Geld is verweven met het leven. Als je het niet hebt, heb je zorgen. Als je het wel hebt, heb je ook zorgen. Je leeft als moslim misschien met de gedachte dat armoede gelijk staat aan vroomheid. Dat komt door de hadith die zegt dat de meerderheid van de mensen in het paradijs de armen zullen zijn. Je zou dus kunnen denken dat als je het paradijs wilt bereiken je arm dient te zijn. En dat als je niet arm bent, je de kans loopt niet onder de mensen van het paradijs te zijn.
Dit artikel is geïnspireerd op de Engelse Youtube serie Honest Tea Talks. Dit is een initiatief van drie zusters die verbonden zijn aan Solace, een netwerk voor bekeerde moslims die hulp nodig hebben (en inmiddels ook in Nederland actief is). In de aflevering met de titel ‘Money Money Money’ – de Engelstalige video vind je hier – gaat het over hoe we omgaan met geld en waar dat vandaan komt.
Nergens in onze religie wordt gezegd dat het hebben van geld slecht is. Ook worden we niet opgeroepen om – als je veel geld hebt – het zoveel mogelijk weg te geven in liefdadigheid en vooral niet te veel aan jezelf te besteden. Daarvoor hebben we als moslims de zakaat (armenbelasting). Dit is een soort belasting over het geld dat je op dat moment niet gebruikt en waarvan je dan tweeënhalf procent afdraagt om mensen te helpen die het nodig hebben. Het is een belangrijke zuil in islam die zorgt voor een goede balans en solidariteit tussen arm en rijk.
Is geld een zegen of een vloek?
Een van de Solace-zusters denkt dat veel moslims geld zien als een onderdeel van de doenja (het huidige wereldse leven). Iets waar je je niet mee bezig moet houden omdat je focus gericht moet zijn op het Hiernamaals. Maar waarom zou je die twee niet allebei kunnen hebben? Waarom is een keuze voor het één een keuze tegen het ander? Waarom bestaat er de angst dat als je rijk bent, je je religie vergeet?
De eerste mensen in Mekka die in de tijd van de Profeet ﷺ moslim werden, waren de armen. En daar werd door de elite op neergekeken. De islam was voor hen dus een religie voor armen en niet voor hen.
Volgens Layinka wordt rijkdom pas een probleem als je het ziet als einddoel en niet als middel. Dat je denkt dat je pas gelukkig bent als je een bepaalde hoeveelheid geld of bezit hebt. Geld zou juist een middel moeten zijn om dingen te kunnen doen, dingen te kunnen hebben en inderdaad om weg te kunnen geven. Op deze manier kan geld een middel zijn om Allah te aanbidden. Door je geld in te zetten om meer sadaqa en zakaat te betalen, kan ook geld een manier zijn om vroomheid te bereiken.

Het wereldse leven omvat veel meer dan geld alleen.
Aliyah zegt dat ze natuurlijk ook graag meer geld zou willen hebben om goed te doen, maar dat ze in alle eerlijkheid ook bang zou zijn voor wat dit met haar hoofd en hart zou doen. Haar terughoudendheid om geld te vergaren komt uit haar jeugd. Haar moeder was de kostwinner en moest de eindjes aan elkaar knopen. Zij draaide elk dubbeltje om en is tot op de dag van vandaag nog steeds voorzichtig met geld, ook al zijn haar financiële omstandigheden stukken beter nu. Toen ze moslim werd, kwam voor Aliyah de islamitische verantwoordelijkheid er ook nog eens bij.
Layinka voegt hieraan toe dat we niet moeten vergeten dat Allah Ar-Razzaaq (de Voorziener) is en dat hij je dit geld gegeven heeft. Geld staat niet gelijk aan de doenya. Het wereldse leven omvat veel meer dan geld alleen.
Wat ben je gewend qua geld?
Mensen die in armoede opgegroeid zijn en daarna veel geld te besteden krijgen, hebben de neiging om ineens aan van alles wat uit gaan geven. Ze zijn gewend om niets te hebben en als ze dan wel geld hebben dan geven ze het ook uit als water omdat ze dit simpelweg niet gewend zijn. Met als gevolg dat er aan het eind van de maand alsnog geld tekort is.
Ook in het gezin waarin ik opgroeide hadden we na de scheiding van mijn ouders niet veel te besteden. Ik weet nog dat we op de avonden voordat het grofvuil opgehaald werd langs de straten liepen om te kijken of er iets leuks of bruikbaars tussen stond voor ons. En ondanks dat dit misschien een beetje zielig klinkt, heb ik hier warme herinneringen aan.
Ik vond het superleuk om in het donker met mijn moeder te kijken of we leuke spullen konden vinden. Ook kregen we vaak kleren van kennissen en ik was daar enorm blij mee. Ik heb nooit honger gehad of echte armoede gekend, maar breed zullen we het niet gehad hebben. Toch heb ik hier nooit last van gehad. Ik ben opgevoed met het idee dat je niet met geld smijt en geen geld uitgeeft als je het niet hebt. Rood staan bij de bank was zo’n beetje een doodzonde en dat is het voor mij nog steeds.
