Die ochtend had ik haast. Ik had me verslapen. Vandaar dat ik snel wat boterhammen smeerde om ze later op te eten. Ik was de dag tevoren vergeten om mijn eigen speltbrood te kopen, dus het werden de witte. Ik stond met een kraampje op een beurs. Toen ik alles had uitgepakt, kwamen ook de boterhammen tevoorschijn. Een zuster ‘betrapte’ mij daarbij: “Een witte boterham, schaam je.” Ik mompelde nog even iets als “haast”, maar achteraf baalde ik ervan dat ik mij verdedigde. Ik hoef immers geen verantwoording af te leggen aan iemand over wat ik wel of niet eet.
Toch raakte ze een gevoelige snaar bij me. Waarschijnlijk omdat ik allerlei halve pogingen onderneem om bewuster om te gaan met alles wat wij als gezin consumeren. Ik wil consuminderen en ik probeer mijn gezin daar bij te betrekken, wat veel simpeler klinkt dan het is. Want soms weet ik zelf niet eens waar en hoe ik moet beginnen en welke prioriteiten ik moet stellen.
Een serie over duurzaamheid
Er valt nog een wereld te winnen. Daarom ben ik van plan om de komende tijd nieuwe stappen te gaan zetten op weg naar een groener leven. Ook wil ik ontdekken hoe duurzaam de islam is. En hoe groen de moslims in Nederland zijn door het licht te laten schijnen op duurzame initiatieven.
Minder vlees
Om te beginnen eten we als gezin de laatste jaren bijvoorbeeld steeds minder vlees. Dat wil zeggen, dat er ofwel vaker vegetarische maaltijden op het menu staan, ofwel dat de portie vlees zo langzamerhand gehalveerd is. Ik zeg het alleen niet tegen man dat er geen vlees bij de maaltijd zit, want dan trekt hij een pruilmondje. “Ik ben een zoon van een slager!” zegt hij dan verongelijkt. Als ik echter mijn mond dicht houd, zie ik hem gewoon smullen.
Wat ik nog wel zou willen bereiken is dat we, behalve dat onze kip halal is, het ook nog tayyib – goed, gezond en duurzaam – is. Want wat kan er nu gezond zijn aan een kip die zijn leven lang geen daglicht heeft gezien? Die groeihormonen krijgt toegediend om binnen zes weken een volwassen kip te worden? Iets waar een kuiken normaal gesproken zes maanden over doet. Die kip heeft veel stress ervaren in zijn leven. En die stress- en groeihormonen zullen uiteindelijk ook in mijn maag belanden. Tot nu toe heb ik mijn echtgenoot echter nog niet kunnen overtuigen om over te gaan op de biologische kip “want het leven is al zo duur.” Het lot wil ik dat ik net minder ben gaan werken en verdienen, waardoor ik me ook niet meer in de luxe positie bevind, dat ik veel kan bijdragen. Wie betaalt, bepaalt.
Toch heb ik goede hoop, want het duurde ook jaren voordat hij zelf geen suiker meer in zijn koffie en thee deed. En zijn eigen familieleden er op ging wijzen, dat al die suiker slecht is voor de gezondheid. Ook koopt hij ruwe rietsuiker in plaats van de goedkope geraffineerde witte kristalsuiker. Oké, er was wel een broer met diabetes voor nodig voordat hij tot het inzicht kwam. Maar alsnog petje af voor mijn eerste-generatie-man, die van zijn moeder leerde dat suiker energie geeft en dat je zonder suiker flauw valt. Ik was ooit met stomheid geslagen toen zij zelfs aan het flesje melk voor ons kindje een schep suiker toevoegde. Ik weet niet wie op dat moment ‘giftiger’ was: ik of de suiker….
‘Groenere’ schoonmaakproducten
Ook heb ik thuis alle schadelijke schoonmaakproducten verruild voor een milieuvriendelijker alternatief. Ze zijn vaak wel wat duurder, maar behalve dat ze het milieu niet schaden, ruiken ze net zo lekker. Ik heb alleen nog een grote fles met chloor staan die ik dus nu niet meer gebruik, maar die er nog wel staat. Of het een groot verschil zal maken als ik het op maak, of dat ik het product in de chemokar werp, weet ik niet. Daarnaast heb ik ook pogingen gedaan om mijn eigen wasmiddel te maken, maar dat was niet direct een succes. Inmiddels heb ik groene alternatieven gevonden die ook nog eens betaalbaar zijn.
Zero Plastic Week
Wat me ook redelijk makkelijk afgaat is dat ik geen plastic tassen meer aanneem bij de winkels naar aanleiding van de Zero Plastic Week. Want hoewel wij ons plastic afval netjes scheiden, is het toch van den gekke dat wij wekelijks een vuilniszak vol plastic in de betreffende bak dumpen. Wie is er zich van bewust, dat er tussen Hawaï en San Francisco 44 miljoen kilo plastic afval rond drijft met een omvang van 34 keer Nederland? Behalve dat deze ‘plastic soep’ een gevaar vormt voor alle zeedieren, krijgen wij als consument dit natuurlijk ook weer op ons bordje. Toch is het nog maar vijf jaar geleden dat Rwanda als eerste land ter wereld de plastic tas in de ban deed. Vandaar dat ik ervoor wil zorgen, dat ik zo vaak mogelijk opvouwbare tasjes bij de hand heb, zodat ik geen plastic tassen meer hoef aan te nemen in de verschillende winkels.
