Het gedrag van anderen irriteert me soms mateloos. Vooral als iemand hamert op de regels en zich er zelf niet aan houdt. Zelf maak ik me daar ook wel eens schuldig aan, zoals mijn inmiddels puberende dochters me fijntjes onder de neus wrijven. Als ik moe thuiskom of net een woordenwisseling heb gehad, ben ik kortaf. Of schiet uit mijn slof over iets kleins.
Ik ben daar de laatste jaren bewust aan gaan werken en merk duidelijk het verschil. Aan mezelf én aan de mensen om me heen. Goede manieren aanleren gaat dus niet vanzelf. Ook niet bij kinderen. Alleen maar het goede voorbeeld geven lijkt ook niet voldoende. Maar hoe pak je het dan aan?
Hoe serieus we het moeten nemen, blijkt wel uit de volgende uitspraak van de profeet vrede zij met hem: “Voorzeker, ik ben alleen gestuurd om de meest nobele karaktereigenschappen te vervolmaken.” (Boechari). Dat de profeet daarin ons grote voorbeeld en leermeester is, benadrukt Allah nog eens in soera Al-Qalam (De Pen):
“En voorwaar, jij beschikt over een hoogstaand karakter.” (Koran, 68:4)
Schrijfster Hina Khan-Mukhtar definieert adab (islamitische etiquette, goede manieren) als “de meest geschikte (re)actie en houding in elk denkbare situatie”. Om zichzelf en ons een handvat te geven, stelde ze de volgende vijf basisprincipes op.
Ze las het het boek Islamic Manners van Shaykh Abd al-Fattah Abu Ghuddah en sprak met bevriende moslimgezinnen over de praktijk van het doorgeven van adab aan hun kinderen.
Dit zijn de vijf duidelijke, heldere en haalbare punten waar ze op uitkwam:
-1-
Persoonlijke verzorging en hygiëne
Hina Khan: “Hoeveel moeders zijn er die net als ik even moesten slikken als ze een knuffel krijgen van hun puberzoons. Ze zijn doordrenkt van de sterke geur van zweet, gecombineerd met aftershave en muffe sportkleding, die zo kenmerkend is voor opgroeiende jongens. Ik probeer geen vies gezicht te trekken als ik naar hun sokken kijk en zie hoe hun nagels eraan toe zijn (veel te lang!)
Als de frisse moeder die ik ben, moet ik me inhouden om hier niet steeds over te gaan zeuren. In plaats daarvan heb ik aan al mijn zoons, drie in totaal, ieder hun eigen verzorgingsset gegeven. We zijn samen naar de plaatselijke drogist gegaan om de inhoud te kopen. Je kunt daarbij denken aan: nagelknipper, deodorant, tandenstokers, kleine tubes tandpasta, pleisters, zeep, shampoo en aftershave.
In een compacte toilettas hebben de jongens zo al hun verzorgingsproducten handzaam bij elkaar. Ook handig voor als ze een nachtje blijven slapen bij vrienden of in het weekend bij hun grootouders op bezoek gaan. Ze hebben altijd hun vader gevolgd in zijn routine voor het vrijdaggebed: douchen, een lekker luchtje op en je mooiste kleren aan (geen verscheurde jeans!). Ook volgen ze de soenna van de profeet door elke vrijdag voordat ze naar de moskee vertrekken hun nagels te knippen. En daar komt de toilettas weer goed van pas. Ze hebben ieder hun eigen nagelknipper. Dus ze kunnen niet zeggen: “Sorry mam! Ik kon de nagelknipper niet vinden!”
Mijn man heeft alle zonen aan het begin van hun puberteit uitgebreid verteld over de fiqh (plichtenleer) van de rituele wassing en het zuiveren. Hij leerde ze hoe ze zich moesten scheren toen ze jonge mannen waren geworden. Moeders van meisjes vertelden me hoe ze hun dochters lieten zien hoe je op een nette manier je gebruikte maandverband kunt weggooien. Goed ingepakt in toiletpapier of speciale zakjes, erop lettend dat een volgende persoon die iets weggooit er niet vol mee geconfronteerd wordt.
