“Toen ik moslim werd, was dat de beste dag van mijn leven, maar twee jaar later werd het me allemaal te veel. Ik deed mijn hoofddoek af en bad niet meer. Ik ging van hoog naar laag. Het praktiseren viel me te zwaar, ondanks dat ik nog geloofde. Toen ik me na enige tijd weer naar Allah keerde, voelde ik op dat moment echter nog meer vreugde dan de dag dat ik mijn sjahada (de geloofsgetuigenis) aflegde”. Aldus een zuster in de serie ‘Honest Tea Talks’ over hoogte- en dieptepunten in het geloof.
Vliegende start
Ik heb dit vaker gezien; zusters die een vliegende start maken en zichzelf allerlei beperkingen opleggen. Alles om maar een zo goed mogelijke moslim te zijn, om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat dit niet bij hen past. Dat ze het zo niet vol kunnen houden. De hoofddoek gaat af, ze pakken in feite hun oude leventje weer op en in het ergste geval verlaten ze de islam.
De zuster van bovenstaande quote benadrukt dat Allah er altijd is; wij zijn degenen die ons van Hem afkeren, maar de deuren naar vergeving staan altijd open.
Dit artikel is geïnspireerd op de Engelse Youtube serie Honest Tea Talks. Dit is een initiatief van drie zusters die verbonden zijn aan Solace, een netwerk voor bekeerde moslims die hulp nodig hebben (en inmiddels ook in Nederland actief is). Ze laten zien hoe schadelijk het kan zijn om altijd een masker te dragen. Waardoor eerlijke en echte gesprekken alleen maar gevoerd worden achter gesloten deuren en je als vrouw kunt gaan denken dat je als enige dit soort gevoelens hebt. De Engelstalige aflevering over hoogte-en dieptepunten in het geloof vind je hier en die over het geloof verliezen hier.
Hoogte- en dieptepunten horen bij het leven
Het onderwerp van deze aflevering spreekt me wel aan. Ook ik kan zeggen dat ik vele hoogtepunten in mijn geloof heb ervaren, maar ook heb ik dieptepunten meegemaakt. Om nog meer diepgang te krijgen in het thema, nam ik er ook de aflevering over ‘verliezen van het geloof’ bij.
Een van de zusters vertelt dat zij sterk in haar geloof stond op die momenten dat ze zich realiseerde dat er een Hoger Wezen was Dat van haar hield en voor haar zorgde. Haar dieptepunten heeft ze vaak over zichzelf afgeroepen. Ze bedoelt hiermee dat ze bewust of onbewust soms een keuze maakte om een zonde te plegen of iets te doen waarvan ze wist dat Allah er niet blij mee zou zijn. Een zuster haakt hierop in door te zeggen dat zij juist na dergelijke dieptepunten de hoogtepunten ervaren heeft.
Theorie versus praktijk
Als we net gaan praktiseren, leren we zoveel mogelijk. Maar dit is in eerste instantie allemaal nogal theoretisch. Er zullen dingen in je leven gebeuren waarbij je deze theorie ook in de praktijk zal moeten toepassen. En dit gaat niet altijd vanzelf. De islam leer je niet alleen uit een tekstboek, maar vooral door het leerproces. Als je nooit tegenslagen hebt gehad, zul je bij de eerste moeilijkheid uit het veld geslagen zijn en ook de theorie niet meer kunnen toepassen. Daarom moet je fundament goed stevig liggen. De theorie van het geloof is dan als het ware de basis, maar de ‘echte’ islam is dan zeker ook hoe je dit implementeert in het ware leven.
Pas op voor onbegrip
Een zuster zei in het gesprek dat het onbegrip dat je toont voor zusters die een andere weg opgaan – omdat ze duidelijk moeilijkheden ondervonden met het praktiseren – op een dag als een boemerang bij jou zullen terugkeren. Je zal jezelf in een soortgelijke situatie bevinden en wat ga jij dan doen? Ook ik herken dit. Daar waar je eerst zo zeker was en zei: ‘Als dit mij zou overkomen, dan zou ik dit en dat doen.’ Of: ‘Ik zou zoiets nóóit doen’. Weet dat de kans erg groot is dat Allah jou in een soortgelijke situatie plaatst om te zien of dat werkelijk ook zo is. Allah geeft je namelijk niet wat je wilt, maar wel wat je nodig hebt.
