“De eerste generatie gastarbeiders zijn op een andere manier eenzaam dan in Nederland geboren ouderen. De remigratiewens speelt daar een rol in, maar ook de grotere verwachting die zij van hun kinderen hebben”. Hanan Nhass werkt bij kennisinstituut Movisie, dat in opdracht van verschillende ministeries onderzoek doet naar dit soort sociale vraagstukken. Zoals dus bijvoorbeeld eenzaamheid bij ouderen.
“Ik was al bezig met een klein onderzoek naar de remigratiewens van ouderen, toen ik voor mijn Masteropleiding Religiewetenschappen een onderwerp moest kiezen voor mijn afstudeerscriptie”, vertelt Hanan. “Ik koos voor het thema eenzaamheid. Omdat ik zelf kind ben van gastarbeiders, koos ik specifiek voor Marokkaanse ouderen. Als tweetalige kon ik de diepte-interviews in de moedertaal van de ondervraagden doen.
Naast 6 mannen en 6 vrouwen van gemiddeld 70 jaar sprak ik ook vijf professionals, waaronder een geestelijk verzorger en een activiteitenbegeleidster.” Hanan is ooit begonnen als journalist en is daarna gaan werken in de ontwikkelingssamenwerking. “Ik heb altijd een onderzoekende aard gehad en hou ervan om vanuit oprechte interesse motieven van mensen en sociale thema’s uit te diepen.”
Mannen remigreren in hun eentje
Hanan zag in de interviews een duidelijk verschil tussen de mannen en de vrouwen. “Vaak hebben de mannen na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een wens om terug te keren naar het land van herkomst. Zij verwachten in Marokko een rijker sociaal leven te zullen krijgen. Ze willen graag naar de zon en naar hun familie. Vrouwen willen meestal niet mee, omdat zij vrezen dat hun sociale positie achteruit zal gaan. Ook willen ze graag dichter bij de kinderen blijven. De mannen remigreren dus vaak in hun eentje, zo blijkt ook uit cijfers van het CBS.
Bij de hier achtergebleven vrouwen is de kans groter dat zich een gevoel van eenzaamheid gaat ontwikkelen. Het is bekend dat een partner hebben een belangrijke buffer is tegen eenzaamheid. Zelfs als de relatie minder goed is. Natuurlijk speelt ook het algemene proces van ouder worden mee. Je wordt minder mobiel en verliest mensen die je dierbaar zijn.
Ik heb de ouderen die ik interviewde gevraagd naar hoe zij hun oude dag voor zich zien en hoe ze over het algemeen hun dagen invullen. In eerste instantie werd er veel in de wij-vorm gepraat, maar gaandeweg werden de gesprekken persoonlijker. Je moet niet vergeten dat deze generatie niet bekend is met dit soort wetenschappelijk onderzoek. Daarom was het goed dat ik dezelfde culturele en religieuze achtergrond had.
Na de dood of scheiding van een partner hertrouwen de vrouwen meestal niet. Ze zien dat niet zitten en zeggen dat ze zich gaan richten op hun leven met God. Terwijl (her)trouwen aanbevolen is, ongeacht de leeftijd. Het is niet zo dat deze vrouwen verwaarloosd worden door hun kinderen. En toch ligt eenzaamheid continu op de loer. En dat heeft vooral te maken met de hoge verwachtingen die ouders hebben van de kinderen die voor hen moeten zorgen.
Zorgdilemma
Eenzaamheid wordt door de ouderen die ik sprak benoemd als ‘dat er niemand is die voor jou zorgt en dat de familie (door werk of afstand) afwezig is’. Uit onderzoek blijkt dat Marokkaanse ouderen veel hogere verwachtingen hebben van hun kinderen dan andere bevolkingsgroepen. In Nederland geboren ouderen hebben op datzelfde spectrum de minste verwachtingen van hun kinderen. En dus is bij de Marokkaanse ouderen het verschil tussen de verwachtingen die zij hebben en de zorg die zij ervaren het hoogst. We spreken over eenzaamheidsgevoelens als er een verschil wordt ervaren tussen wat je hebt aan sociale contacten – zowel qua aantallen als qua diepgang – en wat je zelf zou willen.
De hoge verwachting over de zorg van de kinderen heeft zijn wortels in het geloof. De religieuze inbedding is dat in de Koran heel letterlijk staat dat je voor je ouders moet zorgen als zij de leeftijd hebben bereikt dat ze dat zelf niet meer kunnen. Het is een verplichting vanuit wederkerigheid. De zorg voor ouderen wordt in dit Koranische vers duidelijk gelijkgesteld aan vroomheid. Deze religieuze kant werd in alle interviews benoemd.
Maak je geen zorgen
Het is een gevoel dat heel stevig is ingebakken bij zowel de ouders als hun kinderen en zorgt ervoor dat er minder makkelijk wordt gesproken over de zorg die kinderen kunnen leveren. Aan de andere kant geeft het geloof de ouderen rust, doordat ze woedoe (rituele wassing) en het gebed kunnen verrichten als zij gevoelens van onbehagen en eenzaamheid hebben.