Niet met geld smijten
Toen ik later trouwde, waren we financieel stabiel. We waren nog studenten en leefden van een studiefinanciering en zijn bijbaan, maar ook hier had ik niet het gevoel dat ik iets tekort kwam. De meeste jaren van mijn huwelijk heb ik in relatieve rijkdom doorgebracht. Ik kon doen wat ik wilde, we gingen twee keer per jaar op vakantie en ik had geen benul van wat dingen kostten omdat ik alleen maar de pinpas door de automaat hoefde te halen. Toch was ik niet verkwistend. Als ik iets leuks in de winkel zag hangen, liep ik er wel drie keer langs om te bedenken of ik het wel nodig had en of ik het de prijs wel waard vond. En soms besloot ik dat ik het maar liet hangen ook al kon ik het betalen.
Ook nu nog merk ik dat ik het moeilijk vind om dure dingen aan te nemen en dat ik hier zelfs een beetje over zeur als mijn zoon iets leuks wil geven. Ik zeg vaak tegen hem dat ik steeds meer op mijn moeder (zijn oma) begin te lijken! Dat het toch niet nodig is en dat hij niet met zijn geld moet smijten. Ik moet ook echt proberen om hem zijn plezier niet af te nemen door mij iets te geven.
De waarde van geld
Soms zie ik in de moslimgemeenschap dat we aan geld van moslims een andere waarde hechten dan aan geld van niet-moslims. Zo zal je eerder afdingen of dingen op de pof kopen bij een moslim, waar we in deze situatie bij een niet-moslim hier niet aan zouden denken. Stel je voor dat je bij een bakker zou zeggen: is het goed als ik je volgende week betaal? Hij zou je toch heel raar aan staan kijken.

Rijkdom wordt een probleem als je het ziet als einddoel en niet als middel.
Sumayah geeft als voorbeeld dat zij ooit een workshop gaf en daar een bijdrage voor vroeg. Een zuster zei dat dit veel te veel was, maar even later kocht ze kleding die zeker 10 keer zoveel kostte. Dit geeft aan dat we de waarde van iets op verschillende momenten anders inschatten. Dat we dus blijkbaar het opdoen van islamitische kennis financieel minder waard vinden dan het kopen van nieuwe kleding. Rijkdom is dus subjectief.
Layinka wijst er ook op dat de broeders en zusters die lezingen geven op een redelijke wijze gecompenseerd moeten worden voor alle tijd en moeite die ze erin stoppen. Vaak wordt er niet bij nagedacht dat een les of lezing voorbereid moet worden, het bedacht en georganiseerd moet worden. Voor vrouwen die lezingen geven, geldt dit waarschijnlijk nog meer omdat zij doorgaans ook de zorg voor hun gezin hebben.
Financieel in balans zijn
Ook ik heb als moslima veel activiteiten georganiseerd: lezingen, zusterdagen, workshops dodenwassing, sportactiviteiten en nog veel meer. Ik deed dit allemaal fisabilillah (puur voor Allah) en haalde hier veel voldoening uit. Alleen voor het sporten moest ik geld vragen omdat daar ook huur van de ruimte nodig was. Ondanks dat het echt een heel laag bedrag was, tekenden sommige zusters bezwaar aan. Het was zelfs zo erg dat om deze reden het aantal deelneemsters steeds verder afnam totdat het voor mij financieel niet meer haalbaar was.
Dat is precies waar je de balans moet vinden. Als moslim wil je graag geld aan anderen geven zonder daar iets terug voor te verwachten. Maar het is ook belangrijk dat de hulp die je biedt, ook niet als vanzelfsprekend beschouwd wordt. Daarom hou ik wel van de Nederlandse zakelijke mentaliteit die ook heerst in families en tussen vrienden en vriendinnen.
Ik heb altijd een hekel gehad aan afdingen en voel me bezwaard als ik iemand vraag iets voor me mee te nemen en dat ze me dan – uit beleefdheid of oprechtheid – geen geld daarvoor vragen. Ik weet dat dat komt door de manier waarop ik met geld ben opgevoed bent.
De vraag of armoede gelijk staat aan vroomheid, wordt niet echt beantwoord. De conclusie is dat het toch vooral een kwestie van balans is. Geld kan een zegen zijn in het huidige leven en in het hiernamaals. Maar tegelijkertijd kan het ook een vloek als je er niet goed mee omgaat. De keuze is aan jou.
mascha allah mooie serie, ik geniet hiervan en meteen nuttige informatie die je kunt toepassen
Ga zo door .. Je bent een echte schrijfster
Mooi stuk, ook heel herkenbaar. Barakallahoe fiek om dit belangrijke onderwerp zo helder te beschrijven