Als je leest over vrouwen met een hoofddoek, zijn het – vreemd genoeg! – vaak mannen die het woord nemen. Het zijn meestal niet de moslimvrouwen zelf die vertellen hoe het nu precies zit. Of je de hoofddoek nu wel of niet draagt: voor vrouwen onderling is het vooral een teken dat je op een bepaalde manier vormgeeft aan je band met Allah. Het onderscheid tussen de wel- en niet-draagsters lijkt groot, maar het tegendeel is waar: moslimvrouwen hebben juist diep respect voor elkaars keuze.
Wat gaat er om in de hoofden en harten van Nederlandse moslima’s? En hoe kijken ze aan tegen het concept hoofddoek? Ik begin in deze eerste aflevering met mijn eigen verhaal. Wil jij ook je persoonlijke verhaal delen – indien nodig kán dat anoniem – meld je dan aan via info@qantara.nl. Of je de hoofddoek nu wel of niet draagt, wilt gaan dragen of hebt gedragen; laat van je horen!
Irene (52): “Toen ik me in het jaar 2000 bekeerde, dacht ik met geen haar op mijn hoofd aan het dragen van een hoofddoek. Het heeft jaren geduurd voordat ik, als atheïst opgegroeid in een actief PvdA-gezin, me kon voorstellen dat er überhaupt een God was. Maar hoe meer ik me in het verschijnsel geloof ging verdiepen, hoe meer ik begon te beseffen dat niet-geloven eigenlijk ook een geloof is. Ik las veel over islam en kon me op een gegeven moment niet meer voorstellen dat er géén God bestond. Pas op dat moment kon ik de shahada (geloofsgetuigenis) doen, pas toen ik echt overtuigd was. Het was mijn man die me inspireerde om mijn zoektocht te beginnen. Maar ik móest van mezelf zeker weten dat ik niet bekeerde alleen om hem een plezier te doen.
De eerste dag dat ik mijn hoofddoek droeg
De hoofddoek was voor mijn man en mij nooit een issue. Ik heb dat ook beschreven in een interview dat ik gaf aan Libelle voor de rubriek “De dag nadat”. Daarin verwoordde ik het als volgt:
“Het is ruim voor zonsopgang als onze wekker gaat. De Ramadan is aangebroken, een periode van vasten en inkeer waar ik nu voor de derde keer aan mee doe. Mijn man heeft me nooit gevraagd of ik me wilde bekeren, dat was mijn persoonlijke keuze. Ook heeft hij niet gevraagd of ik een hoofddoek wil dragen. Dat is mijn besluit. Ik heb het hem nog niet eens verteld dat ik vandaag voor het eerst met mijn hoofddoek naar m’n werk ga.(…)
(…) Mijn man komt een paar minuten voor het breken van de vasten thuis. Hij heeft geen idee van wat ik vandaag heb gedaan. Moe maar opgelucht over deze dag zit ik aan tafel. Ik ben niet uitgescholden, ik ben mijn werk niet kwijt. Morgen doe ik mijn hoofddoek weer op. En over een paar dagen zal ik mijn man over mijn beslissing vertellen.”
De dag die ik in Libelle beschreef was ongeveer twee jaar na mijn bekering. Aanleiding was mijn kennismaking met Oem Ahmed, onze lerares Arabisch bij de vrouwengroep waar ik elke week heen ging. Ze was een leeftijdsgenoot afkomstig uit Jemen. Ze kon heel mooi reciteren en wist ons altijd te raken met verhalen over de profeet en zijn metgezellen. Toen ik haar een keer vroeg naar de regels over de hoofddoek, gaf ze me een kort en krachtig antwoord: “Als je de hoofddoek gaat dragen doe je dat voor jezelf, omdat je overtuigd bent dat God dat van je vraagt. Laat je door niets en niemand vertellen wat je moet doen. Ga zelf op onderzoek uit en neem een beslissing. Stel het dragen van de hoofddoek niet uit om wat anderen er misschien van zullen denken. Jij weet waar je het voor doet.”
