Als je als moslim gaat trouwen, weet je dat daar een mahr (bruidsschat) bij hoort. Mannen moeten in staat zijn om de bruidsschat te betalen. Vrouwen hebben het recht om over hun eigen mahr te onderhandelen en die ook werkelijk te ontvangen.
Dat er achter de materiële kant van de bruidsschat ook een diepe spirituele betekenis schuilgaat is bij velen niet bekend. En dat is een probleem, want moslims lijken daardoor de bruidsschat niet serieus te nemen en vragen om belachelijk hoge (of lage) bedragen.
Nouman Ali Khan neemt ons mee in de volgende aya in de Koran:
En geef de vrouwen (die jullie trouwen) hun bruidschat met een goed hart, maar als zij voor hun eigen genoegen, jou daar een deel van kwijtschelden, neem het dan en geniet er zonder vrees of kwaad van. (Koran, 4:4)
Hij legt uit hoe we als moslims vaak de neiging hebben om de wetten van Allah te beperken tot het godsdienstig onderscheid tussen haram en halal. Alsof de wetten los staan van wat er – op emotioneel en spiritueel vlak – in ons eigen leven aan de hand is.
Aan de hand van de tafsier (Koranuitleg) van Ibn Ashoor (geboren in Tunis in 1879) geeft Khan aan hoe we op een andere manier naar de wetten van Allah kunnen kijken. Hoe we vooral ook troost en advies kunnen putten uit de manier waarop Allah tot ons spreekt en ons hart raakt.
Nouman Ali Khan: “Mijn uitgangspunt is dat de wetten van Allah een rechtstreekse band hebben met onze spirituele relatie met Allah. Gehoorzamen aan een wet van Allah, zal ons gegarandeerd helen op emotioneel en spiritueel vlak. En andersom zal het overtreden van de wetten van Allah ons schaden. Onze acties blijven niet zonder gevolgen en dat wordt op veel plekken in de Koran duidelijk.
De bruidsschat als plicht richting Allah
In de Koran zien we dat het huwelijk wordt beschreven als ibada (aanbidding). Daarnaast is het een duidelijke soenna van de Profeet ﷺ. Als je echt wil dat je huwelijk gezegend wordt door Allah, is het zaak om ook de bruidsschat serieus te nemen. De Koran beschrijft de mahr als ajr (verdiende compensatie) en fardh (verplichting). Allah zegt dus dat een mahr geen extraatje is. De vrouw verdient de bruidsschat en Allah bedrukt dat het een absolute plicht van de man is om die bruidsschat te geven.
Als we kijken naar de ayaat die aan de vierde aya vooraf gaan, zien we dat die een oproep zijn om taqwa (Godsbewustzijn- of vrees) te hebben tegenover Allah. De opdracht is om de wezen hun geld te geven. En degenen die voor een wees zorgen krijgen de waarschuwing om de erfenissen niet voor zichzelf te gebruiken. Door het schenden van de rechten van de wezen meteen na de oproep tot taqwa te benoemen, zegt Allah dat dit één van de belangrijkste manieren is waarop je taqwa kan tonen.
Verbroken banden met de baarmoeder
Eenzelfde direct verband is er tussen taqwa en de zorg die we hebben voor de verschillende relaties die we hebben via de baarmoeder. Bij wezen is die band met de baarmoeder verbroken door de dood van hun ouders en moeten wij er alles aan doen om hen te beschermen. Ook de vrouw verbreekt op een bepaalde manier haar band met de baarmoeder, door weg te gaan bij haar familie en een eigen gezin te stichten. Dus ook zij verdient bescherming, in dit geval in de vorm van respect van de man in de vorm van een bruidsschat.
Laten we nu eens kijken naar het eerste deel van de aya:
“En geef aan de vrouwen hun huwelijksgeschenken zonder moeite” (Koran, 4:4)
Wanneer Allah zegt “Geef aan de vrouwen” is dat eigenlijk een verlengstuk van de voorgaande aya waarin Hij zegt: “Geef aan de wezen”. We weten uit de Koran dat misbruik maken van het geld van een wees gelijk staat aan het eten van het Vuur van de Hel. Dat Allah de rechten van de wees verbindt met die van de vrouw en haar bruidsschat is dus heel serieus. En het is ook een duidelijke waarschuwing aan alle betrokkenen, dus niet alleen aan de echtgenoot maar ook aan beider families.
Bruidsschat is níet voor de familie
Islam bepaalt dat de mahr alléén voor de bruid is en breekt daarmee met de pre-islamitische gewoonte dat de familie van de bruid de bruidsschat inde. In veel Zuid-Aziatische landen is het nu echter nog erger. Daar is het de familie van de man die de bruidsschat krijgt. Dit is compleet het tegendeel van de wetten van Allah!