Mensenrechten
Ik ben er echter nog niet uit, waar ik de grens moet leggen. Ligt de grens bij ‘wat goed is voor het milieu’, of ‘wat goed is voor de dieren’ of ‘wat goed is voor de mens’. In principe komt het allemaal op hetzelfde neer. Want wat goed is voor het milieu en voor de dieren, is dat uiteindelijk ook voor de mens. ‘Wat goed voor de mens is’ reikt echter nog veel verder dan alleen maar gezondheid en welzijn. Dan gaat het ook over mensenrechten en onze verantwoordelijkheid daarin als khalif (vertegenwoordiger van God op aarde).
Zo was ik jarenlang erg fanatiek met het boycotten van allerlei goederen en producten waarvan de producenten uit bezet Palestijns gebied kwamen, of een deel van de winst aan Israël schonken. Ik probeerde ook andere zusters te overtuigen om bepaalde merken te boycotten. Maar ik vond nauwelijks gehoor. Alleen het verhaal van de medjoul-dadels uit Israël raakte ze.
Onlangs vertelde onze kruidenier echter dat ook andere medjoul-dadels uit Israël komen. Maar dan via een omweg – waardoor je niet kunt zien dat Israël het land van herkomst is – met als doel de consument te misleiden. Ook maak ik mee dat merken constant van de een in de andere handen overgaan. De boycot-sites zijn ook niet up-to-date. Dus hoe moet ik het dan nog bijhouden? Nu probeer ik zo veel mogelijk de producten van de grote multinationals te vermijden, aangezien zij, behalve in Palestina, ook in vele andere landen de mensenrechten met voeten treden.
Geitenwollen sokken
Ik ben er nog niet uit, waar voor mij de grens ligt. Als het aan mij lag, ging het er hier in huis anders aan toe. Dan kochten we als gezin minder spullen en minder kleding. Namen we totaal geen plastic tassen meer aan. Hadden we een kleinere of geen televisie. Aten we slechts één keer in de week vlees, hadden we onze eigen kippetjes en dus eitjes en kweekten we onze eigen groenten. Maar het ligt niet alleen aan mij. En dat is maar goed ook, want ik als ik eenmaal op dreef ben, is er misschien geen houden meer aan met mijn geitenwollensokken-manie.
Levensgenieter
Aan de andere kant huist er ook een te grote levensgenieter in om mijzelf al de leuke of lekkere dingen van het leven te ontzeggen. Toen ik net moslim was begin jaren negentig, ging ik om met een paar zusters die uit de biologisch-dynamische hoek kwamen. Twee van hen serveerden altijd hibiscus-of rooibosthee. Hoe hard ik het ook probeerde, ik heb nooit kunnen wennen aan die zure smaak. Wat kon mij het schelen dat het zo gezond was? Ze konden op zijn minst ook nog een andere smaak serveren? Ook had ik soms best nog trek en keerde ik met een knagend hongergevoel huiswaarts na een dagje samen kennis opdoen.
Maar ik heb er volgens mij nooit iets van gezegd, omdat ik niet verwend en al te gretig over wilde komen. En wellicht ook omdat ik netjes ben opgevoed door mijn ouders. Ik mocht van mijn moeder vroeger ook niet tegen oma zeggen, dat ik liever thee wilde dan koffie.
Vanzelfsprekendheid
De zusters en ik zijn uiteindelijk uit elkaar gegroeid. Zij trokken zich steeds meer terug uit de wereld, terwijl ik middenin het leven stond. Of er een relatie is tussen het een en het ander, weet ik niet, maar ik kreeg het een best benauwd van de vanzelfsprekendheid waarmee zij alles uit droegen.
Diezelfde vanzelfsprekendheid zie ik ook bij sommige mensen die zich inzetten voor duurzaamheid. Die heffen ook graag het vingertje als je ‘een fout’ maakt. Zoals witte boterhammen uit de supermarkt eten. Tegenwoordig haal ik voor mezelf biologisch brood. Terwijl mijn man en kinderen nog steeds niet-voedzaam en niet-duurzaam wit of bruin brood eten. Maar ik doe er wel een dikke laag niet-biologisch boter en een dikke plak niet-biologische kaas op. Verder ben ik dol op gebraden kip, koffie verkeerd en chocola. “Toch wel fair trade hè?” vraagt mijn geweten. “Meestal wel,” antwoord ik, “het lukt me alleen nog niet met die verrukkelijke melkchocoladerepen met caramel van merk X.”
Hoofdfoto: Pixabay.com