Baas over eigen hoofd
Ik kon me daar wel in vinden – een soort “baas-over-eigen-hoofd” gevoel – maar kwam verder niet in actie. Totdat ik in de 29ste week van mijn eerste zwangerschap een zware bloeding kreeg en met spoed naar het ziekenhuis werd gebracht. Daar bleek dat mijn placenta al aan het loslaten was. Een half uur later werd met een spoedkeizersnee onze dochter geboren. Ze was maar één kilootje mens, dapper en strijdbaar en alhamdoelilah (God zij dank) heeft ze het gered.
Twee dagen later – ik lag nog in het ziekenhuis – kreeg ik telefoon van een vriendin uit de vrouwengroep. Ze vertelde me dat in de nacht dat mijn dochter was geboren, Oem Ahmed was gestorven aan een hartstilstand. Haar advies over de hoofddoek kwam opeens heel diep binnen. En bleef de weken erna constant in mijn hoofd rondzingen. Reden genoeg om er nu eindelijk eens serieus onderzoek naar te gaan doen. Ik was altijd een beetje sceptisch over tekenen van God, maar deze was te duidelijk om over het hoofd te zien.
Maar hoe doe je dat, zomaar uit het niets een hoofddoek gaan dragen? Ik zag als een berg op tegen al het “gedoe” eromheen. En toen kwam de gouden tip: begin om de hoofddoek te dragen tijdens de vastenmaand Ramadan. Tegen de buitenwereld kun je zeggen dat je het doet omdat het een maand is die intensievere aanbidding van je vraagt. Voor jezelf is het makkelijker omdat je toch al je hele dagritme omgooit. Eid al Fitr – de afsluiting van de Ramadan – is een natuurlijke deadline. Als het niet gaat, kun je dan de hoofddoek weer afdoen. En voel je je goed, dan is het een blijvertje. Voor mij was het dus een ‘ja’. Nu 16 jaar geleden.
Zonder hoofddoek naar buiten
Natuurlijk heb ik wel eens een hoofddoek-dip. Dat ik het een gedoe vind om hem steeds op en af te moeten doen. Of als ik een bad-hijab-day heb en er telkens weer haren tussenuit piepen. Maar ik weet ook dat ik me ontzettend kaal voel als ik zonder hoofddoek buiten ben. Het is me een keer overkomen. Ik moest mijn jongste dochter van school halen en had geen erg in de tijd. Al rennend en vliegend zat ik opeens op de fiets zonder hoofddoek. Gelukkig zag ik mezelf weerspiegeld in een ruit en ging ik vol op de remmen, terug naar huis. Ik heb dit verhaal vaak moeten vertellen aan mijn dochters toen ze nog jong waren. En nog altijd vinden ze het een hilarisch verhaal.
In mijn familie en op het werk is de hoofddoek nooit een probleem geweest. Mijn vader en moeder hebben me opgevoed met respect voor anderen en handelden zelf ook zo. Ze begrepen de hoofddoek niet, maar spraken positief over mijn keuze tegen anderen en liepen zonder schaamte met me over straat. Ook op het kantoor waar ik werkte, was er geen probleem. Hun reactie was: “We kennen jou als een serieus persoon en we weten dat je dit doet omdat het goed voelt.” Het leverde soms wel verraste blikken op als we zakelijk bezoek kregen. De combinatie maken tussen de mevrouw Schippers die ze aan de telefoon hadden gesproken én de hoofddoek duurde meestal een paar lange seconden.
Open en vriendelijk in gesprek
Ik vraag me weleens af waarom ik zo weinig ‘last’ heb van mijn hoofddoek. Want ik hoor om me heen ook genoeg negatieve verhalen. Soms lijkt het of mensen het niet eens zien. Misschien komt het doordat ik de buitenwereld open en vriendelijk tegemoet treedt en niet met de gedachte rondloop dat iedereen me beoordeelt op mijn hoofddoek. Het werkt juist andersom. Mensen die op het persoonlijke vlak geen moslims kennen, willen juist het gesprek met mij aangaan en hun vragen stellen.
Mijn diepste wens is dat de hoofddoek van zijn stigma afkomt van onderdrukking, domheid en roomser-dan-de-paus-heid. Daarom ook deze serie artikelen. Om te laten zien hoe iedereen zijn eigen weg gaat qua ontwikkeling als moslima. Omdat bewustwording en acceptatie de eerste stap zijn naar een positieve(re) beeldvorming.
We hebben nog een lange weg te gaan.