Wat we ook zien gebeuren is dat de bruidsschat wel aan de vrouw wordt beloofd, maar dat zij het geld of goud nooit krijgt. In heel wat culturen wordt de bruidsschat enorm hoog gesteld: 100.000 dollar of een huis. Iedereen weet dat deze bedragen totaal onhaalbaar zijn voor de bruidegom, maar toch stemt hij toe. De gedachte is: “Het is gewoon iets dat je zegt. Niemand neemt dit serieus!” En als de vrouw dan later naar haar bruidsschat vraagt, wordt ze afscheept. Het is niet ongewoon dat de vrouw op de dag van haar huwelijk juwelen krijgt en dat de schoonmoeder haar daarna alles weer afneemt. Dat is ‘spelen’ met de wetten van Allah! Een even erge misdaad als dat je een wees berooft van zijn of haar bezittingen.
Spirituele gevolgen
Als je de bruidsschat niet serieus neemt en daarmee geen taqwa richting Allah toont, waar moet het goede in dat huwelijk dan nog vandaan komen?! Dit soort huwelijken zullen niets anders kennen dan drama, lijden en problemen op het vlak van fysieke en geestelijke gezondheid. En dat doe je allemaal jezelf aan, omdat je deuren van de baraka (zegeningen) in je leven hebt dicht gegooid voor een beetje geld!
Mijn advies voor iedereen die te maken heeft met het vaststellen van de mahr voor een huwelijk: stem niet in met een bruidsschat die voor een normaal mens niet op te brengen is. Speel niet met de wetten van Allah.
Mahr als een oprechte belofte
Laten we nu eens kijken naar het woord dat in de aya wordt gebruikt voor de bruidsschat: sadoeqaat. Het woord sadoeqaat is het meervoud van sadoeqa, dat op zijn beurt afstamt van sidq (waarheid). Sadoeqa betekent dus dat je de vrouw met wie je gaat trouwen dat geld hebt beloofd en dat je je woord houdt, waardoor het huwelijk waarheid wordt.
Hoe triest is het dat wij sadoeqa hebben omgezet naar sadaqa, naar vrijwillige liefdadigheid. Alsof je je vrouw een gunst verleent. Maar het gaat veel dieper dan dat. Je geeft de bruidsschat niet zozeer aan je vrouw, maar eigenlijk geef je aan Allah wat je Hem verschuldigd bent. Je houdt je aan de wetten van Allah. Het geven van de bruidsschat doe je niet uit persoonlijke gevoelens, maar omdat je Allah wilt gehoorzamen.
Laat dit maar eens goed tot je doordringen.
Hoe neem je de bruidsschat serieus?
Allah had gewoon kunnen zeggen: “Geef de vrouwen hun huwelijksgeschenken”. Dat was op zich al duidelijk genoeg. Maar na sadoeqaat voegt Allah specifiek het woord nihlatan toe. Misschien herken je hierin de stam (n-h-l) van het woord ‘de bij’. Verder zien we deze stam terug in woorden als qamar naahil (een maan die je nauwelijks kan zien), sayf naahil (een broos zwaard), djism naahil (een uitgeput lichaam) Allemaal woorden die te maken met delicaatheid en voorzichtigheid.
Het woord nihlatan wijst erop dat de bruidsschat zonder moeilijkheden, ruzie of klachten moet worden gegeven. Je moet de mahr op een makkelijke manier geven, niet op een hooghartige manier. Bij de meeste geboden in de Koran zegt Allah alleen wàt je moet doen, maar bij de mahr benoemt Hij ook het hóe. Het is ook zeker niet toegestaan om opnieuw te gaan onderhandelen over de mahr nadat er een overeenkomst is bereikt. Dat is een inbreuk op zowel nihlatan en sadoeqaat.
Financiën zijn belangrijk
Laten we beseffen dat wanneer we de geboden van Allah naast ons neerleggen, de deuren naar rizq en barakah voor ons gesloten worden. En ja, in islam is geld belangrijk. En heeft te maken met spiritualiteit. Zoveel drama’s in onze gezinnen draaien juist om financiën. En als je dan vraagt aan de moeder en oma’s of zij hun mahr ooit hebben gekregen, dan is het antwoord vaak negatief.
Ik moet dan denken aan wat Ibn Ashoor in zijn tafsir daarover zei: “De mahr is het kenmerk dat onderscheid maakt tot een geldig en een ongeldig huwelijk!” Laten we de bruidsschat weer serieus nemen. Laten we beseffen dat het niet meer mag gebeuren dat een vrouw niet eens weet welke mahr er door haar ouders is afgesproken. Dat is een inbreuk op de Koran! Laten we Allah terugbrengen in onze relaties, zodat we ook Zijn zegeningen weer terug kunnen brengen in ons leven.”