Onze zoons heb ik, zodra ze zelfstandig naar het toilet gingen, geleerd hoe ze istinja (het ritueel wassen van je edele delen nadat je naar het toilet bent geweest) moesten doen. Ik liet ze zien hoe ze hun linkerhand moesten gebruiken om zichzelf te wassen. En dat ze vervolgens de toiletknop of de waterkraan alleen maar mochten aanraken met hun droge rechterhand. Ook de istinja-waterkan vol achterlaten voor de volgende persoon, is een mooi voorbeeld van adab. Deze hoorde ik onlangs van een vriendin en ga ik ook zeker bij ons thuis invoeren!”
-2-
Een goede gast zijn
Khan: “Toen mijn jongens nog jong waren, deed ik altijd een korte herhalingsoefening voordat ze vertrokken om de nacht bij vrienden of familie door te brengen. Ik probeerde de instructies kort en simpel te houden, maar gaandeweg de jaren is het toch een redelijk lange lijst geworden:
- Maak je eigen bed op (of vouw je dekens en lakens op als je op de grond slaapt), gelijk nadat je wakker bent geworden
- Doe de toiletdeksel dicht en maak de wastafel droog voordat je het toilet verlaat.
- Spoel na het eten je eigen bord en bestek af of zet alles in de vaatwasser (kijk naar wat de andere kinderen doen en volg hen)
- Geef complimenten aan de kok
- Ruim het speelgoed en de spelletjes op wanneer je klaar bent met spelen.
- Als je iets nodig heb, vraag je ernaar. Ga niet op eigen houtje zoeken in kasten of lades.
- Kijk met welke dingen je vrienden hun ouders helpen in het huishouden en bied je hulp aan.
- Bedank Oom en Tante en je vrienden voor de gastvrijheid als je weer naar huis gaat.
Jaren geleden logeerde Yusuf, een vriendje van een van mijn zoons, bij ons thuis. Ze renden het hele huis door met verstoppertje spelen. Op een gegeven moment kwam mijn zoon Shaan onze (ouder)slaapkamer in rennen. Yusuf, die hem op dat moment achtervolgde, ging vol in de remmen. Alsof hij bijna op een onzichtbare muur was gebotst. “Je moet met me meegaan naar de zolder, Shaan!”, riep hij naar mijn zoon. “Ik mag niet in de slaapkamer van ouders komen!” Ik vond het mooi dat deze jongen zo duidelijk wist welke vertrekken echt privé zijn in andermans huis. Het was voor mij aanleiding om met mijn kinderen te praten over hoe zij denken over de grenzen tussen privé en openbaar. En op welke manier je daarmee om kunt gaan.”
-3-
Een goede gastheer of gastvrouw zijn
Khan: “Heel af en toe krijgen we als gezin vrienden van vroeger of verre familie over de vloer. Mensen die onze zonen niet zo goed kennen. Voordat ze aankomen, zorgen we dat onze jongens weten wie er op bezoek komen en geven we tips over gespreksonderwerpen. Ik hoorde een van mijn zonen op die manier netjes antwoorden. Maar daarna viel hij stil en wist blijkbaar niet hoe je een gesprek op gang kunt houden.
Ik heb hem toen uitgelegd dat je een fijne gesprekspartner bent – en daarmee ook een goede gastheer – als je echt geïnteresseerd bent in de ander en dat ook laat merken. ‘Als je geen onderwerp te binnen schiet om over te praten, laat dan via een beleefde manier van vragen merken dat je ze wel graag beter wilt leren kennen. Niet als een nieuwsgierige aagje, maar eerlijk en oprecht. Als je het echt niet meer weet, kun je altijd vragen wat ze van onze stad vinden.’
Veel kinderen gebruiken de smoes dat ze zo verlegen zijn, zodat ze de gasten en vrienden van hun ouders niet te hoeven te begroeten. Maar de meeste moslimouders die ik sprak, namen daar geen genoegen mee. Natuurlijk hoort bescheiden zijn bij ons geloof en niemand moet zijn kinderen dingen dwingen dingen te doen die ze niet willen. Maar over het geven van de salaam kan niet worden onderhandeld.
