In 2011 maakte ik met mijn gezin hijra (emigratie) naar Algerije, het thuisland van de vader van mijn kinderen. We kwamen er te wonen in een klein dorp vlakbij de grote stad Oran. Vol goede plannen en energie gingen we van start. In 2017 keerden we totaal opgebrand en gedesillusioneerd terug naar Nederland. Al met al was het een bijzonder – maar vooral ook mentaal loodzwaar – avontuur.
Dankzij het werk van Annelies Moors en Vanessa Vroon-Najem, weet ik dat ik niet de enige was die terugkeerde. Deze twee antroplogen deden uitgebreid onderzoek naar de ervaringen van bekeerlingen die emigreerden. Zij vroegen hen meerdere keren om, tijdens de verschillende stadia van hun emigratie, hun persoonlijke ervaringen te delen.
Waarom emigreren?
Uit het onderzoek van Moors en Vroon-Najem blijkt dat sommige vrouwen besloten om hijra te doen omdat zij voelden dat voor hen persoonlijk hun bekering een stap vooruit was, maar dat tegelijkertijd hun Nederlanderschap daarna vaak in twijfel werd getrokken. Hun keuze voor de islam werd door niet-moslims vaak als een stap terug gezien. De negatieve beeldvorming over de islam maakte dat zij hun keuzes steeds opnieuw moesten uitleggen of verdedigen. Ze kregen te maken met uitsluiting en maakten zich zorgen om het effect dat dat zou hebben op hun kinderen. Bij sommige vrouwen groeide door dit sociaal-maatschappelijk onvriendelijke klimaat het verlangen om naar een land met een moslimmeerderheid te verhuizen.
Weer andere vrouwen deden hijra om religieuze redenen, omdat zij het als een sterk aanbevolen daad zien. Voor mij gold dat niet, bij ons speelde vooral de wens om onze kinderen een tijd in het land van hun vader te laten opgroeien. Om zo de taal en de cultuur van zijn kant van de familie echt goed te leren kennen.
Niet succesvol
Voor veel vrouwen die deelnamen aan het onderzoek waren hun pogingen niet succesvol. Veel vrouwen hoopten in een moslimland meer rust te kunnen vinden qua praktiseren van hun geloof. Maar in de praktijk werden zij geconfronteerd met de cultuur en tradities van het land. En ze kwamen erachter dat zij toch Nederlandser waren dan zij zich van te voren hadden gerealiseerd. Vooral dat laatste maakte het moeilijk om betekenisvolle sociale relaties te ontwikkelen in hun nieuwe omgeving. Een van de vrouwen uit het onderzoek zegt daarover: “Op een bepaalde manier weet je niet waar je aan begint. Alles leek perfect, ik wist waar ik zou wonen en ik had daar een sociaal netwerk met mijn schoonfamilie. Maar toch, je weet niet hoe een andere cultuur je zal beïnvloeden.”
Eigen bubbel
Allemaal heel herkenbaar voor mij. Ik kwam na twee jaar uiteindelijk tot de conclusie dat ik mijn eigen ‘bubbel’ moest bouwen om geestelijk overeind te blijven. Om sociaal gezien toch actief te blijven, begon ik een Engelstalige bekeerlingenclub en sloot ik me aan bij een schrijversgroep van moslims in Nederland, waar later Qantara uit zou ontstaan.
Het ‘erbij horen’ was ook voor mijn kinderen een harde dobber. We zijn inmiddels alweer zes jaar terug in Nederland. Nu ook mijn dochters met wat meer afstand terug kunnen kijken, krijg ik van hen het geheel terechte verwijt dat we hen totaal onvoorbereid hebben meegenomen. Mijn jongste dochter ging pas Arabisch praten toen ze voelde dat ze het voldoende beheerste. De oudste werd, toen eenmaal duidelijk werd dat ze goed kon leren, op de achterste banken gezet. De klassen waren groot en de juffen regeerden met harde hand (en vaak ook de stok, ondanks dat die bij wet verboden is in Algerije). Ik heb er nog steeds soms pijn van in mijn maag.