Culturele gewoonten spelen ook een rol. De eerste generatie is vanuit Marokko gewend dat alle generaties bij elkaar – in hetzelfde huis – wonen. Zij hebben zelf ook voor hun ouders gezorgd en natuurlijk snappen ze dat dit in de Nederlandse situatie niet altijd kan. Zij zitten dus eigenlijk met een zorgdilemma. Ze willen hun kinderen niet belasten, maar ze willen ook niet naar een verpleeghuis.
Openlijk hierover spreken is niet gebruikelijk en als het wel gebeurt dan zeggen de kinderen al snel ‘maak je geen zorgen, wij zorgen wel voor je’. Dat is begrijpelijk, je oude dag is niet iets waar je veel over praat. Dat speelt ook bij in Nederland geboren ouderen. Het motto is meestal: wie dan leeft wie dan zorgt.
Taboe op ondankbaarheid
Dit zorgt natuurlijk voor onzekerheid. Ouderen kanaliseren dit door een smeekbede te doen waarin ze aan God vragen om hun leven niet langer te laten duren dan hun gezondheid het toelaat. Niet omdat ze zo graag dood willen, maar omdat ze anderen niet tot last willen zijn. Ze benoemen het ook zo: als je ziek bent, ben je niet alleen jezelf tot last, maar ook je familie en naasten. En dat willen ze niet.
Dat eenzaamheid moeilijk is om te bespreken, heeft ook te maken met een taboe op ondankbaarheid. Als ik vroeg hoe het met hen ging, antwoordden de ouderen altijd met Alhamdoelilah (Alle lof aan God). Zij bevestigen daarmee voor zichzelf die dankbaarheid. Ik moest altijd voorzichtig doorvragen. Ouderen zijn opgegroeid met impliciete communicatie en dus kunnen te directe vragen als onbeleefd worden beschouwd.
Het begrip ‘el kant’
Waar wel open over gesproken kan worden is het gevoel van el kant, een Marokkaans én Berbers woord voor een breed spectrum van gevoelens die gaan van verveling tot neerslachtigheid. Het is een heel rekbaar begrip dat voor iedereen anders ingevuld kan worden. Het kan uiting geven aan sociale eenzaamheid, het missen van sociale contacten. Maar het kan ook gaan om emotionele eenzaamheid, het gevoel dat de muren op je af komen, waarbij je voelt dat je niemand hebt waarmee je je diepste gevoelens kan bespreken, die als vertrouwenspersoon fungeert en jouw steun en leiding geeft in het leven. Dat laatste kan leiden tot een soort ‘geestelijke benauwdheid’, dat het donker is in je hoofd.
Activiteiten die helpen eenzaamheid tegen te gaan, beginnen vaak met samen dingen doen, bijvoorbeeld wandelen of naar de markt gaan. Daarom hebben eenmalige activiteiten ook niet zo’n zin. Pas als je een serie bijeenkomsten organiseert, kunnen er vriendschappen uit voortkomen, écht emotioneel contact.
Mede daarom spelen in het leven van de ouderen moskeeën en buurthuizen een grote rol. Het sociale leven buitenshuis vindt daar plaats. Het zijn plekken waar lief en leed met elkaar wordt gedeeld. Wel zie je bij vrouwen dat de angst voor roddelen groot is en dat ze lang nodig hebben om de kat uit de boom te kijken voordat ze de andere vrouwen vertrouwen.
Nederlandse directheid
We moeten tot slot niet vergeten dat het heel Nederlands is om iets direct te kunnen zeggen. Dat is men in andere culturen helemaal niet gewend, er is angst voor gezichtsverlies of mensen stellen het ‘direct zijn’ niet op prijs omdat het als onbeleefd wordt beschouwd. De vrouwen hebben door hun grote gezinnen geen tijd gehad voor persoonlijke ontwikkeling of het vinden van een hobby. Dat breekt ze nu ook een beetje op, doordat ze zich vaak verveeld voelen.
In de Nederlandse setting is zelfredzaamheid heel belangrijk, maar voor hen is dat juist op je familie kunnen rekenen. Deze verwachtingen blijven onuitgesproken, want het is té vanzelfsprekend. Je ziet wel vaak dat de zorg voor de ouders bij 1 of 2 van de dochters terecht komt, terwijl het voor iedereen beter zou zijn om de zorg te delen.
Diepgaand contact
Eenzaamheid heeft bij deze ouderen vele gezichten, heel vaak ook subtiel. Het is ook niet zo dat zij weken alleen zitten. Ze krijgen regelmatig bezoek van hun kinderen, maar de vraag is natuurlijk hoe diepgaand dat contact is en of het voldoet aan de behoeften van de ouderen. Ik krijg vaak de vraag hoe je eenzaamheid kunt oplossen. Dat hangt helemaal af van de oorzaak van de eenzaamheid. Als iemand een dierbare door overlijden mist, dan is het onmogelijk om die eenzaamheid helemaal weg te nemen. Wel kun je eenzaamheid verzachten, zodat de scherpe kantjes eraf gaan en het beter te dragen is.
Overigens zie je de eenzaamheid ook bij de kinderen die mantelzorgers zijn. Daarom zijn activiteiten met beide generaties samen ook belangrijk om te organiseren. Mijn advies is om gewoon iets te doen wat ze al kennen uit hun actieve leven van vroeger. Je hoeft dus niet aan te komen met sjoelen of bingo. Hou het simpel en laagdrempelig. Dat werkt het best.”