Zwart-wit beeld
In mijn jonge jaren had ik een vrij zwart-wit beeld van de islam, vooral over hoe je die islam dan wel moest praktiseren. Ik legde de lat hoog voor mezelf, maar ook voor anderen. Door mijn eigen visie kon ik niet begrijpen dat anderen daar anders over dachten of andere keuzes maakten. Ik wilde niet dat islam slechts een deel van mijn leven zou zijn, maar ik wilde dat islam mijn gehele leven zou zijn. En ik verwachtte dit eigenlijk ook van anderen.
Geen blad voor de mond
Omdat ik zelf niet bang ben voor kritiek, uitte ik deze ook daar waar dit niet gewenst was. Ik vond toen dat mensen daar maar mee moesten leren leven. Dit was hoe ik het zag en zoals ik dacht dat het moest zijn. Nu besef ik dat ik veel te weinig oog heb gehad voor de weg die anderen gaan en dat ik hen vaak overschreeuwd heb. Ik was actief in de gemeenschap, gaf lezingen en cursussen en had een bepaald aanzien. Ik dacht dat ik empathisch was en wilde oprecht het beste voor mijn zusters. Maar door mijn tunnelvisie heb ik zusters soms of misschien wel vaak het gevoel gegeven dat hun mening niet telde, dat hun weg niet interessant was of niet goed genoeg.
Een ‘baseline’ aanhouden
In de loop van de jaren ben ik milder geworden. Ik heb mezelf zien veranderen van iemand die het maximale uit haarzelf wilde halen tot iemand die al blij is dat ze haar geloof niet verloren heeft. Een zuster zegt dat het van groot belang is dat je voor jezelf een soort ‘baseline’ vasthoudt waarover je geen compromissen sluit. Alle meiden aan tafel waren het dan ook eens over het belang van het gebed. Ook ik sluit me hierbij aan. Dat hoe moeilijk de dingen ook worden en hoe zwak je imaan (je geloof) ook wordt, je in ieder geval je gebeden blijft verrichten. Het gebed is immers je connectie met Allah.
Mocro-wannabe
Ik ben inmiddels 25 jaar moslim en heb heel wat stadia doorlopen. Hoewel ik redelijk rustig van start ben gegaan, ging ik vrij snel een hoofddoek dragen en vrijwel meteen begon ik te bidden. Ik trouwde met een Marokkaanse man en zag in het begin het verschil niet zo goed tussen cultuur en religie. Ik was een beetje een mocro-wannabe. Zo deed ik henna in mijn haren, droeg Marokkaanse jurken en probeerde de taal te leren. Maar na 11 september 2001 ben ik pas serieus gaan praktiseren. Althans, praktiseren zoals ik toen dacht dat juist was.
De islam als strijd
Ik veranderde mijn kledingstijl, droeg een abaya, khimaar, handschoenen en later zelfs niqaab. Zeker 15 jaar lang bestond mijn leven voornamelijk uit islam. Ik streefde naar het hoogste, wilde het meeste uit mezelf en de mensen om mij heen halen. Ik heb de zoetheid van imaan geproefd, ik ben de strijd met mezelf en anderen aangegaan. Hoe harder men tegen islam vocht, hoe harder ik in verzet ging. Dit maakte me sterk als moslim, maar minder leuk als persoon.
Tot het leven me overkwam: ik werd ouder, maakte meer dingen mee, ging scheiden en werd telkens weer op mezelf teruggeworpen. Ik merkte dat mijn manier van islam beleven wel erg op strijd gericht was. In eerste instantie de strijd met mezelf, maar dit heb ik destijds ervaren als streven. Daarnaast ook de strijd met mijn omgeving, de mensen die ik liefheb en de mensen waar ik eigenlijk niets om gaf.