Eeuwige buitenstaander
De vrouwen benoemen bijna allemaal dat zij zich ‘eeuwige buitenstaanders’ voelden, ook in het religieuze leven. Natuurlijk hadden ze zich voorbereid op een leven in een nieuwe omgeving en gingen er daarbij vanuit dat hun religieuze toewijding en kennis hen zouden helpen om zich thuis te voelen. Maar de situatie ter plaatse was vaak anders dan zij hadden verwacht, ook wat betreft religiositeit, zowel binnen hun nieuwe sociale omgeving (lees: bijna altijd schoonfamilie) als in de samenleving als geheel.
Ik vond het in Algerije bijna nog moeilijker om mijn kinderen het geloof mee te geven dan in Nederland, omdat ik moest uitleggen waarom de moslims in onze nieuwe omgeving dingen deden die zij niet snapten vanuit wat ik hen had meegegeven over het geloof. In Nederland kun je dan nog zeggen dat niet-gelovigen dingen nu eenmaal anders aanpakken. In Algerije was steevast het antwoord: ”Zo doen wij dat hier nu eenmaal!”
Omdat de vader van mijn kinderen ook mee moest draaien in een andere sociale omgeving, veranderde zijn gedrag. Zowel mijn dochters als ik konden dat niet rijmen met hoe we hem voor onze emigratie kenden en dat creeërde afstand. Kortom: de invloed van de omgeving was veel groter en indringender dan gedacht. En uiteindelijk heb je geen energie meer voor uitleggen en vechten voor je eigen inbreng. In mijn geval voelde het alsof ik mijn tijd moest uitzitten.
Locatie, locatie, locatie
Het onderzoek laat ook zien hoe belangrijk de locatie was waar de vrouwen gingen wonen. Vaak werd gekozen voor een plek in de buurt van schoonfamilie en dat was meestal in dorpen en kleine steden. In veel van de landen waar de vrouwen heen trokken waren de woonomstandigheden in de stad overvol en duur en werd in het belang van de kinderen gekozen voor huisvesting waar meer ruimte was. In politiek onrustige landen was soms in de gebieden waar zij woonden sprake van surveillance door de overheid en beperkte dat hun bewegingsvrijheid.
Meerdere vrouwen benoemen dat op hun nieuwe woonplek de religie anders werd beleefd. Met als gevolg dat zij in de familie van hun man toch ‘raar’ aangekeken werden. Aan de ene kant is de schoonfamilie blij dat de vrouwen zich hebben bekeerd, maar tegelijkertijd werd hun manier van islam praktiseren vaak als ‘te veel’ of gewoon ‘anders’ beschouwd. In sommige gevallen zag de schoonfamilie hun vaak kritische houding als (te) negatief en bleken de verschillen op lange termijn onoverbrugbaar.
Omdat voor mij de religieuze omgeving niet de belangrijkste reden was om te emigreren, heb ik van dit verschil niet zo’n last gehad. Bij ons was teruggaan naar Nederland uiteindelijk de enige optie omdat ik écht niet kon aarden in Algerije.
Terug naar Nederland
Wat ik herken in de verhalen van de vrouwen in het onderzoek is dat zij allemaal in nauw contact bleven met hun eigen familie en ook hun moslimvriendinnen in Nederland. Ik moest vanwege mijn verblijfspapieren elke vijf maanden terug naar Nederland voor een verlenging van mijn visum en voor mij waren dat periodes om weer even op te laden. Ik ken genoeg bekeerlingen die die luxe niet hadden en nu ik terugkijk is het wel de reden dat ik niet compleet vereenzaamd ben. Door de reizen naar Nederland kon ik altijd net genoeg energie opbouwen om er weer voor een tijd tegenaan te kunnen. En de zomervakanties in Nederland waren een ‘non-negotiable’ in ons huwelijk, een minimale tegenprestatie voor het feit dat ik mijn leven in Nederland opgaf voor de grote droom van mijn echtgenoot en de ontwikkeling van onze kinderen.
