Koran: als regen die de verdorde bodem terug tot leven brengt. Hoe doet de regen dat? Door die bodem eerst zacht te maken. Dan krijgt het zaadje de nodige tijd om geleidelijk aan groeien. Dus we moeten elk individu de tijd geven om te groeien. We moeten die groeiperiode koesteren, voorzichtig met hen omgaan.
Doe elke dag een kleine poging om te leren
Ik wil iedereen bij deze aanmoedigen om op te staan door te zeggen: “Hier is het Woord van Allah! Begin eraan. Doe elke dag een kleine poging om te leren. Put er kracht uit, herwin hoop, wijzig je koers.” Het is echt mogelijk! Ik wil dat jij je erop toelegt om de Koran te leren en om te ervaren: “Dit is iets waar ik me zo goed bij voel en waar ik zoveel aan heb”. Ik wil eerst en vooral dat jij in jezelf investeert voor je in een ander investeert. Als jij leiding en zingeving hierin vindt, dan wil je dat vanzelf delen met anderen.
Niemand van ons weet waar onze volgende inspiratie vandaan zal komen. Dat ligt in de handen van Allah. Onze taak bestaat er enkel in om dit te ondersteunen. Dus doe wat mogelijk is voor jou!”
Foto’s: Unsplash.com. Bron: Quran Waarderen.
Zie en beluister de lezing van Nouman Ali Khan over intolerantie:
Salaam aleykoum zuster Irene,
Wat een prachtig stuk. Veel herkenbare dingen. Dankbaar dat u hierover geschreven heeft.
Liefs, Samira