Tijd bracht mildheid
Er waren tijden dat verdriet mij overmande en dat ik zo moe werd van het constant strijden. In deze periode merkte ik dat ik langzaam veranderde. Ik werd milder en eiste niet meer zoveel van mezelf en anderen. Dit ging niet zonder slag of stoot, want ik vond dat ik verzwakte in mijn imaan. Ik voelde en ervoer de dingen ineens zo anders en had emoties en gedachten die ik eerder niet had. Ik zag mezelf veranderen en was zo enorm verbaasd dat dit mij overkwam.
Van hoog naar laag?
Het voelde alsof ik van de hoogte in geloof waar ik ooit stond, ineens zo naar beneden gekelderd was. Zo zag ik dat namelijk. Ik ben hier letterlijk ziek van geweest: ik kon niet meer eten en drinken en wist totaal niet wat ik met mezelf aan moest. Daar stond ik dan met mijn hoge moraal; ik wist het toch allemaal beter? Ik kende de islam toch en wist toch wat er van mij verwacht werd? Allah is de constante in mijn leven, maar soms luisterde ik opzettelijk niet naar Hem omdat mijn emoties met mij aan de haal gingen. Ik durfde Hem in die tijden niet eens om leiding te vragen, omdat ik me schaamde voor wie ik geworden was. En ik was bang dat dit het begin van het einde was.
Twijfel sloeg toe
Ineens kon ik de overlevering zo goed begrijpen dat het mogelijk is om in de ochtend als moslim wakker te worden en ‘s avonds als ongelovige te sterven. Ik twijfelde overal aan en had het gevoel dat ik op los zand stond. En dat ik totaal geen controle had over mijn gevoelens. Dit boezemde mij enorme angst in. De leiding van Allah kwam tot mij toen ik 18 was, maar ik had daar niet om gevraagd. Was toen ook niet heel erg zoekende. Maar het besef dat die leiding me ook weer afgenomen kan worden, vind ik doodeng. En dat maakt me ook aan het twijfelen. Ben ik dan een weerloos, onbeduidend wezen?
Hart versus verstand
Geleid of gedoemd door Allah? Ik wist wel wat ik moest doen, maar kon me er niet toe zetten dit ook uit te voeren. Het was echt een kwestie van hart versus verstand. Enerzijds had ik het gevoel dat ik me op een hellend vlak begaf, anderzijds was ik een stuk rustiger en onbezorgder en dit was een bevrijdend gevoel na al die jaren van strijd.
Ik ben mezelf de afgelopen jaren behoorlijk tegengekomen. Nog steeds ben ik zoekende naar wie ik eigenlijk zijn wil en of de keuzes die ik nu maak mijn hiernamaals niet in gevaar brengen. Het proces is nog gaande en ik ben er nog niet over uit of dit een teken is van een verzwakt imaan of juist een normaal proces is waar ieder mens doorheen gaat. Ik ben tenslotte geen 18-jarige meer.
Acceptatie
Ik probeer nu in het reine te komen met mezelf en de nieuwe ik te omarmen. Ik tracht te accepteren dat dit kennelijk een fase is waar ik doorheen moet. Als dit een test is, weet ik niet of ik onbeschadigd de overkant zal bereiken. Maar dat ik hiervan zal leren, dat is wel zeker. De belangrijkste smeekbede blijft voor mij dan ook altijd:
“O Allah, laat mij niet anders sterven dan als moslim.”
En hoewel ik vaak denk dat ik hier geen controle over heb, heb ik wel het vertrouwen dat Allah deze smeekbede hoort. En dat Hij weet waar deze gedachten vandaan komen en waar ik naartoe ga. Alleen Allah is de Alhorende en Alwetende. Zelfs al zou ik mijn twijfels en angsten niet uiten, Hij weet wat in mijn hart is. En bij Hem is de kennis van alle zaken.