Van onze correspondent in Oran – Het gebeurt hier nog regelmatig in Algerije. Soms valt voor een paar uur de elektriciteit uit. Na de eerste paar keer schrikken, went het snel. Je leert in ieder geval flexibel te zijn. Dat moet je hier sowieso meer zijn, want afspraken maken ze hier bijna niet. Je gaat gewoon op de bonnefooi ergens langs en hoopt dat iemand thuis is. Zo nee, dan ga je iets anders doen. Als je er tegen kunt, kan dat een ontspannen manier van leven zijn. Maar voor een georganiseerde Nederlander als ik was het wel enorm afkicken. Het duurde even voordat ik doorhad dat men van mij ook niet zoveel verwacht en dus staat er minder druk op alles.
Men zegt hier dat de stroomuitval komt door teveel huishoudens op een te klein net. Dat gaat meestal goed, maar als de vraag op een bepaald moment te hoog is, gaat de boel op slot. Klinkt aannemelijk, maar Algerijnen hebben altijd ieder hun eigen verhaal. En die moet je vaak met een grote korrel zout nemen. Zo wilde ik een keer weten op welke datum Eid al Adha was. Ik kreeg van vijf personen vijf verschillende antwoorden en allemaal bleken ze fout…..! Nu ik dat weet, neem ik de meeste antwoorden en afspraken niet al te serieus. Dat maakt het leven iets makkelijker, maar het gaat me soms wel aan het Hollandse hart.
Algerijnen hebben altijd ieder hun eigen verhaal, die je vaak met een grote korrel zout moet nemen
Sowieso blinkt mijn nieuwe thuisland niet uit in georganiseerdheid. Als je in de stad rondrijdt, zie je overal achterstallig onderhoud. Afgebladderde gebouwen, slecht onderhouden parken en speeltuinen, veel kuilen in de weg. Om moedeloos van te worden. Natuurlijk zijn wij in Nederland enorm verwend wat dat betreft. Dus ik doe wat iedereen hier doet. Je houdt je eigen plekje mooi en buiten de deur probeer je je niet teveel te ergeren.
Rivier voor de deur
Soms moeten we er ook wel om lachen hoor. Na een paar zware regenbuien konden we vorig jaar de straat niet meer over en hadden we volgens mijn jongste dochter een rivier voor de deur. Bij gebrek aan kaplaarzen moesten we de kinderen met de auto naar school brengen, die nota bene aan de andere kant van de straat ligt! Gelukkig heeft de gemeente dit jaar afvoerputten langs de trottoirs gemaakt, dus nu kan het water wel weg naar het riool. Neemt niet weg dat er nog steeds grote plassen midden op de weg staan omdat het asfalt zijn beste tijd gehad heeft. We wonen langs een van de hoofdwegen die het dorp uit lopen en aan onze kant zijn ze druk met het bouwen van nieuwe wijken. En zolang er veel bouwverkeer is, zal het nieuwe asfalt nog wel even op zich laten wachten.
Als wandelaar ben je hier pas echt de klos, de trottoirs zijn een ramp. In ons dorp moet iedereen met een eigen huis ook het trottoir voor zijn huis aanleggen en bijhouden. Nu voel je hem natuurlijk al aankomen…het is één grote lappendeken. Bij een groot mooi huis ligt een nette betegelde stoep en bij een half afgebouwd huis een stoep van grof beton. En omdat bijna iedereen een garage op de begane grond heeft, zijn er om de paar meter ook nog verlaagde inritten. Met regen zijn de tegels daar vaak spekglad, dus ik heb al meerdere uitglijders gemaakt. Tja, er is veel te zeggen voor een kleine overheid, maar ik heb nu gezien wat er gebeurt als je burgers zelf de openbare ruimte laat inrichten.
Met regen zijn de trottoirtegels vaak spekglad, dus ik heb al meerdere uitglijders gemaakt
Treinen worden hier niet veel gebruikt als manier van transport. Maar omdat ik uit een familie van treinengekken kom, wilde ik het toch een keer uitproberen. En dus namen we op een ochtend de trein van Oran naar Algiers. Volgens mijn man is de hardware van deze treinen al minstens vijftig jaar oud. Toen hij klein was, reden deze treinen ook al, alleen dan met een ander interieur. Halverwege de reis reden we door de boomgaarden waar mijn schoonvader vroeger werkte en kwamen er veel jeugdherinneringen los. De kinderen hingen aan papa’s lippen.
Benzine 23 cent per liter
Omgerekend is de trein veel duurder dan met z’n allen in de auto, maar dat komt vooral door de supergoedkope benzine hier. Die is hier absurd laag met 23 cent per liter. Volgens de landenlijst is alleen Koeweit nog goedkoper met 17 cent per liter. Daarom heeft iedere Algerijn, die het maar een beetje kan betalen, een auto. Je betaalt alleen maar verzekeringspremie, want wegenbelasting kennen ze hier ook niet. Sinds een aantal jaren mogen er geen oude modellen uit Europa meer worden geïmporteerd. Maar van voor die tijd zijn er natuurlijk genoeg barrels over. Dus je ziet óf blinkend nieuwe auto’s óf compleet afgeleefde auto’s met gaten en afhangende of ontbrekende spatborden.
Voor de korte afstanden was het openbaar vervoer beperkt tot de bus, maar sinds kort is er dé tram! En die wordt veel gebruikt. Alleen zijn de automobilisten niet gewend aan de stoplichten bij de trambaan. Niet zo raar trouwens, want de lichten zijn te klein en ze hangen op onlogische plekken. Als je zoals wij uit een met stoplichten dichtgeplamuurd land komt, zie je dat gelijk! De auto’s rijden dus gewoon door rood, ook als de tram dichtbij is. Daarom staan er nu als noodoplossing bij elke overgang mannen met fluitjes. Zo wordt een mooi aangelegde trambaan toch weer een beetje sjofel, want de fluiters hebben gewoon een oude stoel op de vluchtheuvel staan met hun thermoskan koffie of waterfles ernaast!