Ik probeer mijn zoons er ook op te wijzen dat de vredesgroet beter is dan het algemene ‘Hallo’ om je medemoslims te groeten. Dus groeten met ‘Assalaamoe alaikoem’ (Vrede zij met jou) en antwoorden met ‘Wa alaikoem assalaam’ (En vrede zij met jou). Het is niet voor niets een belangrijke soenna van de profeet vrede zij met hem!
Onder goede manieren voor kinderen vallen wat mij betreft ook de volgende zaken. Het helpen dragen van tassen of het aanbieden van je zitplaats aan ouderen. Het naar de deur brengen van gasten als het tijd voor hen is om te gaan. Water aanbieden aan gasten voordat ze ernaar kunnen vragen. Het wegleggen van telefoons of computers als iemand met je willen praten.”
-4-
Een zorgzame en attente vriend zijn
Khan: “Als ouders is het onze taak om kinderen te laten zien hoe het is om een goede vriend te zijn. Hoe ze de plichten kunnen vervullen die ze tegenover hun vrienden hebben. Ze moeten leren dat ze nooit mogen roddelen over hun buddies. Dat als ze er niet zijn, je geen dingen over ze zegt die ze zelf niet zouden willen horen. Dat je altijd de dingen die je van vrienden leent, onbeschadigd terug moet geven, in dezelfde staat waarin je het kreeg. En als je iets van hen kapot maakt, je het moet vervangen of geld geven om een nieuw exemplaar te kunnen kopen.
Een goede vriend ben je ook als je met hen belt of langs gaat als er goed nieuws is. Maar ook dat je er voor hen bent als ze slecht nieuws krijgen. Alhamdoelillah hebben mijn zoons zulke vrienden. Een van hen belde naar ons huis toen hij wist dat we zaten te wachten op spannende doktersuitslagen. Hij sprak met de zoon waar het om ging, wenste hem beterschap en vertelde hem te vertrouwen op Allah. Als ik er nu aan denk, krijg ik nog tranen in mijn ogen.
Kinderen kunnen leren om een gevoeligheid te ontwikkelen voor hoe de mensen om zich heen zich voelen en daar op de juiste manier op te reageren. Het is zoals de Ierse schrijver Jonathan Swift zegt: “Goede manieren hebben is de kunst om mensen zich op hun gemak te laten voelen. Degenen die zo weinig mogelijk mensen zich óngemakkelijk laat voelen, heeft de beste manieren”
-5-
Een goede leerling zijn
Khan: “Ik heb mijn zoons thuisonderwijs gegeven tijdens de basisschoolperiode. Toen zij op hun twaalfde voor het eerst echt naar school gingen, waren ze verbaasd over de manier waarop leerlingen en docenten met elkaar omgingen. Ik heb ze altijd meegegeven hoe je je als moslim gedraagt tegenover iemand die jou les geeft. Je bent vol aandacht en hebt altijd een pen en papier bij je om aantekeningen te maken. Met een glazige blik in een les zitten, terwijl de leraar de les aan het opdreunen is, wordt gezien als uitermate respectloos. Ook maak je geen grappen over je docent en wacht je tot het eind van de les met vragen stellen.
Ik heb wel gemerkt dat deze regels alleen maar zin hebben, als deze manier van omgaan in de klas ook aan ze wordt voorgedaan. Kinderen zijn als sponzen, ze zuigen alles op wat er om hen heen gebeurt. Als je in ze knijpt, komt alles wat binnenin zit eruit lopen. Dat is de reden dat mensen zeggen ‘Zijn of haar ouders hebben hem/haar goed opgevoed’ als het gaat om iemand die zich goed gedraagt. Dus het is aan de ouders om actief aan het ontwikkelen van goede manieren te werken, zodat de kinderen dat kunnen oppikken insha’Allah.
Het mooie is dat we dit het leerproces samen met onze kinderen doorlopen. In onze poging om de volgende generatie nog zorgzamer en meelevender te maken, krijgen we ook de kans om onszelf te verbeteren. Dat Allah ons mag helpen om op dit punt succesvol te zijn. Amien.”
Hoofdfoto: Unsplash
Mash’Allah. Wat een mooie bijdrage over een o zo belangrijk onderwerp. Jezzak Allahu Firdaus!