De vrouwen die meededen aan het onderzoek van Moors en Vroon-Najem keerden uiteindelijk bijna allemaal terug naar Nederland. De meesten na lang te hebben ‘gewacht’ in de hoop dat er betere tijden zouden aanbreken. De redenen voor terugkeer blijken divers. Sommige vrouwen (zoals ik) konden niet integreren in hun lokale omgeving en worstelden met eenzaamheid. Andere gezinnen keerden terug vanwege financiële problemen, biivoorbeeld wanneer de echtgenoot er niet in slaagde om economisch succesvol genoeg te worden om het gezin te onderhouden. Voor vrouwen waarvan de echtgenoot in Nederland bleef werken, gold meestal dat ze hun kinderen wilden laten opgroeien met hun vader erbij. Weer anderen keerden om gezondheidsredenen terug naar Nederland.
Integreren
In ons geval verliep de terugkeer relatief makkelijk. We konden terug in onze eigen woning en pakten langzaam weer onze eigen bedrijven op. Alhamdoelilah hadden wij geen financiële problemen vanwege schulden die waren opgebouwd tijdens de jaren van economische ontberingen in verband met hijra doen. Want dit was voor sommige vrouwen die aan het onderzoek meededen helaas de werkelijkheid.
Voor onze kinderen was het pittig om opnieuw te moeten integreren in het Nederlandse onderwijssysteem, na zes jaar school in het buitenland. Zij kregen allebei advies vmbo-t en zijn uiteindelijk Havo en Vwo gaan doen. Ik had ze gelukkig in de eerste jaren Nederlandse les gegeven (via de Wereldschool) en altijd gezorgd voor leesboeken en educatieve dvd’s in het Nederlands. Maar ondanks dat hebben ze toch beiden een jaar ‘verloren’. En dat is niet fijn als je in je puberteit moet instromen in een school waar kinderen elkaar al langer kennen.
Veel vrouwen benoemen dat zij opgelucht waren om weer terug te zijn in Nederland en hadden het gevoel dat ze weer vooruit kwamen. Zelfs als ze nog steeds dachten dat het beter zou zijn voor hun kinderen om op te groeien in een moslimland, realiseerden ze zich vaak dat ze daar zelf niet gelukkig zouden zijn.
Offers brengen
Als ik naar mijn eigen gezin kijk, zijn de offers groot geweest. Bij terugkeer bleek mijn enige zus ongeneeslijk ziek te zijn. Nog steeds vind ik het moeilijk dat ik zes jaar van haar leven heb gemist en zij haar enige twee nichten maar beperkt heeft zien opgroeien. Ons huwelijk heeft de zes jaar stress niet overleefd en dat is voor ons allemaal een voldongen feit en een harde realiteit waarmee we moeten leven. Aan de andere kant zijn we wel een hecht gezin, dat weet waar het leven om draait.
Ik heb mezelf heel goed leren kennen en weet wat belangrijk is in het leven en voel me qua geloof sterker en dichter bij Allah dan voor mijn emigratie. Ik sta nu ook meer voor mijn Nederlandse manier van doen. Die hoort net zo bij mij als mijn geloof. Ik ben door de emigratie ‘verlost’ van het idee dat het elders qua islam beter is. En dus is het makkelijker om me te focussen op het hier en nu en de kleine stapjes die we als moslimgemeenschap kunnen zetten.
Wat herkenbaar!! Ik heb met tranen in mijn ogen zitten lezen. Mijn 2 volwassen kinderen zijn weer teruggekeerd naar Ned. Ik woon nog in Egypte.
Heel mooi artikel Irene! Ondanks de vele offers heb je ook een prachtige ontwikkeling doorgemaakt: namelijk veel bewuster zijn in je geloof. En door Sabr nog meer Sukr verkregen.